Virus

‘k Heb last van een virus. Niet in mijn computer, maar in mijn lijf. Nou is het mooi weer en dan zit ik binnen! Koppijn, duf, warm en er komt werkelijk niks uit mijn handen vandaag. Terwijl dat wel zou moeten. Zal me er maar in schikken, het zal wel weer overgaan. Ik hoop ondertussen niemand aan te steken, maar het is geen computervirus, die gaan doorgaans sneller. Tot betere tijden.


Sport

Met een paar mannen in huis kijk je als enige vrouw veel sport op televisie en dan met name voetbal. Ik ben me er ook echt voor gaan interesseren en of dat nou gekomen is doordat ik in de minderheid was en dacht: “Ik kan in m’n eentje boven gaan zitten, maar dat is wel ongezellig!” of uit ware sportliefde, dat kan ik nu niet meer zo nagaan. Mijn sportieve ervaringen beperken zich tot de sportlessen op de lagere- en de middelbare school. En van mijn 10e tot m’n 16e jaar heb ik, jawel, gekorfbald! In Amsterdam, waar ik toen woonde, was dat een bloeiende tak van sport. Toén. Nu wordt er erg lacherig over gedaan en wil geen mens er meer mee geassocieerd worden.

Ik moet zeggen, dat het ook niet meer is, wat het geweest is. Ze hebben het middenvak uit het spel gehaald, waardoor het wel sneller is geworden, maar juist in dat middenvak heb ik me een rotje gelopen. Je ziet het dus ook nooit op televisie, hoogstens bij een eindwedstrijd voor een kampioenschap. Mannen en vrouwen in één team, gemengd dus, dat was uit emancipatie-oogpunt misschien wel aardig bedacht, maar het werkte niet. De “dames” zoals het dan heette waren er alleen om de mannen een beetje aardig aan een schietkans te helpen. (Een behoorlijk dubbelzinnige uitspraak, als ik het zo teruglees!) Nou ja, ik vond er op een gegeven moment geen moer meer aan en gelukkig gingen we toen net verhuizen naar Bussum en kon ik er elegant vanaf.

We volgen dus veel sport, behalve voetbal : tennis, alle grote toernooien, de tour de France, zwemkampioenschappen ( de laatste wereldkampioenschappen in Japan waren qua tijd voor ons gemáákt! Precies onder de koffie!), schaatsen natuurlijk enz. Vraag mij maar welke voetballer bij welke club speelt en als ie niet net getransfereerd is: ik vertel het je zó! En dat allemaal omdat ik niet boven op m’n kamertje ben gaan zitten, maar de voorkeur heb gegeven aan de family quality time! Brrrr! Eng, hè?


Natuurlijk

Vanmorgen móest ik met de voortuin aan de gang. Het onkruid gaat, vanwege het relatief warme weer, nog steeds erg z’n eigen gang en niet de mijne. Ik vind eigenlijk, dat er geen onkruid bestaat. Dat -on- slaat op het feit, dat het staat waar je het niet hebben wilt, dat is het euvel en daarom moet het er uit. Dit voorjaar hebben we de tuin door een hovenier voor best wel wat geld laten omkatten. En omdat het dus geld heeft gekost, hou ik het bij én ook omdat ze zeggen, dat je voortuin je visitekaartje is én om de buurt een plezier te doen én onze naaste buren niet ons kruid te bezorgen enz.enz. Erg sociaal werk dus ook nog. Ik vind het ook leuk om te doen, omdat ik van de natuur hou.

De basis voor mijn natuurliefde is gelegd op het schooltuinencomplex aan de Kruislaan in Amsterdam, lang geleden. Ik ben daar laatst langsgereden en volgens mij is het er nog. Ik zat op de Montessorischool in de Watergraafsmeer en ’s woensdagmiddags liepen we van school langs de Oosterbegraafplaats naar de tuintjes op de Kruislaan.

Ruim een half uur lopen, maar dat had je er graag voor over, benieuwd als je was, wat er van je bezigheden van de week ervoor terecht gekomen was. Dat de mensen van het complex onze tuintjes vrij hielden van onkruid, tenminste voor een groot deel, is iets dat ik later pas heb begrepen. Het léék of alles er nog zo bij lag als je het had verlaten! Het eerste dat we zaaiden was sterrekers, tegenwoordig sterrenkers. Je mocht je naam zaaien. Els was goed te doen, maar Charlotte werd Lot, anders werd ze te duur. Het kwam heel snel op, dat spul, en het was erg lekker op je boterham.

We leerden er als stadskinderen veel. We hadden de praktijk natuurlijk, maar ook theorie in het tuinhuis, dat ook op het terrein stond. De man, die ons van alles vertelde over de bloemetjes en de bijtjes (letterlijk, hoor!) zie ik nog zó voor me, al weet ik niet meer hoe hij heette. Als het regende werd het wat meer theorie dan praktijk in dat tuinhuis, maar ik kan me niet herinneren me ooit verveeld te hebben. Wat ik me wel goed kan herinneren is: hoe het er rook, een beetje gronderig en muf.

Als het “oogsttijd” werd, was het feest! Je sjouwde trots je zelfgekweekte radijsjes, bietjes, kropjes sla en worteltjes, wát zeg ik: wórtels waren het (waarbij vreemdgevormde exemplaren altijd veel gegniffel opleverden!) mee naar huis. En dan de bloemen! Daarom hou ik zo van goudsbloemen. (Het bloemetje bovenaan deze site groeide echt in onze tuin deze zomer!). De cosmea’s, viooltjes, lathyrus en als laatste in het seizoen de asters en dahlia’s. Onderweg naar huis ruilden we bloemen, zodat iedereen een gevarieerd boeket aan z’n moeder kon geven.

Elke keer als ik zit te rommelen in onze tuin, want “tuinieren” is voor mijn bezigheden een te riant woord, moet ik weer even denken aan dat schooltuintje aan de Kruislaan, twee smalle strookjes Amsterdamse grond, die heel belangrijk zijn geweest!


Groene waas

Voel me een beetje wazig vandaag. Waarschijnlijk door een opkomende verkoudheid, die maakt dat ik alles en iedereen “op afstand”hoor. Die wazigheid past goed bij de wazige groene beelden met oplichtende puntjes, met ontploffingsgerommel op de achtergrond, waarmee de televisie de oorlogshandelingen in Afghanistan doorgeeft. Toegelicht door een vermoeid ogende Wouter Kurpershoek, die in z’n overhemmetje vertelt, wat de bevolking er van vindt. Hij doet dat nogal onderkoeld, waarschijnlijk een goeie manier, paniek is er al genoeg in de wereld. Ik heb me voorgenomen om me niet te laten leiden door paniekgevoel. We kijken bewust één maal per dag naar het nieuws en dan ben je weer helemaal bij.

Puck schreef ook al, dat ze er niks mee kan en gelijk heeft ze. Je wordt er alleen maar erg onrustig van. Eigenlijk heb ik al sinds ik 11 september, toevallig de t.v. aanzettend en vers van de lever die twee vliegtuigen het WTC in zag vliegen, een raar dof gevoel. Toen begon het grote onbegrip, dat er nog steeds is, óók nu het “de vergelding” betreft.

En als ik Bush z’n verklaringen zie afleggen, koketterend met de “generosity” van Amerika (pindakaas droppen, je gelóóft ’t toch niet!) dan heb ik even wat anders te doen. Meestal even naar het toilet, dat past nog het beste bij de stemming van dat ogenblik!

Ik sprak mijn zus in Australië. Dat land zal zich op korte termijn militair aansluiten bij Amerika en zo wellicht een doelwit worden. Mijn zus woont in een voorstadje van Sydney, vlak aan zee. Zij zegt, dat ze bezig is, haar dagen zo prettig mogelijk in te richten en in ieder geval niet meer in het centrum van Sydney komt. Zo wordt het dus, nooit meer zo onbezorgd als het was. Later hebben we het over de periode vóór en de periode ná 11 september. Dat groene beeld is toch niet zo wazig als ik dacht…….Kom, ik ga maar eens bedenken wat we vanavond moeten eten. Geen pindakaas in ieder geval.


Kabouter Plop

Vrijdag schreef ik al, dat we niet geheel onbaatzuchtig drie huisjes hadden geregeld voor ons weekendje weg met de familie. Een wat grotere voor opa, oma en de vrijgezellen-ooms en voor de gezinnen-met-baby ieder een eigen huis. Want de kindjes moeten eten op ’n bepaalde tijd en de kindjes moeten slapen op ’n bepaalde tijd en bepalen zo, samen nog geen twee jaar oud, prachtig het patroon van de dagindeling van acht volwassenen, die zich daar met liefde in schikken!

En wat heb ik toch een respect voor het geduld, de aandacht en de zorgvuldigheid, waarmee de jongelui bezig zijn met hun kroost! In zo’n weekend, zo dicht bij elkaar (jawel, in drie huizen….weet ik!) kom je tot de ontdekking, wat er ook alweer allemaal vastzat aan het hebben van kleine kinderen. Wij hebben er ook vier gehad, weliswaar met tussenpozen, maar we hebben dat destijds kennelijk zomaar over ons laten komen, al die drukte.

En dat zonder Pampers en zonder televisie- en zelfs computerprogramma’s, waar je je kind intelligent mee kunt maken. Wássen moesten we, al die luiers en er bijdehandjes van maken moesten we helemaal zelf doen!

Maar….m’n dochters zingen wel met hun kinderen en ik maar denken, dat dat helemaal uit de mode was! Het gaat wel over kabouter Plop en de Teletubbies in plaats van schuitje varen-theetje drinken, maar dat doet oma dan wel, de historie in stand houden!


Effe weg

We zijn een weekendje weg met de familie. Hebben drie huisjes gehuurd op een rijtje in een Zilverberkpark in Leersum. De jonge gezinnetjes met naar alle waarschijnlijkheid geluidmakende baby’s hebben ieder een eigen huisje. Daar is enig eigenbelang niet vreemd aan, waar het opa en oma betreft! Want de reden van dit uitstapje is, dat we 40 jaar getrouwd zijn en dat toch een beetje willen gedenken. Geen zin in groot feest of zo, daar is geen reden voor, want je moet gewoon even bij elkaar blijven en dan gaat zoiets vanzelf. Hoewel 40 jaar wel een ongelooflijke tijd is als je even nadenkt.

Het zal wel als een cliché klinken, maar waar al die jaren gebleven zijn: ik heb geen idee. We zijn een beetje op herhaling nu er kleinkinderen zijn, maar het is natuurlijk toch anders. Niet meer echt verantwoordelijk zijn voelt leuk!

Maar het is dus een beetje rustig dit weekend, waar het deze bladzij betreft (en L-rs gaat ook mee, dus…).


Grensincidenten

De verschillende weblogs lezend kwam ik een opmerking tegen, en ik weet echt niet meer bij wie, dat iemand het maar een slecht idee zou vinden, als z’n moeder een weblog zou beginnen. Ik kan daar helemaal inkomen! Lars en ik hebben het er ook wel over gehad en ik heb uit eigen beweging beloofd, dat ik nooit of te nimmer ( en zeker niet zonder zijn toestemming!) jeugdfoto’s zou laten zien. Voorlopig zou ik ook helemaal niet weten, hoe ik dat zou moeten doen! Ik ben bezig me in te werken op dat vlak, maar tot op heden is iedereen veilig!:-)

Maar Lars vond het leuk, als ik iets zou gaan doen en heeft me daar zelfs ontzettend bij geholpen! Ik zit dus wel goed, wat dat betreft.

Toch kan ik me de opmerking goed voorstellen. Ik kan me herinneren, dat ik op de lagere school (zo heette dat in mijn tijd) een onderwijzer had, die goed piano speelde. Bij ons thuis werd ook veel muziek gemaakt. Mijn vader was een gevorderd violist en na, naar ik aanneem, een ouderavond op school hadden mijn vader en mijn onderwijzer het plan opgevat om een duo te vormen.

Niks mis mee, maar er werd geoefend bij ons thuis! En dat hóórde niet: je onderwijzer bij jou thuis, op jouw pianokruk, terwijl jij naar bed moest. Die man hoorde bij school en nergens anders. ’s Morgens kwam je hem weer tegen en ik wist nooit hoe ik kijken moest. Met een blik van verstandhouding? Ik vond het maar niks, hoewel ze mooi speelden en ik er lekker op in slaap viel. Maar hij kwam op mijn terrein: thuis!

Toen ik later zelf kinderen had, vonden die het ook maar zo-zo, als ik op het schoolplein verscheen. Het tijdperk van de voorlees-, knutsel-, overblijf-, en weet-ik-wat-nog-meer-moeders was er nog niet zo.Buiten het hek: prima, maar verder moest ze maar blijven waar ze was.

Wat ben ik toch blij met mijn moderne kinders, die een webloggende moeder gelukkig wel zien zitten en haar zelfs bijstaan in haar startproblemen op toch voornamelijk: hún terrein!


Bûter, brea en griene tsiis….

Mijn man Jouke, de naam zegt het al, komt uit Friesland. Heeft derhalve een Friese broer en twee Friese zussen. Die weer getrouwd zijn met een Friese vrouw en met Friese mannen. Het bijzondere van de broers en zussen is, dat ze niet samen zijn opgegroeid. Vader en moeder hebben er kennelijk zo’n rommeltje van gemaakt, dat ze uit de ouderlijke macht zijn ontheven, volledig uit beeld zijn verdwenen en de kinderen door verschillende families zijn opgevoed.

De voogdijvereniging, waar de kinderen onder ressorteerden, heeft wel moeite gedaan om het contact tussen hen in stand te houden, maar dat is niet altijd gelukt.

Toen het oudste meisje ging trouwen wilde ze echter de broers en haar zusje bij de bruiloft hebben en zijn de banden weer aangetrokken. Vanaf dat moment is het contact gebleven. Iedereen trouwde, kreeg kinderen en we werden samen ouder. En werden, ondanks het gemis aan een gezamenlijke achtergrond, toch een echte familie!

Ik vind dat heel apart. Voor hetzelfde geld was dat helemaal misgegaan en hadden we een groot gat gehad, waar je zo’n eng Spoorloos-programma voor nodig had gehad om elkaar te vinden. Als je dat al had gedaan, elkaar opsporen.

Nu hebben we neven, nichten, die ook weer kinderen hebben. Niet, dat je daar nou dagelijks contact mee hebt of wilt, maar het is er allemaal en dat is leuk. Famylje!


Madelief

Als je tijd hebt, moet je morgenmiddag beslist kijken naar de verfilming van Guus Kuijers “Krassen in het tafelblad”. Wordt door de VPRO uitgezonden in het kader van de Kinderboekenweek. Tussen 13.45 – 15.10 u op Ned.3. Erg goeie film en niet alleen voor kinderen. Het opnemen waard.


Kijken en zien, horen en luisteren.

Het schijnt, dat de televisie deze week 50 jaar bestaat. Volgens het blad, dat door veel mensen nog steeds “de radiogids”wordt genoemd. Terwijl ze nauwelijks radio luisteren en soms de televisie als radio gebruiken. In de auto komt het er nog wel eens van, radioluisteren en dan vaak op lange ritten als je toch niks anders te doen hebt. Dus echt lúisteren naar een programma over iets.

Misschien heb ik het helemaal mis, maar ik denk dat jongeren minder naar de radio luisteren op de manier zoals wij dat doen. Hebben daar ook geen ervaring mee, zoals wij. Ik heb de tijd gekend, dat er gewoon geen televisie wás! Of het was er wel, maar we hadden het niet thuis. Per straat was er misschien één familie zo voorlijk of kapitaalkrachtig misschien wel, dat er een televisie in huis was en daar trokken op woensdagmiddag de buurtkinderen heen voor het kinderprogramma. En verder deden we het met Paulus de Boskabouter en Ome Keesje. Dat waren nog eens tijden!:-)

Maar er werd geluisterd! Nu horen ze de radio en dat is het dan. Logisch, hoor, er valt buiten de radio zo verschrikkelijk veel te horen, maar jammer is het wel.

Met de televisie gaat het al aardig dezelfde kant op. Ik ken mensen, die het absoluut niet kunnen: een heel programma afkijken of die een film met moeite uitzitten. Er zijn op die ontelbare andere zenders misschien wel interessantere dingen te zien. Dus ze zien, maar kijken niet.

Wat een verhaal, zeg! De ouderdom zeker. Het zij zo.