Gewist……

Wij hebben zo’n vloerwisser van het merk Glassex. Daar zit een fles schoonmaakmiddel in en aan de onderkant moet er een soort vliesdoekje omheen geschoven worden. Met de handle bovenaan dosseer je het schoonmaakmiddel en wij vinden het een handig ding en gebruiken ‘m al een hele tijd.

Ik had echter op tijd bij Blokker de hele voorraad passende vliesdoekjes moeten opkopen, want het ding blijkt uit de handel te zijn genomen. In de winkel zeiden ze iets van ‘jammer, maar helaas’. En inderdaad nergens meer te krijgen. Ze zouden toch eigenlijk moeten waarschuwen als ze zoiets van plan zijn, want mijn hele schoonmaakstrategie ligt ondersteboven.

Natuurlijk, je kunt ter plekke een veel duurdere Leifheitwisser kopen, maar daar heb ik eigenlijk helemaal geen zin in! Moet ik het nog goeie apparaat dat ik thuis heb gewoon maar weggooien dan? Ik was best ’n beetje boos.

De mevrouw van Blokker adviseerde me hun eigen merk losse doekjes van 20 voor één euro.”Probeer het nou eerst daar eens mee”, zei ze sussend, “en dat flesje, dat er in zit kun je toch navullen met wat je maar wilt? Daar hoeft echt geen Glassex in, hoor!”. Echt een mens van de praktijk. Ze had helemaal gelijk. Je moet die doekjes er goed tussenklemmen en dan lukt het eigenlijk best. Dat had ik ook zelf kunnen bedenken. Ik blijf het een rotstreek vinden van Glassex en ik boycot ze ook vanaf nu……..


De zorgzame samenleving…..

Op haar weblog plaatste Elisa van Misdruk een Volkskrantfoto, waarop je kunt zien hoe de kersverse ministers bezorgd toekijken, en zelfs een hand op haar rug leggen, als Beatrix zich na de fotosessie op het bordes van Huis ten Bosch omdraait om weer de trap op te gaan. Het is ook goed, hoor, dat er op haar gelet wordt na die knieoperatie en zo. Je hebt maar zó weer iets verdraaid en dan is ze opnieuw maanden uit de running. Ze is net een profvoetballer eigenlijk, ook duur betaald.

Maar het is ook, omdat ze op leeftijd is. ’n Ouwetje waar ’n beetje op gelet moet worden. Ik merk dat ook, terwijl ik voor mijn gevoel toch aardig vlot rondstap elke dag. Goed, ik laat de kleinzonen, als we aan tafel met bouwstenen aan de gang zijn, zélf de gevallen blokjes oprapen, omdat ik ’t wat handiger vind niet op mijn knieën onder de tafel te hoeven, maar daar zit ook iets opvoedkundigs in. Gelukkig.

Maar dat de dokter laatst, toen ik bij hem was en er sneeuw lag, (die éne dag, weet je nog?) tegen me zei “Bent u wel voorzichtig buiten?”, terwijl een val hem toch extra klandizie zou hebben opgeleverd, toen vroeg ik me wel af of hij dat ook tegen die jonge knul zou zeggen, die na mij in de wachtkamer zat. Hij weet natuurlijk mijn leeftijd, die had ie op dat ogenblik zelfs op z’n computerscherm, maar toch. Het is even wennen, zo’n handje op je rug. Maar wel lief, hoor, mede namens de koningin: dank je wel………


Truus en Els, een paar apart……..

Gisteren waren we een dagje naar Rotterdam. Omdat ik daar de weg niet weet vraag ik onze navigatie-Truus in de auto nederig of ze me de weg wil wijzen. En dat wil ze wel. Als ik alle gegevens, waar ze om vraagt, netjes invul tenminste. Dus vertel ik haar eerst dat ik naar een bestemming in Nederland wil, dan naar welke plaats, daarna in welke straat onze jarige kennis woont, z’n huisnummer zoeken we dan wel zelf op als we d’r eenmaal zijn en dan wil Truus alleen nog weten of we de snelle, toeristische of de kortste route willen. Nou, Rotterdam is een heel eind bij ons vandaan dus de snelle route lijkt ons wel wat.

Oké. Truus heeft alles opgeslagen en zegt dat ik mag wegrijden. Wat ze niét vertelt en dat een hele tijd later pas blijkt is dat ze niet de ingegeven straatnaam heeft opgeslagen, maar de straatnaam die in haar systeem ná de straat van mijn keuze komt. Mijn hele familie zegt dat ik het wel verkeerd ingevoerd zal hebben, maar dat ontkennen is vechten tegen de bierkaai.

Enfin, tot Rotterdam gaat het natuurlijk goed. Maar, zoals bekend, is Rotterdam een grote stad. Bospolder is niet hetzelfde als Bosporus. Dat scheelt zo’n kilometer of veertig. We hebben zodoende inmiddels de hele Maasvlakte, windmolens, terminals en alle havens gezien en ik ben dan ook zeer onder de indruk van industrieel Rotterdam. Het is goed om je daar als provinciaal eens in te verdiepen. Dáár klopt het hart van Nederland, mensen! Wij zitten hier tussen al die bomen maar een beetje te suffen. Er groeien niet voor niks geen bomen op die kale vlakte daar. Dat leidt maar af, al die bossen.

Maar het is, gezien de omgeving, dus wel duidelijk dat we onze jarige vriend niet zullen vinden op deze manier. We moeten terug. Ik geef Truus in overweging om het nog eens te proberen. “Keren, alstublieft!”, zegt ze beleefd. We zijn het daar dus over eens en nu komen we ook goed uit. Niet via de snelste route, zeker niet de kortste, maar hartstikke toeristisch! En wat is zo’n mobiele telefoon hándig om te vertellen, dat je ’n pietsie later komt…..!


Mobilisatie…….

Onze zoon Lars heeft een nieuwe foon. Dat is het woord: foon. Ik erfde vandaag zijn oude. Meestal gaan erfenissen van ouder naar jonger, maar nu dan even andersom. Ik moet me nog even ‘ergens’ aanmelden, maar dan ben ik een moderne mobiel bereikbare oma. En vind ik dat leuk? Ja, dat vind ik leuk.

Ik kreeg vanmiddag een snelcursus mobieliteit en de opdracht flink te studeren en te oefenen. Ik zat bij de uitleg dan ook met een blocnote op schoot en heb van alles opgeschreven, want het zal me toch niet gebeuren dat ik later nog dingen moet navragen. Dan val ik meteen door de mand natuurlijk.

Ik weet in ieder geval al wel hoe ik moet bellen en hoe ik een gesprek moet aannemen. De basishandelingen zijn geregeld. Lars heeft bij het schoonmaken van zijn telefoon z’n zeer lange telefoonlijst er uit gehaald, maar tot mijn genoegen de namen van de mensen die we gezamenlijk kennen alvast laten staan. En ik weet wat ik moet doen om er zelf ook een indrukwekkende lijst namen van te maken. Ik ga ook iedereen mijn 06-nummer doorgeven, want ik wil wel gebeld worden natuurlijk.

Er zit een zeer beschaafde beltoon in de telefoon, maar dat had ik ook niet anders verwacht van Lars. Z’n zus is een fan van Rammstein en dat is te horen als haar telefoon gaat.Zij verandert de ringtone nogal eens. Je weet bij haar altijd wanneer Sinterklaas weer in het land is of kerstmis in aantocht. Gezellig, hoor, maar zulke fratsen zal ik niet uithalen, dat weet ik nu al.

Je kunt ook foto’s maken met mijn foon. Volgens Lars valt de kwaliteit wat tegen, maar dat het kán, ik vind het zonder meer een mirakel. Sms-en heb ik ook geleerd. Ik weet hoe het moet, maar of ik het ooit fanatiek zal gaan doen, weet ik nog niet. Ik moet zo vreselijk aan de X-factor denken en zo. Ik wil best hip doen, maar laat me eerst maar even. Die kleine toetsjes, waarvan ik het idee heb, dat ik er met mijn echt niet dikke vingers drie tegelijk raak, ik moet er aan wennen. Maar eigenlijk lukt ’t al best aardig. Nou ja, oefening baart kunst. Hij is opgeladen, mijn mobiel. Nu ik nog…….


Handboek…….

In onze boekenkast boven staat een rijtje in ooit modern wit, kunstleer gebonden boeken, nu vergeeld en genaamd de “Baedeker van de Huisvrouw”. Toen wij in 1961 trouwden schreef ik in op deze vraagbaakserie in de hoop dat zulks een gunstige invloed zou hebben op mijn huishoudelijke kwaliteiten. Ook mijn nieuwbakken echtgenoot hoopte daar de vruchten van te plukken en vond het toen, ondanks wat krapte, niet zonde van het geld.

Ik zag gisteravond bij “De Wereld Draait Door” een aantal vrouwen, dat vond dat er weer behoefte was aan een handboek voor de moderne vrouw. En ik kreeg ter plekke dus een déjà vu. Maar ze deden er nogal lacherig over, de dames, en konden eigenlijk de beweegredenen voor zo’n uitgave niet echt duidelijk maken. Ze gaven de indruk, dat zijzelf in ieder geval zo’n boek niet nodig hadden, zij wisten het allemaal wel. Ze brachten de aanwezige mannen daardoor behoorlijk in de war. Het was een gesprek van niks.

Nee, dan mijn Baedeker. Die kon het destijds niet met één boek af. Er zijn achttien delen. Met titels als “Huishouden op rolletjes”, waar in stond, dat je dienstmeisje toch vooral een eigen plekje moest hebben in de keuken met een gezellig kleedje over haar keukentafeltje en dat je op tijd haar rentezegels moest plakken, “Goed Huis, Goed Thuis” was er ook een en die ging over het feit, dat je thuis moest zijn als de kinderen uit school kwamen, want dan konden ze hun verhaal kwijt bij de de thee en daarna lekker gezond naar buiten om te ravotten, “De Weg Tot Het Hart”, dat waren twee kookboeken, bestemd om je man te vriend te houden, maar ook “Het Rijk Alleen”. Dat ging over hoe alleenstaande werkende vrouwen hun huishouden het best konden inrichten en was dus behoorlijk vooruitstrevend.

Ik moet zeggen, dat ik niet dagelijks met de Baedeker op schoot zat. Er was een handige vlekkenlijst, die ik nogal eens nodig had. Ik kwam wel eens een raar beest tegen ergens in huis en keek dan onder het kopje ‘ongedierte’ en daar heb ik ook veel van geleerd. Verder was het aardig om te lezen dat je eigenlijk 12 van dít en 12 van dát in je linnenkast moest hebben als ‘uitzet’, maar verder dan 12 washandjes ben ik nooit gekomen. Met ‘genoeg’ van het noodzakelijke ging het ook best.

Wij hebben de boekenkasten niet meer in de woonkamer staan vanwege de omvang van het boekenbestand, maar destijds stond het wel leuk, zo’n serie. Net alsof we ze voor de decoratie hadden, zoals ik wel eens heb gehoord dat mensen boeken kopen. Per meter. Mijn boeken vormen een leuk ouderwets tijdsbeeld over huishouden en gezin. Hé, ’n ideetje: zal ik ze cadeau doen aan Rouvoet…………?


Op visite in het torentje…….

Iemand moet het doen, dat weet ik ook wel, maar als ik van die kreten hoor als : “Een jongensdroom gaat in vervulling!” en “Ik ben heel gelukkig!” dan vraag ik me af of het lándsbelang voorop staat of dat het toch het gestreelde ego is, dat onze nieuwe ministersploeg zo blij maakt.

Ik ben zelf trouwens ook heel blij, hoor. Dat Sharon Dijksma ‘maar’ staatssecretaris is geworden. Ik vond de manier waarop deze dame, al is ze van mijn partij, bezig was zichzelf te promoten overal, behoorlijk gênant. Dat zal wel zo moeten als je in de politiek zit, maar zoals zij op twee paarden aan het wedden was: ze wou wel fractievoorzitter worden, maar minister worden wou ze het allergraagst.

Nou ja, na zoveel jaar Tweede Kamerolifantje (foei, Els, je mag iemand toch niet beoordelen op z’n voorkomen, zeg!) nu dan staatssecretaris. Ook mooi. Ik heb zelfs soms het idee, dat een staatssecretaris meer in de melk te brokkelen heeft dan de betreffende minister. Hoe dat komt weet ik ook niet, maar ik heb dan ook geen verstand van politiek.

Alleen maar van wie ik leuk vind en wie niet. Dat is geen goede manier om naar de politiek te kijken en dat dient ook niet het landsbelang. Maar Gúúsje! Alleen de naam klinkt al gezellig! Ik vind het een leuk mens en ze vond het een ‘eer’ dat ze minister werd. Kijk, geen meisjesdroom, maar een éér. Zo hoort het eigenlijk. Daar nemen we maar een slok op……..


Au……

We zagen of liever hoorden gisteravond een flardje van het lied, dat gekozen is als vertegenwoordiging bij het Eurovisie Songfestival. Laat ik voorop stellen, dat ik Edsilia Rombley geen slechte zangeres vind. Ze heeft wel wat. Maar zou er alsjeblieft een logopedist bij haar langs kunnen gaan om haar een behoorlijke “au”, “ei” en “ee” aan te leren? Buitenlanders die haar aanhoren (als ze het haalt tenminste in de voorronde, want zoveel soeps vond ik het liedje nou ook weer niet) zullen er geen last van hebben van dat Amsterdamse accent, maar ik vind het vreselijk klinken.

Dan maar in het Engels, denk ik dan. Maar er gaan juist stemmen op om iedereen in z’n landstaal te laten zingen dus dat schiet niet op. Ik ben een Amsterdammer van geboorte dus ik heb helemaal geen hekel aan ’n Amsterdams accent op zich en dat maakt me wellicht wat minder verdacht, maar “ik hauw van jauw”….zó lelijk!….


Beurs….

De Huishoudbeurs heeft als thema ‘stout’ dit jaar. Dat gaat ze bezoekers schelen, denk ik. Ik vind het, net als vele anderen, las ik, een raar woord en een raar thema. Plus een reden om er dus niet naar toe te gaan, maar dat is ook persoonlijk. Ik heb namelijk niet zulke goede herinneringen aan de Huishoudbeurs.

Ik heb een poos op de ADL-afdeling gewerkt van het revalidatiecentrum waar ik een paar decennia werkend heb doorgebracht. Ik was daar, behalve de laatste tien jaar toen ik een vaste aanstelling en een vaste plek had, Haarlemmer Olie. Op diverse plaatsen in de instelling waar mensen met vakantie waren, ziekte of andersoortige kommer of kwel hadden, werd ik ingezet om een en ander op te vangen. Ik vond dat leuk, afwisselend en het was ook best dankbaar werk om uren in te vullen, die anders waren uitgevallen. Maar ja, státus had dat natuurlijk niet. Je bent vervanger van de échte werknemer. Op de afdeling ADL, waar Activiteiten Dagelijks Leven met de mensen worden geoefend en/of aangeleerd, werkten afgestudeerde ergotherapeuten, zó van school, met weinig ervaring, maar wel met een diploma. Terwijl ik wel veel ervaring had, maar geen diploma. Wel andere, maar dat deed er even niet toe. Het waren allemaal aardige meiden, maar toch bungelde ik er een beetje bij als invalster. Logisch, maar wel lastig, want het vóelde niet zo leuk.

Op een dag werd door de dames besloten dat een bezoek aan de Huishoudbeurs zeer zou bijdragen aan de deskundigheidsbevordering en de directie werd om toestemming gevraagd. Dat ging wel het een en ander kosten aan trein-, toegangs-, en verblijfkosten en de vraag kwam dus naar voren of het niet handiger zou zijn, uit bezuinigingsoverwegingen, om mij thuis te laten. Er werd zelfs over vergaderd, zonder mij trouwens, en toen vonden ze het toch zielig en ik mocht mee.

Tóen had ik de ‘stoute’ schoenen aan moeten hebben en moeten zeggen, dat ik helemaal niet mee wílde, maar ach, de baas betaalde, ik wou Amsterdam wel weer es zien en zoals gezegd, het waren aardige meiden. Ik rekende dan ook op een gezellige dag. Over het algemeen werd het dat ook wel, maar aangekomen op de beurs bleek, dat de meisjes hadden afgesproken twee aan twee over de beurs te gaan, gewapend met blocnotes, om hun deskundigheid te laten bevorderen. Omdat we met een oneven aantal waren bleef ik alleen over, had geen zin om als derde wiel ( het is toch eigenlijk vijfde wiel? nou ja…) aan de wagen te fungeren dus ik startte mijn beurstocht alleen. Heb veel gezien, veel zin en onzin, demonstraties bijgewoond, folders verzameld, allemaal voor het goeie doel. Er was een plek en tijd afgesproken om weer te verzamelen, want later dan kwart over vijf wilden ze niet weg. Werktijd is werktijd.

Maar sinds die dag heb ik eigenlijk een gloeiende hekel aan zelfs het wóórd Huishoudbeurs. Het is al lang geleden, die ervaring, maar ik krijg er nog steeds een ontheemd, beurs gevoel bij en dat is eigenlijk best wel stom…….


Recht zo die gaat…….

’t Sneeuwt! Leuk! Voor de kinderen ook. Moet ’t wel even blijven liggen natuurlijk en dat heeft Gerrit Hiemstra eigenlijk niet beloofd. Maar ja, vandaag hebben we dan toch sneeuw! Ik wandelde vanmiddag door de ongerepte sneeuw naar mijn afspraak met de dokter. Die woont heel luxe op loopafstand bij ons om de hoek. Ik moest toch adequate sneeuwschoenen aan al was het dichtbij en daar liep ik, in een prachtige stille witte wereld. Heerlijk, vooral vanwege dat ongerepte, want dat blijft het niet zolang in een stad. Maar vanwege het weeralarm, hartelijk dank, en de kinderen die nog op school waren, was het rustig op straat.

Het ging goed met de dokter, zei hij, en dat blijft het met mij ook gaan. Dat stellen we van tijd tot tijd even vast met z’n tweeën En toen ik na tien minuten op mijn schreden terugkeerde en mijn voetstap nog steeds de enige afdruk was in de sneeuw en nog niet dichtgesneeuwd, kon ik vaststellen, dat mijn sneeuwschoenen profielen hebben, die in een winterband niet zouden misstaan en dat ik mijn voeten eigenlijk best netjes recht neerzet. Dat kun je als ’t sneeuwt eens even mooi nagaan. Links een kleine afwijking naar links. Nou ja, dat kan wel kloppen……..


Koudwatervrees…..?

Privacy, heeft dat woord nog betekenis? Als ik ergens moest invullen hoe ik heet, waar ik woon en óók nog mijn telefoonnummer, geboortedatum en e-mailadres, dan had ik de neiging om dat heel recalcitrant niét te doen. Ja, ze mogen weten waar ik woon, want dat is wel handig als je iets thuisbezorgd wilt krijgen, maar verdere informatie vond ik volstrekt onnodig. Maar ik kom steeds meer tot de ontdekking, dat iedereen al van álles van mij weet. Als je denkt, dat je, doordat je de gegevens niet zelf verstrekt, anoniem door het leven gaat, blijkt dat behoorlijk naïef te zijn.

Mijn auto staat geregistreerd, ik dus ook. Ik ben wel eens in het ziekenhuis geweest, dus ook daar ben ik tot op het bot bekend. Bij de apotheek herkennen ze me niet aan mijn gezicht, maar aan mijn verjaardag. Tap, tap, tap….en daar sta je in volle glorie op het scherm. Nou vind ik dat ten aanzien van medisch gerelateerde gegevens niet zo erg, want het lijkt aardig dat ze je geen verkeerde behandelingen laten ondergaan. Je linkerbeen afzagen als het je rechter moet zijn of je vergiftigen met het onjuiste medicijn. Maar verder vind ik het wel een beetje eng worden, hoor.

Ik hoorde al, dat men de providers wil gaan verplichten om hun klanten het bezoek aan bepaalde sites, die de overheid onwelgevallig zijn, op welk gebied dan ook, waarschijnlijk door diezelfde overheid te bepalen, onmogelijk te maken door blokkades. Nou bezoek ik alleen maar onschuldige borduurpatronenwebsites voor bejaarden en zo, ha, ha!, en die zullen ze me niet verbieden, maar ik volg wel eens linkjes van mijn zonen en hoe gevaarlijk is dat? Ze gaan sowieso in de gaten houden wat je uitspookt op het www. Big Brother is je aan het watchen, hoor, en dat zal steeds erger worden. Ik vind dat erg griezelig.

En nou heb ik me ook nog ingelaten met DigiD! Voor mijn eigen gemak, zeggen ze. Ik kan nu gebruik maken van allerlei overheidsdiensten, zeggen ze. In de begeleidende brief bij mijn inlogcode staat wel, dat ze me nóóit zullen vragen naar mijn gebruikersnaam of wachtwoord. Daar kan ik van verzekerd zijn. Vanwege de privacy. Of ze weten ‘m al…..tap, tap, tap…….