Te plak……

Het wordt tijd dat we vertrekken. Alles is ingepakt, staat klaar en de ballorigheid slaat toe. Mijn zoon laat zijn navigatiesysteem Fries praten. Ik wist niet eens dat dat kon. “Jim bint te plak”, zegt ’t ding en dat is helemaal niet zo. Dat is nog láng niet zo! Wales is heel erg ver weg en als alles meezit zijn we morgenmiddag om ’n uur of drie, vier pas “te plak”.

We hebben de huisbazin gebeld en die zei, dat het daar lovely weather was en dat ze ons morgen te plak de sleutel zal overhandigen van het huis dat voor een week het onze zal zijn.

Niet ver van waar we naar toe gaan ligt een dorp, dat in het Welsh “Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch” heet, hetgeen zoveel betekent als: “Sint Maria’s kerk in de holte van de witte hazelaar bij de snelle maalstroom en de kerk van Sint-Tysilio bij de rode grot”.

Nou, geef mij maar Fries…….tot later!


Trainspotting……..

Mijn man had vandaag een leuk klusje en ik mocht mee voor de handig-en gezelligheid. Een projectgroep is namelijk bezig om de infrastructuur in en rond alle Nederlandse NS-stations “in beeld” te brengen voor blinde en slechtziende reizigers, die dan via internet én op het desbetreffende station via hun mobieltje informatie kunnen opvragen over hoe zo’n stek in elkaar zit. Waar bijvoorbeeld de taxistandplaatsen zijn, het busstation, hoe de geleidelijnen lopen, als die er überhaupt zijn, hoeveel perrons er zijn , hoe ze genummerd zijn, wat voor obstakels er te verwachten zijn, mensen en fietsen in wisselende hoeveelheden niet meegerekend, en dat dan berekend van buiten naar binnen en omgekeerd.

Mijn echtvriend mocht die informatie aan den lijve gaan testen in Deventer, een station waar hij nog nooit was geweest. Dat kwam mooi uit, want dan ben je een prima proefkonijn. Hij moest wel weer wennen, want vroeger voor zijn werk een fervent treinreiziger, is hij tegenwoordig met een gepensioneerde ziende vrouw en een voor de deur staand automobiel knap verwend. Wie niet, zou ik willen zeggen.

Ik mocht mij er uiteraard van de twee druk schrijvende onderzoekers niet mee bemoeien en dat was nog lastig genoeg. Ten eerste omdat de mobiliteit van blinden en slechtzienden geen onbekende materie voor mij is en ook omdat die van mijn privéblinde geen geheimen heeft. Wij samen regelen e.e.a. al jaren met onopvallende kuchjes, vingerknipjes, armdrukjes, korte mededelingen zoals: stoep, links, rechts, óp,áf. Dat laatste klinkt honds, maar ik zeg het heus heel lief, hoor!

Nu was hij aan de heidenen overgeleverd, maar ondanks het onbekende terrein ging het heel goed. Ik liep mee en werd me zo weer eens bewust van wat mensen, die zich elke dag in zo’n omgeving moeten verplaatsen zonder gezichtsvermogen, allemaal aan “obstakels” tegenkomen. Want zo werden ze door de in het mobieltje verstopte wegwijzer genoemd: obstakels. En wat dat dan zijn: kaartjes- en frisdrankautomaten, bagagekluizen, bloemenstallen, reclameborden, etende mensen op banken en terrassen, opstapjes, afstapjes en vooral pilaren. In de stationshal van Deventer zijn er daar veel van. En op de perrons zijn ze nog eens van ijzer ook en gemeen vierkant.

Het eindpunt van de tocht was de stationsrestauratie waar de evaluatie plaatsvond. Beide partijen waren tevreden en hadden er iets aan gehad. De koude cola was trouwens ook zeer welkom. We namen afscheid, want we hoefden niet met de trein mee, vanwege ons Fordje dat buiten stond. We verwijderden ons op de ons bekende snelle wijze: hand op de schouder, links, trap af, gang, zoefdeur door, langs de bussen, auto in en vroemmm! Training van 45 jaar samen in de mobiliteit. Dat we gezegend zijn, vergeleken bij vele anderen, dat is zeker en daar zijn we ons zeer van bewust……


Weer….

Aanstaande zaterdag gaan we weer eens voor een weekje naar Engeland. Om precies te zijn: naar Wales. We hebben een huis gehuurd op het uiterste puntje van Anglesey iets buiten Holyhead. Grenzend aan een vogelreservaat en met uitzicht op de Ierse Zee. Je huurt zo’n huis vanaf een plaatje dus even kijken of dat allemaal klopt kun je niet, maar we hebben goede ervaringen met de organisatie die voor de huizen zorgt dus het lijkt me op voorhand geweldig. We hebben een vuurtoren als buurman.

Vanuit Holyhead vertrekt ook een veerboot naar Dublin dus wie weet verzeilen we daar ook nog ’n dagje.

We gaan met z’n zessen en er gaat een stel jongetjes mee voor wie ’n vliegtuig al niks nieuws meer is dus zal de overtocht per boot wel mooi zijn. We hebben een grote auto gehuurd waar we met z’n allen in kunnen en niet achter elkaar aan hoeven te rijden. Dat is gezelliger en we kunnen elkaar niet kwijtraken. Het is namelijk nog een knap eind van Harwich dwars door Engeland naar Wales. Maar we vertrekken al om voor half acht uit Hoek van Holland en zijn om een uur of 11 in Engeland, waar het dan 10 uur is. Dat hebben die Engelsen mooi geregeld. Dan hebben we de rest van de dag mooi de tijd, we kunnen toch pas aan het eind van de middag in het huis terecht. We gaan ook uitkijken naar kastelen, die hebben ze daar voldoende en de jongens zijn wel van de ridders, harnassen en zwaarden. Dat komt helemaal goed.

Nou, voorlopig gaat deze vrouw maar eens ’n koffer klaarzetten, waar ze gedurende de week van alles in kan mikken, dat beslist niet vergeten mag worden. Met deze warmte kun je je trage en verweekte hersenen minder vertrouwen.

Al lijkt het nu niet nodig, ik zal toch ook maar ’n beetje rekening houden met regen. Het weer in Wales is misschien ook wat minder te vertrouwen, hoewel de weerkaart er wel aardig uitziet. We houden via de satellietschotel de weermannen en weervrouwen aller landen nauwlettend in de gaten. Die programma’s zien er trouwens overal hetzelfde uit. Wolkjes, bliksemschichten, regendruppels en veel zon, een gebarend persoon, die constant de weerkaart in beeld in de weg staat en heen en weer staat te huppen. Maar ja, we merken het wel weer, het weer, al regent het cats and dogs, ik heb er zin in……!


Servicebeurt…..

Tenniswedstrijden vind ik leuk om te zien en soms zijn ze knap spannend. Maar toch zou ik graag willen, dat de wereldtennisbond een regeltje verzon om een eind te maken aan dat gekreun tijdens een wedstrijd. Ik erger me zo aan de dierlijke geluiden die veel spelers maken bij het op – of terugslaan van de bal. Een tennisbal, al zou je anders vermoeden. Hoe leuk ik het ook voor mijn blinde echtgenoot vind, dat hij zich een beetje aardig kan inleven in een match op die manier.

Vorige week zag ik een Azatisch speelstertje, ’n Chinese dacht ik, die zonder hoorbaar stemgeluid fantastisch partij gaf. Het zal dus ook wel in de genen zitten, dat gekreun, of in het ras of de landsaard. In ieder geval klonk het heel beschaafd alleen maar dat “tak-tak” van de bal en dan de kakstem van de referee erbij, keurig! Dan bewaren ze die andere geluiden toch gewoon voor emotionelere momenten? Zonder publiek?

Dat languit gaan liggen in dat smerige rooie gravel, als ze gewonnen hebben, vind ik dan wel weer een aardig gezicht. Hoewel ik dan ook wel weer denk: zeg, denk je ook even aan je moeder of je vrouw, die dat allemaal weer moet wassen? En grasvlekken gaan er ook al zo moeilijk uit……..


Hersenkronkel…..

Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik niks met cijfers heb. Ik kan aardig rekenen, vooral ten aanzien van mijn portemonnee, maar dat is toch op een ander niveau dan waarop bijvoorbeeld mijn vader zich bewoog, die accountant was. Daar heb ik dus niets van meegekregen. Belastingaangiftes, om maar iets te noemen, zijn niet aan mij besteed en daar heb ik mijn mensen voor. Overigens wel zeer naaste familie, de cijfergenen hebben gewoon een generatie overgeslagen.

Daarom verbaast het mij zo, dat ik helemaal gek ben van een soort cijferpuzzel, die je vandaag de dag overal tegenkomt: de Sudoku. Ze staan dagelijks in elke krant, die puzzeltjes, in weekbladen, in de tv -gids, in reclameblaadjes. De vorm is natuurlijk ook lekker qua bladvulling. En ik neem zelfs de moeite om een schaar te pakken en ze er uit te knippen. Dan ben je toch behoorlijk bezeten, waar of niet?

Het probleem is wel, dat ik er nog niet zo bedreven in ben. Er gaat er wel eens een goed, hoor, en dan ben ik zeer tevreden, maar hoe ik dan tot dat resultaat gekomen ben, daar heb ik geen idee meer van. Er zit natuurlijk een systeem in, dat weet ik zeker, maar steeds als ik denk, dat ik op de goede weg ben blijken er ineens cijfers verkeerd ingevuld en heb ik dus iets fout gedaan. Een systeem om na te gaan wáár ik dan de mist ben ingegaan heb ik nog niet kunnen ontdekken.

Ik krijg dan toch behoorlijk de pest in en zet woest een kruis door de hele puzzel en ga iets nuttigs doen, maar dat schiet systematisch gezien dus niet op. Maar het intrigeert me steeds weer! Dat is toch gèk voor iemand die niks met cijfers heeft…..?


Koen……

We hebben een kleinzoon van drie, die z’n naam eer aandoet. Hij heet Koen en is voor de duvel niet bang. ’n Bulldozertje, maar wel een van het teerhartige soort. Hij kan, samen met z’n broertje, tijdenlang kijken hoe miertjes aan het rondlopen zijn zonder ze in de weg te zitten, hij zal er zijn voet niet op zetten. Dan heb je oog voor het kleine.

Hij houdt er van zo nu en dan eens lekker hard te schreeuwen. Gewoon voor de lol. Dat vinden z’n ouders te lawaaiig en dan zetten ze ‘m op de trap om af te koelen. Moet ie even “sorry” zeggen en dan is het weer voorbij. Hij heeft ook ’n goed gevoel voor humor, je kunt enorm met ‘m lachen.

Zondag j.l. hadden zijn ouders een feestje en kwam oma oppassen. Dat vinden de jochies gelukkig leuk en we hebben altijd veel plezier. We bakken pannenkoeken, we spelen van alles en we vermaken ons uitstekend. Koen was buiten aan het schommelen. Dat doet ie liggend op z’n buik over het plankje, want als hij zit moet iemand hem duwen en daar heeft niet iedereen zin in en bovendien houdt hij zich nog niet betrouwbaar vast aan de touwen.

Maar dat buikschommelen doet hij dan wel “op z’n Koens”. Hóóg dus! En ik had dan ook de kriebels dat hij óver het plankje zou kukelen. “Koen, niet zo hoog!”, zei ik “straks moeten we nog naar het ziekenhuis”. “O, leuk”, zei Koen “mag ik dan ook mee?”. Kijk, dat soort humor bedoel ik………


Brandhout…….

Er is dezer dagen een reclamespot op tv over een op te spuiten brandwondenmiddel. Er worden verschillende situaties getoond, waarin kinderen brandwonden zouden kunnen oplopen.

Bijvoorbeeld: een vrouw staat te strijken met een losliggend snoer over de vloer, kind struikelt erover en ze kan nog nèt de strijkbout grijpen. Vader is gezellig met z’n motor aan het klooien, er is een hete uitlaat en het kind holt tussen de vader en zijn motor door en ja, hoor, het gaat nog nèt goed. Een moeder staat te koken, kind komt langs en legt bijna z’n hand op de in bedrijf zijnde brander en ook dat gaat nog nèt goed.

Hoewel ik de betreffende kindertjes stijf zou schelden, zodat ze voorlopig uit mijn buurt bleven, ben ik blij dat het allemaal goed is afgelopen. Zo ben ik dan ook wel weer. Ik had vroeger een vriendin, die haar kleuters bij de hand nam en het handje even tegen de hete kachel, toen nog prominent aanwezig, hield en zei: “Zo, dat weten ze dan. Dat ding is héét!”. Zo spartaans ging het bij ons niet en ik was dan ook behoorlijk geschokt toen ik ervan hoorde. En brandwonden heb ik evengoed nooit hoeven behandelen.

Maar wat mij irriteert aan die reclame is de zin: “Een slimme moeder is voorbereid en heeft Bepanthen in huis”. Je bent in mijn ogen een slimme ouder als je zorgt dat dergelijke situaties zich niet voordoen! Maar dat zal wel een ouderwetse gedachte zijn. Bepanthen zal prima spul zijn, daar twijfel ik niet aan en ’n ongeluk zit in een klein hoekje, dat weet ik ook, maar een spuitbusje voor je schuldgevoel helpt echt niet. Dat gevoel kun je beter vóór zijn. Veel plezier bij de barbecue……..!


K…..

Mijn kleinzoon van zes begint, nu hij wat groter wordt en op school zo het een en ander opvangt, zich te bedienen van wat stoere praat. Meestal weet zijn moeder dat prima te negeren, wat mij ook een goede methode lijkt, opvoedkundig gezien.

Maar zo nu en dan komt er wel eens ’n woord langs, dat een wat directere aanpak vereist. Zo had hij het in de auto op weg naar huis over iets dat k** was. “Ik wil dat k-woord niét meer horen!”, riep z’n moeder. “K-woord?”, vroeg haar zoon, “mag ik geen k-woord meer zeggen?”. “Nee”, zei ma, “k-woorden zijn niet netjes!”.

“Oh, maar mag ik dan straks nog wel een boterham met kaas?”. Wij vonden ‘m wel leuk….!


Róód…..!

Ja, natuurlijk was het een stomme reactie van Zidane, want hij had zich moeten beheersen. Als je als sportief bekend staat als voetballer, je laatste grote wedstrijd speelt en dan onder het toeziend oog van de hele wereld een kopstoot uitdeelt, die er niet om liegt, ben je niet echt handig bezig.

Maar niemand, ook de scheidsrechter niet, heeft gehoord wat die Italiaan tegen hem zei. Naar verluidt schijnt dat iets beledigends te zijn geweest over zijn moeder of zijn zuster en dan kun je wel zo ongeveer nagaan in welke richting zo’n opmerking gaat.

Eigenlijk zouden verbale overtredingen ook moeten kunnen worden bestraft met een rode kaart. Praktisch gezien onmogelijk natuurlijk, ze hebben al moeite genoeg met het juist vaststellen via beeldschermpjes van schwalbes, slidings, al dan niet doelpunten en buitenspelletjes, dus ook nog eens weten wat al die lui tegen mekaar zeggen is niet te doen. En woorden veroorzaken geen zichtbare blessures. Misschien is een flink stel taalkundig goed onderlegde en officieel door de FIFA beëdigde liplezers rond het veld een idee.

Je hoort nogal eens beweren, vooral tegen kinderen, “schelden doet geen zeer”. Nou, mooi wel! Kijk maar eens naar kinderen die op school worden gepest en daar fysiek niets tegenover kunnen stellen. Zoals Zizou dat dus wel kan. Hé, hij houdt toch op met voetballen? Kan ie mooi workshopjes gaan geven…….


Blindvaren op Albert Heijn……

Op de voorpagina van de zondagse aflevering van de krant stond een verhaal over een blind echtpaar, dat geen boodschappen meer mag doen bij Albert Heijn. Of nou ja, geen winkelverbod of zo, maar ze worden niet meer geholpen bij het verzamelen van hun aankopen. Kost te veel tijd, mankracht en dus geld.Het is, ondersteund door een foto van het stel met hun twee geleidehonden en een uiteraard leeg AH-winkelwagentje, een ziélig verhaal.

Ik krijg daar een beetje de kriebels van. En vraag me af: is een winkelier verplicht om al de gehandicapte klanten in zijn zaak van persoonlijke begeleiding te voorzien? Lijkt me niet. De chef van het betreffende filiaal wil dan ook geen precedent scheppen en dat kan ik me wel voorstellen eigenlijk. Bovendien, dat gedoe met die wuppies moet uit de lengte of uit de breedte.

Klantvriendelijkheid hoort in een winkel voorop te staan, vind ik ook,maar het heeft wel grenzen. Als je hulp nodig hebt bij het boodschappen doen, zul je daar toch ook zelf wat aan moeten doen. Ik ken mensen, die dat goed hebben geregeld met een vrijwilliger of familie.

Nou weet ik wel, dat er omstandigheden kunnen zijn, die wat moeilijk liggen en als je allebei blind bent kom je uiteraard het een en ander tegen, maar dan nóg zou ik de krant niet willen halen met een zielig verhaal en mijn zaakjes zelf willen regelen. Albert Heijn krijgt nu de zwarte piet als klantonvriendelijke winkel, terwijl ze een bezorgdienst hebben, die het tot in de keuken brengt als je je boodschappenlijst mailt of faxt. Dat kunnen de blinden van de krantenfoto prima, dat weet ik toevallig.

Ik krijg nu waarschijnlijk de hele blindenwereld over me heen, want het moet betaald worden, zo’n bezorging, maar kom jongens, braille versturen is nog steeds gratis……………………!

*** Eerlijkheidshalve een updeetje: het schijnt dat de website van Albert niet zo makkelijk te navigeren is wat betreft boodschappenlijstjes. Die moet je invullen en kun je niet zelf maken. Dat is natuurlijk wel lastig als blinde, maar wellicht is er iets te regelen. Het bezorgen kost op een “toptijd”, zaterdags bijvoorbeeld, € 6,75. Kan het ook op maandagmiddag of zo dan betaal je zo’n € 4,50.