Parkeerprobleem……

We hadden ’t er vanmorgen, toen we met wat mensen aan de koffie zaten, over dat er soms wel eens raar wordt geparkeerd in een straat. Half op de stoep of ook wel es helemáál op de stoep. Toen wist mijn man nog een aardig verhaal uit de tijd dat hij vanuit Bussum, waar we toen woonden, per trein naar zijn werk in Amersfoort reisde.

Het laatste stuk naar z’n kantoor liep hij dan met behulp van zijn blindenstok. Dat ging altijd zonder problemen, want hij kende de weg en de weg kende hem. Tot het op een dag erg slecht weer was en hij tegen wind en regen in, ietwat voorovergebogen, over het trottoir onderweg was langs de bekende route.

Waar mensen aan het verhuizen waren en daartoe de verhuiswagen, vanwege het slechte weer dicht bij het huis, op de stoep hadden gezet. De laadklep schuin naar beneden als ‘oprit’ en onze blinde voetganger dacht wel : “Gôh, wat is Amersfoort ineens heuvelachtig geworden….en zo droog ook!”, maar ondertussen liep hij regelrecht de verhuiswagen in.

De verhuizer was er snel bij en riep:”Hé, als je niet mee wil naar Bunnik, moet je d’r wel effe uitkomen!”. Het was lachen natuurlijk en het was nadien een leuk blindenmopje. En van zoiets heb je echt járen plezier, hoor……


Proost…..?

Zoals bekend ligt Apeldoorn niet aan zee. Misschien komt dat nog als de aarde maar genoeg wil opwarmen, maar tot op heden zitten we droog. Toch willen we graag meedoen. Waarmee? Nou, met een duik in iets kouds op nieuwjaarsdag om een frisse start van het nieuwe jaar te onderstrepen.

Dat had uiteraard in het Uddelermeer gekund of op Bussloo of desnoods in het Apeldoorns Kanaal, dan hoef je niet zo ver weg met je zwembroek. Maar nee, ze hebben hier bedacht dat ze een bassin gaan vullen in de Kapelstraat. Met zesduizend liter koud bier. Je hebt een trapje nodig om de duik daarin te kunnen nemen, want de rand is zo’n twee meter hoog en vanwege de alcoholwet zal er ook wel een leeftijdslimiet zijn. Daar heb je aan zee geen last van.

Toch zou ik maar geen slok nemen als ik ‘duiker’ was, want ten eerste weet je niet of iedereen wel onder de douche is geweest en ten tweede heb ik nergens het merk bier kunnen achterhalen. Het kan wel de verschrikkelijkste bocht zijn dus. En zo niet, dan heeft men hier in huis slechts één commentaar: “Zónde…..!”


Friese wortels…..

In juli 2005 schreef ik eens ’n stukje over een onbekende neef van ons met dezelfde naam als die van mijn man, die ineens aan de telefoon hing, omdat ie bezig was de familiebanden uit te zoeken. En daar is hij nu mee klaar. Hij heeft van zijn bevindingen, samen met zijn vrouw, een prachtig boekwerk gemaakt. Het is professioneel gedrukt, mooi uitgevoerd en het is voor ons erg interessant en leuk om te lezen. Er staan ook veel foto’s in. Van voorvaders en voormoeders uit het begin van de vorige eeuw en ook later en dan is het leuk om te zien, dat er toch familietrekken zijn in al die gezichten.

Het familieverhaal gaat terug tot 1575 en onze neef heeft helemaal uitgezocht waar onze familienaam vandaan komt. Het is wel allemaal Fries wat de klok slaat, hoor! Mijn Amsterdamse genen slaan bijvoorbeeld nergens op tussen al die noorderlingen. Ordinaire import. Maar ik word genoemd in het boek en dat is toch mooi.

De afkomst van de familie is nederig, maar ze hebben zich wel opgewerkt. Het boek is “Armoe Troef” genoemd en dat is voor de wortels van onze stamboom goed gekozen. We krijgen een goed beeld van de tijden en omstandigheden, het leven en werken en het moet niet altijd makkelijk zijn geweest. Ook zie je de diverse uitgeoefende beroepen.

Onze neef heeft een goed werk gedaan en het moet een heel karwei zijn geweest. Je moet ook beslist historisch nieuwsgierig zijn aangelegd om zo’n project vol te houden. Maar dat was ie gelukkig……leuk!


Vlaams….

In de Belgische versie van “Man Bijt Hond” zagen we twee gemeentelijke milieumannetjes in knaloranje pakken, waarin ze dachten niet op te vallen achter de kale struiken van een plantsoen, die een verdacht vuilbakske in de gaten stonden te houden. Daarin dumpten onverlaten regelmatig “sluikstort”, vertelden ze ernstig. En eigenlijk hadden ze een heterdaadje nodig om dat voor de camera te bewijzen.

De straat zag er troosteloos uit, het miezerde, er was geen mens op straat en ze stonden daar maar verschrikkelijk te hopen, dat iemand de misdaad zou komen plegen. Niet dus. Het was gewoon zielig voor ze. En zulke plichtsgetrouwe Belgen zitten nou ook nog zonder regering. Alweer. Maar sluikstort vind ik ’n mooi woord. Dat hebben ze goed verzonnen……


Mega-industrie……

Waar ik me ook ieder jaar weer over verbaas: we krijgen elk jaar tientallen kerstkaarten toegestuurd overal vandaan en niet één dezelfde! Wat een enórme productie moet dat zijn, die kerstkaartenbusiness……..


Kaartsysteem….

Het zijn een beetje rare dagen, vind ik. Donker, soms wat miezerig, dan weer zonnig en vanmiddag gaf onze buitenthermometer 10 graden aan, terwijl Erwin Kroll ons gisteravond handenwrijvend voorspelde dat het hartstikke koud gaat worden. Zoals het volgens hem hoort, helemaal met kerstmis. Nou ja, we zien het wel gebeuren. Als het waar is.

We kregen een kaart van iemand, die een kerstkaart heeft gemaakt van zijn besneeuwde huis in het bos, als de wiedeweerga gefotografeerd in november toen het even sneeuwde. Je moet het ijzer smeden als het heet is, al is dat een gekke uitdrukking als het sneeuwt. Maar ’t is een mooie kaart geworden.

Ik heb trouwens net onze wenskaarten in de doos gedaan. In de doos, ja, want op de bus mag niet. Er staat een grote “gouden” kartonnen doos buiten bij het buurtpostkantoortje waar ze in moeten, want dat scheelt sorteren. Ik vind het altijd een heel karwei, die kerstkaarten schrijven. Omdat je de ontvangers in de meeste gevallen nou niet direct dagelijks of wekelijks, wat zeg ik, zelfs niet máándelijks, tegenkomt maar hooguit eens per jaar omdat ze in je eindejaarslijstje staan, zoals jij ook in hún eindejaarslijstje staat, schrijf je er wat extra’s bij. Hoe het gaat en dat “we toch eens moeten afspreken” en zo.

Voor de buitenlandse kaarten was ik al helemáál te laat natuurlijk. Daar heb ik maar bij geschreven, dat ik blij ben, dat 2009 een heel jaar beslaat, zodat er toch nog iets te wensen overblijft al komt de kaart ná de feestdagen. Ik zou er echt eerder aan moeten beginnen, aan die kaartschrijverij, maar het lijkt wel of in november/december de tijd twee keer zo hard gaat als normaal. We hebben wat verjaardagen en húp dan is het sinterklaas en húp dan zet je alweer de kerstboom neer! De tijd vliegt van het een naar het ander.

Elk jaar neem ik me voor om mijn kerstkaarten zelf te vervaardigen. Dat heb ik als activiteit op mijn werk jarenlang gedaan met revalidanten. Honderden hebben we er gemaakt en ik heb alles daarvoor hier in huis. Fluitje van een cent. Ik zou naar geen winkel hoeven om spullen te halen. Alleen maar gaan zitten en beginnen, maar het komt er niet van. Maar ik ga wel naar een winkel om kant-en-klare kerstkaarten te kopen, die ik tot praktisch het laatste ogenblik laat liggen en ze op het nippertje verstuur. Dat is raar. Maar ik zei al: het zijn rare dagen…….


Geen wonder….

* Het is niet zo gek, dat NEC gisteravond in eigen huis won van Udinese! Vanmorgen stond in de krant : “Been langer bij NEC”. Dan is het geen kunst natuurlijk……


Stom geluk…..!

* Vanavond was ik te laat met het aanzetten van de televisie om nog mee te kunnen doen met het Groot Dictee der Nederlandse Taal. De eerste zin van het dictee was al voorbij. Ik dacht: “Alles of niks” dus liet het voor wat het was, maar ben wel blijven kijken naar het programma. Het was een Belgisch feestje vanavond.

Dat is het bijna elk jaar, maar deze keer wel héél erg. Want je moest ook nog een katholieke opvoeding hebben genoten om al de woorden, die Kristien Hemmerechts, de Vlaamse schrijfster, in haar dictee had gestopt, te kennen of op z’n minst te begrijpen. Ze vertelde trouwens aan Philip Freriks hoe ze aan die moeilijke woorden was gekomen en die had ze van het internet gehaald. Ja, zo kan ik het ook, zeg!

Het was ook een raar verhaal. Met lowbudgetkloosters en een benedictijnerabt met gebronsde armen. Het gemiddelde aantal fouten was zoiets als 37 voor de Nederlanders, voor de Belgen uiteraard lager. Ik heb wel es gedacht: “Met al die troubles daar moet Vlaanderen maar bij Nederland en de rest qua taal maar bij Duitsland en Frankrijk”. Maar nee, wij krijgen dan hier ook een taalstrijd en dat moeten we niet hebben. Ondertussen ben ik wel zó blij, dat ik niet mee heb gedaan.Dat was echt niks geworden en dan had ik weer niet geslapen vannacht…….


Braak….

Er is weinig dat ik er zo akelig uit vind zien als het afbreken van een huis. Dat is soms nodig, dat snap ik ook wel. Als het zo krakkemikkig is, dat er niet veilig meer in gewoond kan worden, dan moet het wel. Maar zo’n huis is wel jarenlang een thuis geweest voor mensen en dan, op een dag, dan ís het er gewoon niet meer.

Ik kom er op, doordat Apeldoorn nogal aan het slopen is op allerlei plekken. Ook druk aan het bouwen, hoor, maar het slopen valt me nu even wat meer op. Zo gaan er vijf flatgebouwen tegen de vlakte van, voor Apeldoornse begrippen, Bijlmerformaat. Dat is een hels karwei, waar ik toch wel met ontzag naar kijk, hoor. Van de week stond er een foto in de krant van zo’n halfgesloopte flat. Zag je de openingen van binnendeuren ineens buiten. Waar moeders doorheen hebben gelopen om de piepers op tafel te zetten, waar jonge ouders midden in de nacht heen en weer hebben lopen drentelen om hun blèrende kind stil te krijgen, waar deuren ook wel eens in dicht knalden, omdat men het even niet met elkaar eens was, kortom: waar geleefd werd. Pas als het onherkenbaar puin is geworden is dat woonbeeld helemaal weg.

St. Hubertus, een bejaardenoord, is ook afgebroken. Het voldeed niet meer aan de moderne eisen. De bewoners hebben afscheid genomen en zijn inmiddels misschien wel weer gewend aan hun nieuwe woonomstandigheden, want ze zijn verdeeld over andere huizen, dacht ik. Ook voor die mensen moet de afbraak van hun huis een hele omslag zijn geweest. Dat van die “oude bomen”, weet je wel? Mijn man heeft er vorig jaar het kerstfeest nog “muzikaal opgeluisterd”, zoals dat heet. Nu is het daar een kale vlakte met nog achtergebleven puin. Het ziet er raar uit als je, zoals ik, er jarenlang bent langs gereden op weg naar je werk.

Verder is ook nog “het waardmanshuisje” afgebroken. Daar is een behoorlijke commotie over geweest, want men dacht dat het boerderijtje van “de waardman”, dat was de beheerder van de sprengen die de fontein van Het Loo van water voorzagen, een monument uit 1693 was. Nou, en dat breek je maar niet zo af al staat het op instorten. Maar nu blijkt, na gedegen historisch onderzoek, dat het uit de negentiende eeuw stamt en dus niet monumentaal beschermd is. De eigenaresse is blij, want nu kon ze het laten afbreken om er iets nieuws te bouwen. En weet je wat ze er neer gaat zetten? Een boerderette. Eerlijk waar, het stond echt zo in de krant. Een boerderette, hoe kóm je d’r op. Ja, de nieuwe tijd, net wat u zegt………