Dubbel….

In de Wereld Draait Door hebben ze altijd zo’n serie opmerkelijke opnames uit andere televisieprogramma’s. Doorgaans zijn dat hele vermakelijke bloopers of versprekingen, die je in het betreffende programma niet eens zijn opgevallen. En dubbelzinnigheden zijn natuurlijk ‘je van het’.

Zo scheen er vorige week een planeet of meteoriet of zo op weg te zijn naar de aarde of in ieder geval akelig dicht langs ons te komen. Men interviewde een deskundige en wat zei die man, die het graag aanschouwelijk wilde uitleggen aan de hand van een paar ronde knikkers: “Ik heb vanmorgen even aan de knikkerdoos van mijn dochter gezeten…” en deze uitspraak werd er natúúrlijk uitgelicht.

En Matthijs van Nieuwkerk gaat dan zo ranzig lachend zitten kijken, zo van : “Nou, nou, wat zegt die man dáár nou toch….!”. Ik ergerde me dood, echt. Je kunt tegenwoordig weinig meer zeggen of er wordt dubbelzinnig op gereageerd.

Ik heb les gegeven in het vak textiele werkvormen, naailes o.a. Nou, dat woord durfden we haast niet meer te gebruiken. Werken met naald en draad werd dat. Of ‘kniples’. Want wat je knipte moest ook in elkaar genaaid, logisch gelukkig.

Maar ik vind het soms een vervelend verschijnsel en ik heb heus wel gevoel voor humor, hoor. Enfin, nog een geluk dat die meteorietenman het niet over een zoon had, want als hij aan diens zak met knikkers had gezeten, was het leed natuurlijk niet te overzien geweest, qua humor dan…….


Gezaag…..

Getsie, wat is het toch lastig als je licht sentimenteel bent aangelegd! Hoe dat zo? Nou, mijn man is achter het huis bezig spullen te verzagen en daar wil ik niet bij zijn. Het gaat om een paar kinderstoeltjes met biezen zittinkjes, waar onze vier kinderen veel plezier van en mee hebben gehad vroeger. Er zijn heel wat foto’s waar de stoeltjes op staan.

We hebben ze bewaard en nog eens bewaard, verhuisd en nog eens verhuisd, ze stonden jaren op zolder totdat ze in het laatste stadium van een opruimsessie in de schuur verzeilden.

We vonden ze al veel te krakkemikkig voor de kleinkinderen, maar ze zagen er nog zo leuk uit en nou ja, die kinderen van ons zaten er gevoelsmatig nog aan vast. Maar in de schuur zijn de biezen zittingen door het vocht nog eens gaan schimmelen ook dus mijn praktische echtgenoot zei: “Ik zaag ze in stukken, dan kunnen ze in de container.”

De reden dat ik nu hier zit is dat ik dat niet wil zien. Eenmaal in die grijze bak zal ik er geen last meer van hebben, want het is natuurlijk ook iets uit ons grijs verleden, dat die kindertjes met die stoeltjes liepen te slepen. Dan zetten ze ze achter elkaar, want dan moest het een auto of een trein voorstellen, ze zaten er mee aan de lage tafel als er tussendoor iets gedronken of gegeten moest worden, het was een handzaam formaat voor jong en oud.

Ach, aan alles komt een eind en weg is weg. En o ja, opa heeft een nieuwe relaxstoel gekocht. Daar is niet mee te slepen al is het een vrij handzaam model……..


Kwabben….

In een Brits onderzoek hebben ze uitgevonden dat mannen moeite hebben in hun hersenpan met het ontcijferen van een vrouwenstem. Die moet via meerdere schijfjes. Voor een mannenstem hebben ze daar maar één hersenkwabje voor nodig. Nu kan ik me ineens heel goed voorstellen hoe dat werkt bij die voetbalpraatprogramma’s van mannen, waarvoor ik overigens maar één hersenkwabje nodig heb. Dat geprietpraat komt natuurlijk in één keer waar het wezen moet.

In het berichtje dat ik las over dat onderzoek stond ook, dat mannen in staat zijn om de ontvangst van ’t hoge, schelle en snerpende in een vrouwenstem gewoon te negeren. Knopje om en wég is ze. Ook dat verklaart veel. “Sorry schat, zei je wat? Ik heb je niet gehoord.” En wij maar denken dat ie nodig eens langs Schoonenberg moet.

Mijn man heeft altijd beweerd dat ie op mijn stem gevallen is, toen we elkaar ontmoetten. In zijn geval wel logisch omdat hij me niet kon zien. De rest moest ie er maar bij verzinnen.

Maar ik weet toch ook wel van mannen, die op afstand helemaal gék waren van een vrouw, hoe ze d’r uitzag dus, totdat ze haar mond opendeed. Wat daar uit kwam was dan niet te negeren en het beeld was op slag veranderd. Een stem is dus belangrijk voor het geheel. En wát er gezegd wordt ook, neem ik toch wel aan.

Toen wij trouwens uit Amerika aankwamen op Schiphol, toen we naar Australië waren geweest, was de stem van de omroepster hier een verademing vergeleken bij die schelle Amerikaanse stemmen op het vliegveld van Washington. Ze spraken dezelfde taal, want hier is dat ook Engels, maar de intonatie was gewoon veel vriendelijker. Dat kan dus ook. We waren ook blij dat we weer thuis waren dat speelde mee natuurlijk.

Nou ja, vrouwen, er moet na dit onderzoek toch wel veel duidelijk worden. Ze kunnen d’r gewoon niks aan doen als je geen reactie krijgt. Dan zijn ze even bezig met hun hersenkwabjes……..


Dat was lachen…..!

In de krant stond, dat er op het Nova College in Den Haag ’n speciale humorles is geregeld voor 30 Poolse leerlingen met als onderwerp: de humor in Nederland. Dit naar aanleiding van een carnavalslied, gemaakt door Johan Vlemmix, een nationale hofnar, van wie ik niet begrijp dat hij ooit de status van Bekende Nederlander heeft bereikt. Wat is namelijk zijn verdienste (en dat nog letterlijk ook, hoewel er ook wel es wat mislukt): hij is gek op het koningshuis. Maar hij maakt ook liederen voor speciale gelegenheden, zoals nu dus voor carnaval.

Hij heeft deze keer een lied gemaakt “Een busje vol met Polen”. Met onder andere de tekst: “Voor een paar tientjes en een blikje bier komen ze helpen, daarom zijn ze hier”. De Poolse leerlingen van die school vinden dat de Polen worden neergezet als alcoholische zwartwerkers. En dat pikken ze niet. In die les is een Poolse Havoleerling van de school, die al langer in Nederland woont aan zijn medeleerlingen uitleg komen geven over hoe Nederlandse humor in elkaar zit en dat ze d’r niet zo zwaar aan moeten tillen.

Met dat laatste ben ik het helemaal eens, hoor, maar bovendien wens ik niet gerelateerd te worden aan de humor van ene Vlemmix. Want Nederlandse humor, wat is dat eigenlijk? Je mag hier alles zeggen en daarop is de humor meestal gebaseerd, maar niet alle Polen zijn alcoholisch, zoals ook lang niet alle Nederlanders gecharmeerd zijn van de humor van die Vlemmix. Ja, na een lading bier misschien, maar dan zijn ze meestal al vele tientjes en blikken bier verder dan die Polen. Het schone lied schijnt trouwens al in de hitlijsten te staan. Dat is dus perfecte marketing van die oranjeklant, dat moet je ‘m nageven. Ook Nederlands.

Humor is er toch ook in gradaties, van fijnzinnig tot grof. Ik heb bijvoorbeeld veel moeite gehad met de humor van Hans Teeuwen. Ik heb ‘m ook briljante dingen zien doen, maar als ie zo grof was kon ik hem echt niet hebben. Ik hou wel van Engelse humor, toch ook vaak op ’t randje. Dat is dus wel gek en ik kan het niet uitleggen.Hans Teeuwen heeft trouwens een eclatant succes in Londen! Hij sluit dus goed aan op die Engelse humor. Lovende recensies overal. Maar omdat er teveel Nederlanders in de zaal kwamen zitten en hij wilde Engels publiek, heeft hij een bordje laten ophangen met in het Nederlands: “UITVERKOCHT”. Dat vind ik wel humor.

Maar om op die Polen terug te komen: de politie hield laatst een personenbusje aan, waar er 23 in bleken te zitten. Nou, ze hebben dus best gevoel voor humor, toch…..?


Relatiepillen…..

Vanmiddag weer es ’n leuk staaltje bejaardenhumor beleefd, hoor! Toen ik de apotheek binnenkwam om wat medicijnen op te halen, heerste daar een paniekerige stemming. De assistentes liepen jachtig tegen elkaar te fluisteren, trokken zenuwachtig laden open, stonden kaartenbakken te doorzoeken, zochten in de computer en uit alles bleek dat ze iets kwijt waren.

Voor de balie stond een bejaarde man, die daar kennelijk al een hele tijd stond, want hij liet zich met een diepe zucht op een stoel zakken en zei verongelijkt tegen de andere wachtenden: “Nou, dat spul moet zeker uit China komen! Zolang als dat duurt!”. Mopperdemopper….

Nu hebben wij een zeer efficiënte apotheek met ervaren dames, die er al jaren werken en ik heb er nog nooit iets meegemaakt, dat op enige onregelmatigheid wees. De assistente die de man aan het helpen was zei: “Meneer, vertelt u eens: wanneer is dat recept hier gebracht?”. “Maandag!”, zei de man “ik heb ’t hier zelf afgegeven.” “Nou, dan zou ’t er toch moeten zijn! We kunnen het hier nergens vinden! Uw naam ís toch nog steeds Jansen….”. “Ja, maar mijn vriendin heet De Boer”. “Is dat recept dan niet voor ú?”, riep de assistente vertwijfeld. “Nee, natuurlijk niet, ’t was voor mijn vriendin!”. Hij keek alsof de assistente volledig op de hoogte had moeten zijn van zijn amoureuze escapades. “En dié heet dus De Boer….dat hád u even kunnen zeggen, wij dachten natuurlijk dat het uw recept was”, zei de vrouw berustend.

Ik had erg veel respect voor de zelfbeheersing van die vrouw, die in staat bleek om na zeker tien minuten zoeken, met een apotheek vol met ongeduldig wordende mensen, deze man beleefd aan de medicijnen voor zijn relatie te helpen en nog vriendelijk te groeten ook.

Gelukkig voor haar was ik heel gauw klaar, want mijn spullen stonden al klaar omdat mijn doktertje het recept rechtstreeks doormailt als ik hem heb bezocht. Daar kan deze bejaarde dus helemaal niks verkeerd aan doen. Bovendien heb ik een echtgenoot die nooit iets mankeert en geen vriend. En we heten toevallig ook nog hetzelfde en dat is wel zo handig …….


Aanbieding….

Stentorlezeres Ineke Saalbrink uit Zwolle kan óf ongelooflijk goed fotoshoppen óf er werkt bij Karwei in Zwolle een nog niet geheel ingeburgerde medewerker, maar deze door Ineke ingezonden ‘lezersfoto’ is toch wel heel apart. Dat oma’s in het algemeen en stiefoma’s in het bijzonder erg populair zijn dat blijkt wel uit deze speciale aanbieding. Geen geld ook, maar € 139,– voor een oma met wielen……


’n Ouwe sok……

Omdat we naar een beurs waren geweest vrijdag en uitgebreid in de file hadden gezeten, leek het mij een goed idee om even langs de afhaalchinees te gaan voor het avondeten. Toen ik zat te wachten kwam er een moeder met haar zeer hippe dochter binnen. Na hun bestelling gedaan te hebben ploften ze op de wachtbank neer en zei de dochter, die ik op ’n jaar of twintig schatte: “Zo, even lekker eten en dan ga ik wel naar huis, hoor mam!”. “Wat ga je vanavond doen?” vroeg haar moeder. “Ik ga lekker breien” zei het meisje. Ma vroeg: “Wat ben je aan het breien dan?”. “Sokken!” was het antwoord. “O, leuk!”zei haar moeder.

Ik voelde me ineens hopeloos ouderwets, zeg! Waar moet dat heen als de jeugd sokken gaat breien in plaats van ze, zoals ik, bij de Hema of Zeeman te kopen? Moet ik dan ook weer als ik een beetje bij wil blijven? Nou oké, maar dan wil ik er wel een kudde schapen bij……


Hij was maar een clown…..

Gossie zeg, nou doen die Cliniclowns overal zó hun best en dan blijkt het merendeel van de kinderen voor wie ze zo hun best doen ze óf helemaal niet leuk te vinden óf ze zijn er hartstikke bang voor! Ik weet het niet, hoor, en ik ken de werkwijze van die Cliniclowns ook niet, maar ik denk, dat ze te dichtbij komen. Lijfelijk te dichtbij.

Kijk, in een circus zijn ze ver weg in de piste en op de televisie kun je ze zelfs wegzappen. In het geval van Bassie zou ik dat ook zeker niet nalaten. Ik erger me al jaren aan die clown, die je ook beter niet in het echt kunt tegenkomen als kind, want hij schijnt nogal te meppen.

Echt léuke clowns zijn er maar weinig. Ze hebben ‘succes’ als ze dom vallen, hun broek afzakt of als er water aan te pas komt. En dan is zo’n act nog verzonnen ook en is dat allemaal geen toeval.

Dat kinderen bang zouden kunnen zijn voor een clown, zoals nu dus in de krant stond over die Clinigrappenmakers, dat verbaast me eigenlijk niks. Onze kleinzoon was helemaal niet ziek maar járig, toen we hem een poppenkast cadeau deden, waar voorop een grote clown was afgebeeld. Leek ons leuk toen, hij werd drie of zo. Toen hij ‘m zag kroop hij verschrikt tegen z’n moeder aan en we hebben de poppenkast nadien nooit meer gezien.

Hij is inmiddels bijna acht en is fan van Harry Potter. Nou, en daar is niks engs aan natuurlijk…….


Orch-idee…..

Omdat ik in m’n portemonnee nog ’n kortingsbon had van Intratuin, een van € 5,– maar liefst, toch niet te versmaden, en ik het ’t leukst vind om daar rond te lopen op een moment dat het er niet druk is, leek me dat deze ochtend een uitstekend plan. De kerstuitstallingen, waar ze vanaf begin oktober mee zitten, zijn opgeruimd en dat geeft erg veel ruimte, zodat nu de tuinameublementen van vorig jaar in de aanbieding kunnen. Bovendien rijen bakjes, mandjes, vaasjes en potten, gevuld met bloembollen van allerlei soort, allemaal op weg naar de bloeistatus. Daar val je sowieso voor, want wie verlangt er in januari nou niet naar de lente?

Ik had vandaag ook nog het plan om de kerst-en nieuwjaarskaarten van de muur te verwijderen en de kaalheid die zo’n handeling tot gevolg heeft moet absoluut worden opgevuld. Elk jaar heb ik dat en het kost wat, maar daar is zo’n kortingsbon dan weer goed voor. Dus nu heb ik narcisjes, hyacinten én primula’s, want die stonden zó te stralen in al die kleuren.

Ik heb ook iets gekocht, waarvan ik nooit gedacht had, dat ik ’t zou doen. Een orchidee. Daar stonden er een heleboel van in vele kleuren en patronen en ik weet niet wat me bezielde, maar ik zette er een in m’n karretje. Want ik heb helemaal niks met orchideeën eigenlijk. Ik wil de liefhebbers niet kwetsen, maar ik vind ze tuttig. Zo vreselijk ‘gekweekt’en ‘kijk-ons-eens-mooi-zijn’-achtig.

Ik heb een puur witte, zonder streepjes, stipjes of ander gefrutsel aan kleuren en die vond ik toch wel mooi. En ze zijn, anders dan ik altijd gedacht heb, eigenlijk helemaal niet moeilijk in het onderhoud. 17 tot 22°C vinden ze lekker, net als ik, wel licht maar geen zon, één keer in de week water, één keer in de maand mest en de zichtbare wortels willen graag lucht. Nou, dat kunnen ze krijgen, hoor! Ik ga mijn best doen om aan alle voorwaarden te voldoen.

Hij komt volgens zijn kaartje uit de ‘Eden-collection’ en is ‘protected by plant breeders right’. Nou, ik ben voor de mensenrechten lid van Amnesty dus wie ben ik om een orchidee-met-korting zijn recht op een goed leven te ontzeggen? Ik ga d’r voor……


Zuivel…..

Op zijn weblog vreest Wim de Bie, dat na de sigaret binnen afzienbare tijd ook het gebruik van alcohol in openbare gelegenheden zal worden verboden. En dat de melksalon, zoals die vroeger bestond, dan weer in ere zal worden hersteld. Zo’n idee vind ik wel interessant. Ik heb namelijk een aantal jaren in een zuivelfabriek gewerkt.

Ik zat als receptioniste/telefoniste aan de ontvangstbalie in de hal. Ik kende boeren, burgers en buitenlui en zélfs de koe, die de fabriek had geopend. Dat was Coba. Haar baas kwam altijd bij mij melden wanneer ze droog stond. Want dan hoefde de melkrijder niet langs te komen. De man had maar drie koeien en de opbrengst was dan niet de moeite om opgehaald te worden en dan at de boerenfamilie zelf wel een bordje pap extra.

In de kantine van de fabriek, waar men tussen de middag z’n broodtrommeltje leeg at, waren, behalve koffie en thee, ook alle door de fabriek vervaardigde zuivelproducten te verkrijgen. Hoewel ik gelezen heb, dat sinds die jaren de opvattingen over de consumptie van melk en melkproducten nogal verdeeld zijn geraakt, verbeeld ik me dat het feit, dat ik nog nooit ook maar één botje aan mijn lijf gebroken heb gehad, komt door mijn zuivelinname destijds. Mijn kalkhuishouding is nog steeds uitstekend in orde. Misschien hebben zelfs mijn kinderen daar nog wel profijt van, wie zal het zeggen.

Het was trouwens een leuke baan. Bij het testen van nieuwe ijssmaken bijvoorbeeld was ik een niet te passeren ‘proef’-konijn. En aan mijn oordeel werd veel waarde gehecht, dat kan ik jullie wel vertellen. Maar bij het koken van de wekelijkse karnemelksegortepap, gelukkig wel altijd op dezelfde dag zodat ik er rekening mee kon houden, hing er in de fabriek altijd een zodanig zware kotsgeur, dat ik niet dóór, maar óm het gebouw liep als ik ergens heen moest, want het gaf walgelijke associaties. Verder ging ik in die tijd zonder meer gezond door het leven.

Melk loopt sowieso wel ’n beetje als een rode draad door onze familie. Ik had een tante, die kort na de oorlog als jonge blom naar Sydney emigreerde. En wat begon ze daar, samen met een vriendin? Een Hollandse melksalon. Die liep heel aardig, maar toen het nieuwtje er af was en alle geëmigreerde kaaskoppen met heimwee wel ’n keertje langs waren geweest, is ze getrouwd daarginds. Met een Milkazwitser…..