Taalgevoelig…….

het begin.....

Het is moeilijk om je voor te stellen, dat je analfabeet zou zijn. Lezen en schrijven is zoiets vanzelfsprekends, dat je er nooit bij stilstaat, dat er mensen zijn voor wie dat geen deel uitmaakt van hun dagelijks bestaan. Ik kan niet zonder letters. Als ik ergens moet wachten of zo en er hangt een bordje of een poster met tekst dan ga ik woorden maken of puzzelen met de letters die ik zie. Zal wel een afwijking zijn, maar ik vermaak me er wel mee.

Er wordt op het ogenblik veel aandacht besteed aan het analfabetisme, zelfs op prinsesselijk niveau, want ook Laurentien houdt zich er mee bezig, las ik. De meeste mensen zijn overigens niet echt analfabeet, maar lezen en schrijven zo weinig, dat ervaring ontbreekt en het er door de bekende vicieuze cirkel niet van komt om dat patroon te doorbreken.

Ik heb eens, toen ik bij een thuiszorginstelling werkte, kennis gemaakt met een mevrouw, altijd boerin geweest, die, om het zacht uit te drukken, ook niet zoveel met taal had. Meer praktisch ingesteld, want je hoefde haar niks te vertellen over de moestuin, de koeien en wat die beesten moesten eten, maar een boodschappenlijstje kon ze niet schrijven. Ze deed dat wél en wat daarop stond moest ik halen. Ik heb heel wat zitten puzzelen in de auto wat nou de bedoeling was als er bijvoorbeeld “sips” en “menane” op ’t lijstje stonden. Bij navraag: chips en bananen, inderdaad. Ze schreef het in een groot hanenpoterig handschrift zo’n beetje fonetisch op en ook nog eens in een mij nou niet zo bekend dialect. Maar we kwamen er altijd wel uit en ik had weer wat geleerd.

Te beleren was zij trouwens niet wat dat betreft, want het interesseerde haar verder geen fluit, als de spullen er maar kwamen en eigenlijk was ík de sufferd door het niet te begrijpen en zo voelde ’t ook! Ze kon trouwens prachtig vertellen. Over vroeger, over de boerderij, het dorp, haar leven en o ja, ook over de buurt en de buren en dat allemaal zonder ooit een krant te lezen……


Afdeling nazorg…..

voor niks.....

Afgelopen vrijdag hadden we een kaartje in de bus, waarop stond, dat een firma maandag de spouwmuren van ons huis kwam volspuiten met isolatieschuim. We moesten daartoe de achteringang tot “ons erf” (ja, ’t platteland, hè!) open laten, zodat ze er in konden. We hoefden er niet voor thuis te blijven, zeiden ze (hoewel het maar goed was, dat we dat wel waren, want ze hadden ons water en onze stroom nodig!).

We hebben een paar jaar geleden ons huis van de woningbouwvereniging overgenomen en we dachten dat het een vergissing was en alleen de huurhuizen behandeld moesten worden. Omdat zulke klussen prijzig zijn en we niet op een nota zitten te wachten, waar we niet op gerekend hebben, leek het handig om er maar even een telefoontje aan te wagen.

Toen bleek, dat deze zelfde klus zo’n jaar of acht geleden is gedaan en dat nu bij controle vastgesteld was, dat alle isolatie uit de muren verdwenen was, hetgeen uiteraard niet de bedoeling is in zo’n relatief korte tijd. Het was dus garantie en de firma moest het overdoen. Voor ons alsnog een cadeautje van de woningbouwvereniging.

Ze hebben heel veel gaten geboord in ons huis, het moet een gatenkaas zijn zo zoetjesaan, maar daar hebben ze het isolatieschuim doorheen geperst en nu zijn we dus geïsoleerd zonder dat het ons iets heeft gekost. En de zon gaat ook al voor niks op. Met het geld dat we overhouden kunnen we misschien een extra keertje naar V&D, dat schijnt hard nodig te zijn…….


Aan de voet van die ouwe Wester…..

westertoren.? oh, nee de zuiderkerk...

Een nichtje van ons heeft haar verjaardag aangegrepen om eens wat familie bij elkaar te halen, die elkaar niet “even” niet gezien had, maar echt járen niet. En dat is niet omdat we geen belangstelling zouden hebben voor elkaars wel en wee, maar gewoon omdat het er niet van komt. Zo gaat dat vaak en helemaal in een grote familie. Onze vaders waren er twee van de acht en met kinderen en kindskinderen tikt dat, moeilijk bij te houden, aan.

En zo gingen we dus gisteren naar Amsterdam, waar onze nicht woont. Met de trein, want parkeren is in haar woonomgeving, waar meer toeristen dan Amsterdammers rondlopen, onbegonnen werk. De trein is dan gewoon leuk en gemakkelijk, als ie op tijd is. Wat hij niet was, maar dat stoorde ons niet, omdat we een rekbare tijd hadden afgesproken.

Amsterdam ligt aardig open, ontdekten we, maar welke stad ligt dat in de zomermaanden niet? Ik dacht, dat ik als geboren Amsterdammer de weg wel wist, maar dat bleek niet zo te zijn. Ik heb jaren in de binnenstad van Amsterdam gewerkt en ze hebben geen straten verplaatst, heb ik me laten vertellen, maar het wou niet zo lukken allemaal. Na een paar keer toeristische bezoekers aangesproken te hebben, die ons vertwijfeld aankeken, zag ik een voor z’n deur zitttende bierdrinker, die er zo op z’n gemak uitzag, dat ik hem de weg wel kon vragen. “Rechtdoor en als je water tegenkomt is dat de gracht die je hebben moet”. Dat bleek ook zo te zijn, alleen zaten we bij de hoge nummers aan de verkeerde oneven kant, maar niettemin was het eind van ons rondje door De Jordaan in zicht.

Het was erg gezellig bij onze familie. Al die neven en nichten, die inmiddels het uiterlijk van hun ouders hadden aangenomen en achterneven van wie we het bestaan wel wisten, maar die we nooit hadden gezien. Herkenbare familietrekken. Het was enig. Ons nichtje had heel veel werk gemaakt van de catering en we leken met elkaar op een gegeven moment wel zo’n grote luidruchtige Italiaanse familie! En dat terwijl nog lang niet iedereen er was, het kan nog veel groter! Onze enige van de acht overgebleven tante was er ook. Zij wordt volgend jaar tachtig en het feest ter ere van dat feit ligt al “in de week”. Plaats en dag komen nog, maar het feest ligt vast !

Later op de avond scheidden zich de geesten, want er was voetbal! De mannen gingen naar boven om te kijken, veel geblèr bij elk doelpunt en drie was de moeite! Onderwijl namen de vrouwen de hele familie even door in het souterrain. Het was maar zó laat en de trein wacht niet. De wandeling terug naar het Centraal Station was beschamend kort en eenvoudig, nadat we op de heenweg zo hadden rondgezworven. Ik ben bang dat deze Amsterdammer dat nog lang zal moeten horen. Maar leuk, hoor, familiereunie na zoveel jaren! Dát zouden meer mensen moeten doen……..


Opening van zaken…..

mus(s)eeuw in de bocht...

Vanavond vielen we halverwege in een uitzending van Studio Sport, waar ze net bezig waren aan een item over het Belgische dorp van wielrenner Johan Museeuw, van wie ik niet weet of je zijn naam nu met dubbel “s” schrijft of met een enkele. Ik dacht het even na te kijken, omdat ik het op beide manieren geschreven had gezien en je wilt het toch goed doen. Ik heb toch al geen verstand van wielrennen. Dus óp naar de sportnieuwspagina van de NOS. Daar stond het met één “s”, maar ja, de verleden tijd van verrichten schreven ze ook met één “t” dus hoe betrouwbaar is dat dan?

Nou ja, het is een hele vervelende kwestie met Mus(s)eeuw, want het gaat over doping en hormoonpreparaten en zo en hij zou daar bij betrokken zijn. De man is de held van zijn dorp dus daar zijn de inwoners behoorlijk van slag. Als het zo is dus. Er werd met allerlei mensen gesproken en één van die gesprekken vond plaats met een meneer, staande voor een winkel. Op de deur van die zaak hing een bordje: “Open, wegens niet gesloten”.

In zo’n dorp kan toch helemaal niks aan de hand zijn? Ga toch fietsen…..! Komt best goed met die Belgen…..hoop ik.


Spelfouten……

wij doen 't in Dutch, hoor! Maar zo'n bord is het dus...

D’r was niks interessants op de tv gisteravond dus hebben we weer eens een Scrabbeltje gepleegd en ik heb nog twee keer gewonnen ook, toevallig! Met weinig overwicht overigens, want de puntentellingen schelen altijd maar zeer weinig. We zijn aan elkaar gewaagd, mijn ega en ik. Soms moet Van Dale er even aan te pas komen om te kijken of een woord eigenlijk wel bestaat om zaken even recht te zetten, want er lag zo mooi “zin” en toen wou hij beweren, dat “hazin” een vrouwelijke haas was. Hij kon er heel wat punten mee halen. “Het is toch ook “bazin”?”, zei hij. Logica van de kouwe grond natuurlijk en daar trappen wij mooi niet in!

Soms is het trouwens toch grappig om te merken, dat als een woord weinig voorkomt in je dagelijkse spreektaal en je het zeker nooit geschreven hebt gezien, wat een blind iemand toch wel eens overkomt, dat diegene een heel andere schrijfwijze vermoedt. Zo heeft het tot ons vierde kind geduurd, voordat mijn man doorhad, dat een “vroedvrouw” geen “wroetvrouw” was, wat toch een hele aardige en logische veronderstelling is!

We hebben het Scrabblespel in de braille-uitvoering. Het bord heeft verdiepte vakjes, waar de blokjes, voorzien van zwartschrift- én brailleletters, in vastliggen. Hij kan er overheen graaien zonder ze te verschuiven. Erg handig, zo’n verankering, ook als je niet blind bent.

Spellen zijn duur tegenwoordig, maar je wilt niet weten hoe duur aangepaste spellen zijn! Sommige worden niet eens meer gemaakt, omdat, hoewel het leuke spellen zijn, goed te doen voor kippige personen, diezelfde personen denken: “Ja, dág, ik heb mijn geld voor andere dingen nodig!”. Zo goed zit men veelal niet in z’n slappe was. En dan wordt zoiets niet goedkoper gemaakt, desnoods door een eenvoudiger uitvoering, nee, het gaat uit de handel. Er is geen belangstelling voor, zeggen fabrikanten dan. Nou ja, voor een “subsidiepotje” ten bate van zoiets hoef je nu bij De Geus helemaal niet meer aan te komen natuurlijk.

Wij proberen een spel zelf aan te passen en soms lukt dat aardig. Speelkaarten bijvoorbeeld kun je heel aardig brailleren. Alleen passen ze dan niet meer in hun doosje, maar daar zoek je dan maar iets anders voor. Wij hebben een doosje, waar Sonnema Beerenburg in heeft gezeten. Daar heeft pa dus al eerder erg veel plezier van gehad.

Triviant spelen we ook, maar meestal als koppel. Hij weet namelijk veel, die man. Alleen met de filmvragen wil het maar niet lukken…….


Offers…..

thuislaten is voordeliger.....

Nu de bezuinigingen het gesprek van de dag zijn verschijnt er nogal eens een artikel in de kranten met tips hoe je het allemaal wat zuiniger aan kunt pakken. Dure reclames van supermarkten, en waar dóen ze het van, zou je denken, doen hartstochtelijk hun best om je met “offers you can’t refuse” en bonussen, kortingbonnen en plakzegels zonder fratsen naar hun panden te lokken.

Een van de tips is dan ook, dat je, weer net als vroeger, van de ene winkel naar de andere moet fietsen (nee, niet met de auto natuurlijk!) om je voordeel overal weg te halen. Dat kost tijd, maar in de krant stond vandaag ook, dat Nederlanders de minste werkuren maken, dus je hebt tijd zat. Dat je het maar weet.

Wat ook veel geld scheelt is, dat je je kinderen thuis laat als je boodschappen gaat doen, want die verhogen je besteding doordat ze zaniken om van alles. Om tijd te besparen geven moeders en misschien ook wel vaders (!) daar dan aan toe. Zeggen ze. Moeten die kinderen wel van een leeftijd zijn dat je ze thuis kúnt laten, want anders is een oppas duurder en schiet je er nog niks mee op. Nog best veel werk, hè, bezuinigen?

Ik heb last van het tegendeel. Als vader en ik de boodschappen doen zegt hij nogal eens: “Heb je niet nodig, er is nog” of “nou, dat vind ik aardig aan de prijs!”en dan gaat het terug in het schap, want ik hou ‘m graag te vriend totdat ik weer eens alleen ga. Mijn zoon is meer het “mik-maar-in-de-kar”-type. Met hem ben ik duurder uit, dus het klópt wel, dat je je kinderen soms beter thuis kunt laten. Ik kan trouwens moeilijk oppas voor ‘m krijgen……