De lopende band……

..en dat dus 24 uur lang!

Het bruist in Apeldoorn dit weekend! Er is van alles te doen. Dicht bij ons huis start vanmiddag om 2 uur in het Mheenpark een 24-uursloop. Dat verandert het park in een mega-camping. Mensen van allerlei nationaliteiten komen dan met gróte tenten en nog grotere caravans en werkelijk hun héle familie compleet met al hun tuinmeubilair naar Apeldoorn om dat ene familielid, dat meedoet aan de wedstrijd, aan te moedigen. Ze hebben er deze keer erg mooi weer bij en dat is ook wel eens anders geweest. Maar het ziet er erg gezellig uit. Ik zag ook een tent met veel computers dus de wereld kijkt mee!

Wij hebben vanwege een grote geluidsinstallatie een klein beetje geluidsoverlast, maar dat moet kunnen, eens per jaar. We gaan vaak ’s avonds even kijken, want ik vind het toch wel stoer, hoor, 24 uur lopen! En dat met die warmte. Het is leuk om, terwijl ik er geen moer verstand van heb, te kijken naar de “loopstijlen”. Van, in mijn ogen, “gesjok” tot “veerkrachtige tred”, maar wel allemaal met dezelfde blik op oneindig. We wilden gistermiddag nog even met de kinderen naar de speelweide in het park, maar er bleken al zoveel kampeerders met de wipwap zo ongeveer in de voortent te staan, dat we maar niet zijn gebleven.

In het centrum van Apeldoorn wordt dit weekend voor de 13e keer het “Jazz in the Woods”-festival gehouden. Op maar liefst 15 podia. Er is muziek in de stijl van Jazz, Soul, R&B, Jazzdance, Dixieland, Rock, Funk en Zydeco, dus er is voor iedereen wel wat. Ze verwachten door het mooie weer erg veel mensen. Dus zetten wij thuis wel een cd’tje op van de Dutch Swing College Band.

In de krant stond, dat de bijeenkomst van de “Stiltekring voor de Vrede”, die elke laatste zaterdag van de maand op het Raadhuisplein bij elkaar komt, niet doorgaat….gôh….?…..


Drankprobleem…..

met suiker....

Bij de slijterijafdeling van de supermarkt was er een oude man voor mij aan de beurt, die het meisje achter de toonbank onheus stond te bejegenen, zullen we maar zeggen. Met andere woorden: hij stond te schelden en had behoorlijk de pest in. Waarom dat was bleek al snel, want hij had zijn kleinzoon naar de slijterij gestuurd om twee flessen citroenjenever te halen, die in de aanbieding waren, maar het knaapje had de flessen niet meegekregen omdat hij te jong was.

” Nou moest ik verdomme zelf lopen en dat gaat toch al zo moeilijk, want ik heb haast geen lucht….” en zo ging het gemopper nog een poos door. Dat kostte aardig wat lucht trouwens, maar dat was andere lucht dan “looplucht” kennelijk!

“Ja, ik vind het erg vervelend voor u, meneer, maar wij krijgen een boete als we sterke drank meegeven aan kinderen!”, zei het meisje, “dat zijn de regels!”. “Die moeten ze dan maar rap veranderen!”, zei opa, “Het is toch te gek, dat je je kleinzoon niet eens meer een boodschapje kunt laten doen!”. Nog steeds mopperend verliet hij de winkel. Buiten hoorde ik ‘m zijn verhaal nog eens een keer doen tegen een andere bejaarde man. Ze wilden toch minder regels in Den Haag? Deze meneer weet er alvast een die afgeschaft kan worden……tot z’n kleinzoon 16 is.


…dat zèg ik!…..

goed gereedschap is het halve werk

Vorige week hielden ze in een bouwmarkt in Nieuwegein een uitverkiezing van de “Klusvrouw van het Jaar”. Als je miss-verkiezingen hebt en sportvrouwen, filmdiva’s, schrijfsters en andere kunstenaressen prijzen kunt laten winnen, waarom dan geen klusvrouw? Er zaten er drie in de finale. Ze moesten een wasbak ophangen met afvoerleidingen en al, een slot in een nieuwe deur zetten, inclusief het vervaardigen van het sleutelgat en ze moesten een lectuur-opberg-ding ontwerpen en daarna ook maken.

Het verhaal vermeldde niet of de jury bestond uit mannen, maar geen van de dames kwam onberispelijk uit de strijd. Er mankeerde overal wel wát, maar toch, de 35-jarge Yvonne uit Almere had het ’t minst slecht gedaan, zeiden ze. Nou, ik vond ze zonder meer allemáál geweldig! Uit de bijbehorende verhalen over de activiteiten van de vrouwen op klusgebied bleek, dat ze hun hand niet omdraaiden voor stucen, metselen of tegelen. Ik bedoel maar.

Het mooiste vond ik de uitspraak van nummer drie van de einduitslag, toen ze haar vroegen of dat nou moeilijk was: een badkamer betegelen? “Ach”, zei ze “het is net koekjes bakken. Doen, wat er op het pak staat….!”.


Glas in lood…..

zo'n soort huis dus....

In de jaren zestig heb ik via de thuiszorg in Bussum eens gewerkt bij drie zeer oude dames. Ze waren zusters en heetten Sophie, Emma en Christine. Het huis waarin ze woonden was uit het begin van de dertiger jaren, stond op een plek van stand en er was weinig aan gedaan.

Sophie had als huishoudster haar werkgeefster overleefd en die had testamentair bepaald, dat ze er tot aan haar dood mocht blijven wonen. Dit zeer tot ongenoegen van een neef, het enige familielid van mevrouw. Hij kwam zo’n drie keer in de week met zijn vrouw op bezoek om te constateren of Sophie al afgetakeld genoeg was om te worden overgeheveld naar een verzorgingshuis. Er dreigde zelfs een rechtszaak, omdat neef van mening was, dat zijn tante het woongenot van Sophie niet volgens de wet geregeld had. Ze was tenslotte geen familie.

Emma en Christine, die als iets jongere zusters Sophie kwamen bijstaan in de strijd, woonden eigenlijk in Amsterdam en vonden Bussum maar een gat. Een deftig gat, maar toch: een gat. Toen ik er kwam woonden ze al een jaar bij hun zuster, maar waren nog steeds op visite. Ingepakte koffers en tassen stonden klaar om direct af te reizen naar Amsterdam zodra Sophie niet meer te redden was.

Ik had als van oorsprong Amsterdamse een leuk contact met ze. Als zij het over De Pijp of de Nieuwmarkt hadden wist ik waar dat was en dat vonden ze leuk. Er heerste verder een soort “Arsenicum en oude kant “- sfeertje. De dames zaten elkaar nogal eens af te katten en te betuttelen. Jurken en kapsels werden van elkaar bekritiseerd en er werd gehandwerkt. Voor wie of wat, daar ben ik nooit precies achter gekomen, want ze waren ongetrouwd, maar wel “bij de kerk” en die kant zal hun gebrei en geborduur wel opgegaan zijn.

Ik moest elke week een tientje, gestoken in een witte envelop waar ze “NN” opgeschreven hadden, bij de dominee in de brievenbus doen, want daar kwam ik toch langs als ik naar huis fietste. Als dan het kerkkrantje kwam, de week daarop, werd er gauw gekeken of bij de rubriek “Giften” de “NN” vermeld stond en als dat zo was knikten ze tevreden. Maar ze verlangden naar Amsterdam en wilden toch ook Sophie niet in de kou laten staan.

De zaak is, naar ik later heb gehoord, op “natuurlijke” wijze opgelost, omdat Sophie zo vriendelijk was om dood te gaan op haar zevenentachtigste. De zusjes konden naar huis, de neef kreeg wat hij wilde: een huis, waar hij verschrikkelijk veel geld in heeft moeten stoppen om het aan te passen aan de moderne tijd, omdat het echt nog in de oorspronkelijke staat verkeerde. Ik heb er heel wat koper gepoetst……


Goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen……

nieuw logo....

In de krant stond een stuk over huismannen. Dat dat er steeds meer worden, naarmate er meer ontslagen vallen. Dat er soms gekozen moet worden, wat het handigste is en dat er dan beslist wordt dat de vrouw blijft werken. Sommige mannen vinden helemaal niet erg om de huishoudelijke taken op zich te nemen, maar anderen zien zo’n situatie toch als zeer tijdelijk en naarmate het langer duurt gaat de kwaliteit van de bedrijfsvoering thuis toch wat achteruit. Dat is niks bijzonders, want dat is nou net waar vrouwen ook wel eens last van hebben!

Er is zoveel veranderd in de loop van de jaren, dat de traditionele rolverdeling eigenlijk nauwelijks nog bestaat of je moet daar bewust voor gekozen hebben, dat kan ook. In mijn tijd werd een vrouw, al was ze nog zo goed in haar werk, als ze trouwde automatisch ontslagen of ze nam zelf ontslag. Ze begon gewoon aan een nieuwe baan: de huwelijkse staat. Mijn baas was modern. Ik hoefde niet weg toen ik trouwde en omdat we vanwege woningnood erg klein woonden, stelde mijn huishouding ook niet zoveel voor.

Ik was in die tijd receptioniste/telefoniste bij een zuivelfabriek en dat was een drukke baan. Het was nog een echte telefooncentrale met letterlijk toeters en bellen en veel lijnen. Toen op een gegeven moment onze dochter in aanbouw was, werd ik “uit het zicht” gepromoveerd naar een andere afdeling, want ze stonden als zuivelbedrijf wel dicht bij de natuur met al die koeien, maar een zwangere aan de balie ging toch wat te ver. Maar ik mocht nog steeds blijven. Ik heb kunnen werken tot zes weken voor de geboorte en dat was in die tijd best uniek.

Ons kind was ook zo aardig om precies op de uitgerekende datum te arriveren, zodat ik de volledige zwangerschapsuitkering heb kunnen genieten. Daarna ben ik wel gestopt met buitenhuis werken en ik heb daar nooit spijt van gehad. ’n Leuke tijd in ons kleinschalige bedoeninkje. Toen onze dochter groter werd was daar het grote huis met tuin van oma, waar ze wat meer speelruimte had en toen ben ik, ook omdat we de pegels goed konden gebruiken, wel weer wat gaan werken. Bij de thuiszorg vanwege de flexibele uren. Je moest daar een wit schort voor en de cliënten noemden je “zuster”. Ook dat was weer een leuke tijd.

Zo hebben wij altijd maar een beetje aangerommeld met de rolverdeling. Man had échte baan en vrouw een zo-zo-baantje. De huishouding en het kind deden we zo’n beetje samen. Er kwam een tijd , toen we inmiddels vier kinderen hadden, dat mijn man leuk studeerde, náást zijn werk weliswaar en daar heb ik heus wel respect voor gehad, maar ik was thuis bij de kinderen ( en dat had ik ook weer niet willen missen!) en van tijd tot tijd stinkend jaloers ! Dat mag je best weten!

Toen de jongste naar de kleuterschool ging ben ik weer begonnen bij de thuiszorg, nog steeds vanwege de te regelen uren. Muzieklessen gegeven bij mensen thuis, dat was op een gegeven moment ook een aardig praktijkje, waar niemand thuis last van had. Daarna rolde ik in de baan, waar ik ruim twintig jaar erg veel plezier in heb gehad bij het revalidatiecentrum waar mijn man ook werkte.

Een raar arbeidsverleden, maar wel tekenend voor een tijd waarin vrouwen het zelf een beetje moesten uitzoeken als ze naast “het huishouden” ook nog iets anders wilden. Verder hebben we aardig de Franse kreet “vrijheid, gelijkheid en broederschap” in praktijk gebracht naar mijn idee. Nu we samen thuis zijn nog steeds. De was wordt vrijwillig door ons beiden in broederschap gedaan. “Doe je ‘m zo even in de droger, schat…..?”.


Gezocht….

rust...

…en gevonden, wat François René Duchable als toegift speelde, maandagavond! Je blijft toch zoeken, hè? Het was een Impromptu van Schubert, opus 90 nr.3 in ges groot. Mijn muziekcollega op m’n werk vroeger speelde die zo prachtig, dat hij altijd is blijven hangen. Die Impromptu dan, hè! Wat een rust, dat we het nu weten, we kunnen weer verder met ons leven……


Onbeperkt beperkt….

'n gastvrij bakje....

Er wordt binnenkort in Apeldoorn een “gasterij” geopend. Een leuk woord voor een leuk initiatief! De zaak wordt namelijk gerund door bewoners van Groot Schuylenburg, een instelling voor verstandelijk beperkte mensen. Ze hadden al een cadeauwinkeltje “De Maeckery” in de Marktstraat en dat wordt nu uitgebreid met een restaurant “De Binnentuin”, waar je thee, koffie of een frisje kunt gebruiken en waar je kunt lunchen. We gaan er beslist eens heen.

Tijdens een vakantie in Frankrijk zijn we ook eens op een camping terecht gekomen, die gedreven werd door mensen van een dergelijk instituut. En gedreven waren ze, want het zag er pico bello uit allemaal. We hebben toen ook gegeten in het restaurant dat er bij hoorde en dat een eindje verderop lag. De kok was niet gehandicapt en de bedrijfsleider ook niet, maar de bediening en de keukenhulp waren helemaal in handen van mensen van de instelling en dat liep als een trein zo ingewerkt als ze op elkaar waren.

Toen het op afrekenen aankwam en we het meisje, dat ons bediend had, om de rekening vroegen, zei ze: “Er komt zo iemand anders bij u, want ik kan niet rekenen!” Gewoon een mededeling, terwijl ze handig de tafel afruimde. We vonden dat destijds prachtig. Doen, wat je prima kunt en wat niet lukt, nou, dat doet gewoon iemand anders! In Apeldoorn doen ze ’t dus ook zo….Leuk!


Met de muziek mee….

met de Franse (aan)slag....

We zijn gisteren met Lars naar een concert geweest in Vredenburg. Wij waren daar nog nooit geweest, maar Lars heeft een abonnement en is er kind aan huis. Ik was onder de indruk van de zaal, gewend als wij zijn aan de akoestiek van Orpheus, waar ze met schotten op het podium moeten werken om de zaal met veel pluche alom een beetje goed te laten klinken. Vredenburg is andere koek, dat hebben we wel gemerkt!

Het was een Beethovenprogramma: het vijfde pianoconcert en de zevende symphonie. Het orkest was het Orchestre des Champs-Elysées, de dirigent Philippe Herreweghe en de solist François René Duchable. Toen ik diens foto zag vond ik ‘m enorm op Heinsbroek lijken, maar ik neem aan, dat die niet zo goed piano speelt! Philippe Herreweghe is een boeiende dirigent, die geen stokje nodig heeft om zijn orkest te laten weten wat hij wil. Mooi om te zien ook.

Het was een prachtige uitvoering. Het dankbare publiek kreeg nog een toegift van de pianist, waarbij, en dat tekent de eenvoud van de man, Philippe Herreweghe gezellig op het randje van het paukenistenverhoginkje ging zitten om te luisteren. De pianist speelde een stuk, dat heel bekend klonk, maar niet werd aangekondigd en ik kan het nú nog zo terughalen en toch weet ik niet wat het is. Het leek me Schumann, maar ja, Schubert kan ook of Beethoven. Zeer hinderlijk, Lars is thuis nog cd’s gaan nazoeken na afloop, maar we kwamen er niet achter. Het toeval zal het moeten uitwijzen.

Behalve alles goed horen kun je in Vredenburg ook alles goed zien omdat het orkest in een soort “piste” zit. Dat is leuk. Al die “huishoudelijke” dingetjes: de blazers die het overtollige vocht uit hun instrumenten moeten wegwerken, het stemmen, als de hoboïst zijn A blaast waarop iedereen moet afstemmen, de handtasjes van de vrouwelijke orkestleden, die weggemoffeld moeten worden onder de stoel. De paukenist was ook een vrouw en het was erg leuk om haar aan het werk te zien. Als je in een “rijenzaal” zit zie je dat niet zo. Beethoven, dus ze had het druk. Vooral in de symphonie. Toen de dirigent na afloop wat extra aandacht vroeg voor wat orkestleden kreeg zij een zeer enthousiast applaus.

Ook het orkest gaf nog een toegift. Wat? Ik zou het niet weten, maar het was mooi. Ik ben een concertbezoeker van niks. Er zat bijvoorbeeld ook een meneer met de partituren op schoot mee te bladeren. Waarom doet iemand dat? Moet er iemand op een fout betrapt worden? Interessanterigheid? Je ziet mensen zoiets ook wel eens doen bij de Mattheuspassion. Daar kan ik me nog iets bij voorstellen, want dat is een hele zit en dan weet je tenminste zo’n beetje waar ze zijn. Hoewel….nou ja, laat mij maar gewoon luisteren én kijken! Ik heb genoten gisteravond. En Lars had na afloop goeie wijn, die ook geen krans behoefde…..!


Met huid en haar….

vet gaaf....

Doorgaans ben ik blij met een cadeautje. Iets krijgen waar je niet om gevraagd hebt en dan ook nog gratis ( je blijft een Hollander, nietwaar?) is meestal best leuk. Er is één uitzondering die, althans bij mij, ergernis oplevert.

Er zitten tegenwoordig in met name vrouwenbladen proefzakjes met shampoo, anti-rimpelcrème, vitaliserende vitaminesmeersels en weet ik wat nog meer, vastgeplakt op een binnenpagina. Als je ze wilt verwijderen beschadig je het blad. Dat vind ik niet leuk. Bovendien: ik kan ze niet weggooien, die zakjes! Dus liggen ze in de rondte op de wastafels in huis en bij de douche. Vooral onder de douche blijkt dat je ook nog eens een schaar nodig hebt om zo’n zakje open te maken, omdat openscheuren met natte glibberige handen niet lukt.

En wás ik nou maar niet zo “van voor de oorlog” dan mikte ik ze gewoon weg of liet ze zitten in het blad, maar dan denk ik weer, dat ’t dan niet bij het oud papier kan. Kortom, klein leed waar ik niet om gevraagd heb. En denken ze nou, dat ik na gebruik van enkele milliliters van zo’n verpakkinkje naar de winkel sprint om dat spul te kopen? Want ik neem toch aan, dat je wat meer nodig hebt om resultaat te zien!

De oude vertrouwde blauwe ronde doos met Nivea, al jaren te gebruiken bij alle huidproblemen heeft onder andere gezelschap gekregen van Nivea Bath Care met aquasoftformule, melkproteïnen en vitamines E+PP. En dat alles voor een rimpelloos bestaan. Nou, ik kreukel wel van nature, dat is goedkoper, maar wat ik nou met al die zakjes aanmoet….?


Natuurschoon….

daar krijg je toch dorst van....

Het was een lekker dagje vandaag, dat we grotendeels in de buitenlucht hebben doorgebracht. Wat boodschapjes gedaan en verder heerlijk in onze tuin gezeten, die er al mooi bij staat. Er is veel te zien en vanwege de vogels, die druk bezig zijn om te zorgen dat er ook in de vogelmaatschappij hoekstenen van de samenleving komen, is er ook veel te horen.

Toen we zo zaten hoorden we op de radio iemand Willem Kloos citeren: “Wat is de natuur toch mooi, maar ik heb er graag wat bij te drinken!”. Helemaal mee eens dus we nemen er nog een……