Krijg nou de hik…..!

Iedereen heeft wel ‘ns de hik natuurlijk. Oftewel ‘kramp in z’n middenrif’ zoals de hik in het woordenboek staat omschreven. De een wat vaker dan de ander, maar het is niks bijzonders. Ze roepen ’n keer heel hard “Boe!!!!” tegen je, waarop jij geacht wordt je te pletter te schrikken en het is weer over.

Als een baby’tje de hik heeft, na een beetje gulzig drinken, is dat grappig en ’n beetje zielig ook wel, maar meestal ook snel weer over. Onze kinderen kregen, toen ze klein waren, altijd de slappe lach als het ze overkwam. Dat helpt ook uitstekend. Mánnen, die gulzig en vooral te veel drinken, zijn lang zo leuk niet als ze dan de hik hebben.

Ik las in de krant over ’n meisje in Sittard, dat regelmatig luidruchtige hikaanvallen heeft, die door haar hele middelbare school te horen zijn. Daarom is ze, nu ze HAVO-eindexamen moet doen, in een aparte geluiddichte ruimte gezet om haar medekandidaten niet te storen. En juist nu heeft ze er minder last van, omdat ze haar slaapverwekkende medicijnen, die haar boven haar boeken in slaap doen vallen binnen het kwartier, niet slikt. De hik is nu toevallig (?) ook minder. Je vraagt je af of die medicijnen dan wel kloppen. Hik is trouwens wél vermoeiend, hoor.

Mijn vader, die zeer matig en zeker nooit gulzig dronk, was ook een fervent hikker. Hikaanvallen van úren waren geen zeldzaamheid. Eén aanval kan ik me nog goed herinneren, omdat die een heel weekend duurde. Dokter erbij, niks aan te doen. Hij heeft, toen het uiteindelijk dan toch stopte, twee volle dagen moeten bijslapen, omdat hij was uitgeput. Je kunt dus stellen, dat het hebben van de hik, zeker voor iemand met ’n eigen zaak, hoewel niet echt gevaarlijk, zeer oneconomisch is…….


Stokvoering…..

De muziekdocent van Het Loo Erf, het revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden, tegenwoordig onderdeel van Visio, waar mijn man en ik jarenlang hebben gewerkt, gaf gisteren wegens pensionering de pijp aan zijn naamgenoot en wij waren bij z’n afscheidsfeestje. Daar waren veel mensen op af gekomen en het was dan ook bijzonder gezellig. Hij is heel veel jaren onze collega geweest dus uiteraard waren de anekdotes niet van de lucht. Zo gaat dat.

Zo was het ooit, en misschien is dat nog wel zo, hoewel er lekker bezuinigd is dus je weet het niet, de gewoonte, dat nieuw-aangestelden een introductieperiode doorliepen langs alle afdelingen van het centrum. Daarbij was het ook de bedoeling dat ze, om zich geheel en al te kunnen inleven in de duistere wereld der blinden, met een stok en zwarte bril de straat op gingen om zich in het verkeer te begeven. Eerst op het terrein zelf en daarna echt op pad.

Dat was peentjes zweten en waarschijnlijk het moeilijkste onderdeel van de hele introductie. Maarten vertelde dan ook, dat hij met angst en beven de drukke Zwolseweg alhier moest oversteken. Daarbij gebruikmakend van zijn als musicus toch zo optimaal getrainde gehoor.

Dat bleek tegen te vallen, want de fietser die hij onbekommerd de blindenstok tussen zijn spaken stak had ie niet horen aankomen. Het liep gelukkig goed af, geen gewonden, maar de reactie van de fietser, toen “de blinde” zijn bril afzette en vroeg “Gaat het?”, was hij na 28 jaar nog niet vergeten….!


Maatwerk…..

* Nu mijn zoon en ik samen doen met de auto, die eerst van hem alleen was, komt het nogal eens voor, dat de autostoel nog afgesteld staat op mijn bescheiden beenlengte en ook de spiegels zijn ingesteld op mijn blikveld als we samen wat boodschappen doen of even de postbus van z’n bedrijf gaan legen of zo. Dan zegt ie al gauw: “Ach, rij jij maar even, dan hoeft er niks verzet.” Uiteraard ben ik blij, dat hij zoveel vertrouwen in mijn rijvaardigheid heeft, dat hij verwacht dat ik de boel niet aan barrels zal rijden.

Maar van de week bedacht hij ineens, dat de buurt wel zal denken dat ie een rijontzegging heeft! Ik stel er prijs op om, ten behoeve van eventueel hier meelezende buurtgenoten (zegt het voort, zegt het voort!), te verklaren dat dit niét het geval is. Hij heeft gewoon ’n auto met chauffeur en wij ook. Mooi, hoor…carpoolen…..


Je zult ’t maar hebben…..

Mijn zus uit Australie mailde me over een vriendin, die last heeft van “bewaarziekte”. Nu kun je dat in vele gradaties hebben. Niet iedereen is zo gedisciplineerd, dat ie alle niet ter zake doende spullen meteen weggooit. Bij mij is het bijvoorbeeld meer een vorm van gemakzucht. En, dat moet gezegd, ik ben erg goed in dingen uit het zicht houden. “Optisch” opruimen. Dan lijkt het best wel netjes, maar ik weet beter.

Op een bepaald, of liever gezegd ónbepaald, moment komt er dan toch ’n ogenblik van uitmesten. Laden, kasten, mijn portemonnee, als ik ’t even bescheiden wil houden. Bonnetjes, zegeltjes, kortingsbonnen, die allang verlopen zijn. Die ruim ik op en dan gooi ik weg omdat de la, de kast of mijn geldbuidel niet meer dicht kan. Maar dat is geen bewaarziekte natuurlijk. Dat is gewoon stom.

Die vriendin van mijn zus kán niks weggooien en dat is veel erger. Je kunt dat rustig ’n psychisch iets noemen. Ze heeft een hele grote keuken, maar vanwege alle rommel die ze bewaart, en dat écht zonder reden, heeft het servies geen plaats meer in de kast en staat overal in de rondte.

Reden om dingen te bewaren en te verzamelen, omdat ze op de centjes moet letten, heeft ze ook niet. Integendeel, want zulke kennissen heeft mijn zus. En de hele familie lijdt er onder, want het is overal rommelig in huis. Man en kinderen zijn van de weeromstuit ook nonchalant, want het wordt er toch niet netter van.

Mijn zus heeft zo nu en dan last van maatschappelijk-werk-aanvallen en die heeft aangeboden om samen iets aan het probleem te doen. Ze gingen gezamenlijk aan het opruimen en wegdoen. Dat viel nog niet mee, want bij elke kast was the lady of the house in tranen als er iets de vuilnisbak in ging of op ’n andere manier weg moest. “Waarom héb ik dit? ” vroeg ze zich af. In het Hollands ook nog, want dat is ze van origine. Ze denkt trouwens dat ze de enige is met de bewaarziekte, maar dat is niet zo. Dat weet ik toevallig zeker, omdat ik een poosje in de Thuiszorg heb gewerkt en ik ben in huizen geweest, dat wil je niet weten.

Ik las ooit een slimme opmerking: “Als het allemaal wat veel wordt moet je net doen of je volgende week gaat verhuizen. Dan ga je vanzelf aan het opruimen en weggooien!” Ik woon thans in mijn tiende huis, maar dié verhuizingen waren allemaal echt, hoor!

Bewaarziekte is trouwens ook een officieel bestaande ziekte. Die heet ook echt zo. Alleen slaat het dan op appels, peren en aardappels en zo. Dan schijnt knoflook te helpen tegen de schimmels, die de bewaarziekte veroorzaken. Als je die ziekte bij ménsen wilt bestrijden met knoflook heeft dat helaas tot gevolg dat iedereen afstand gaat bewaren……!


Toppers, die Foppers….!

Weet je nog, die band voor al uw bruiloften en partijen, “De Foppers” uit Apeldoorn? Ik schreef er laatst over. Ze dachten zelf, dat ze werden verward met “De Toppers” toen ze een mailtje ontvingen om te komen optreden voor een Hollandse club in Shanghai. Tikfoutje in de mail of zo. Ik was heel benieuwd hoe dat zou aflopen.

Ze zijn toch gegaan onder het mom van “we zien wel” en gisteren stond in de krant, dat ze het enorm naar hun zin hebben gehad. Uit niets is gebleken dat het een vergissing was. Toen ze aankwamen stond er bij het vliegveld een chauffeur op ze te wachten, die ze, al die dagen dat ze er waren, overal naar toe heeft gereden. Alles was perfect geregeld voor ze.

Het optreden zelf, voor een zaal vol met in oranje uitgedoste vaderlanders, was een enorm succes. Het dak er af! Voor de Chinezen konden ze helemaal niet meer stuk. Die hadden het Heinekenhuis natuurlijk nog in hun gedachten. Tot de geluidsman aan toe, René dus, hebben ze urenlang handtekeningen moeten uitdelen. Er zijn bovendien contacten gelegd voor een optreden in Singapore! Ik bedoel maar. Zo komt Apeldoorn óók nog es ’n keer in the picture!

En oh ja, natuurlijk heb ik, net als heel veel mensen hier, gedacht aan een 1 aprilgrap, want in zo’n circuit zitten die lui wel met hun grappen en grollen. Maar nee, gewoon succes voor die Fopjongens! Daar kunnen de Toppers voorlopig een puntje aan zuigen, ha, ha……!


Openbaar kunstjesbezit…..

Praten over geld is een geliefd onderwerp dezer dagen. En omdat iedereen het doet is men er openhartiger over dan gewoonlijk. Zo weten we precies hoeveel miljoenen instellingen, bedrijven en mensen als gevolg van de economische crisis hebben verloren. Dat is voor de instellingen en bedrijven meestal dramatischer dan voor de mensen, die miljoenen te verliezen hebben. Die houden meestal nog miljoenen over. Daar heb ik geen medelijden mee, wel met de bedrijven, die werken, maar niet of veel te laat voor dat werk betaald krijgen door hun klanten. Die komen dus écht in moeilijkheden.

Van de week zat er een drietal jonge miljonairs aan tafel bij DWDD. Ze stonden als ‘nieuwe’ miljonairs in de Quotelijst en daar waren ze trots op. Ze vertelden onbekommerd hoe ze aan hun rijkdom gekomen waren. Hard werken en slim zijn. “Het is gewoon een kunstje”, zei een van hen. Nou zijn er heel véél mensen, die hard werken, maar die kennen het kunstje dus niet. Jammer maar helaas. We zullen er openhartig mee moeten leren leven.

Over openhartigheid gesproken: ik weet nog, het was in de jaren zeventig, dat er in de instelling waar we toen werkten, ’n revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden, ineens een golf van openheid de kop op stak. Er werd een idee gelanceerd, dat iedereen op een prikbord, zijn salarisbriefje openbaar moest maken. Ik werkte er toen nog als vrijwilliger en hád niet eens ’n salarisbriefje dus dat was al niet zo slim, maar het idee kwam ook niet van de grond, hoor!

Je wist van elkaar niet eens in welke salarisschaal je zat, terwijl je hetzelfde werk deed. Dat er toen grote verschillen waren in salaris was bekend. Vandaar dat sommige mensen best voor ’n beetje openheid waren.

Via Poste Restante zag ik een filmpje, waarin een presentatrice van het BBC-nieuws door een parlementslid werd gedwongen haar salaris bekend te maken aan het volk, omdat zij hém verweet de zeer riante vergoeding voor zijn werk over de ruggen van de belastingbetalers te incasseren. Ze bleek zo’n dertigduizend pond meer te verdienen dan hij. “Maar ik betaal mijn eigen telefoontjes, zélfs die naar de BBC. ” was haar verweer.

Ik ben zo blij met Sacha de Boer! Die heb ik toch al zeker vier keer in datzelfde zuurstokroze jasje gezien. Een zuinig tiepje, zoals het hoort. Ze betaalt ook vast haar eigen telefoon……


Leedvermaak……

Paparazzo Joop van Tellingen hoorde ik vanavond op de televisie zeggen, dat ie het zo donders jammer vond, dat hij geen foto had kunnen maken van de Toppers op het moment dat ze beseften dat ze verloren hadden en dus voortijdig naar huis konden. “Oh man, die emótie! Die tranen! Wat had ik dat graag gehad!”

Het is z’n vak natuurlijk, maar het zal me toch niet gebeuren dat ik die man áárdig ga vinden, zeg……?


Gevoelig voor reclame……

Onze kleinzoon van zes vertelde aan z’n moeder, dat ie iets heel raars had in z’n hoofd. Het kwam steeds maar terug en hij kwam er maar niet van af. Hij vond het maar gek. Zijn moeder verwachtte, dat ze adequate geestelijke bijstand zou moeten verlenen. Je weet maar nooit hoe zo’n kind dingen beleeft, nietwaar? Zo rond Apeldoorn steken allerlei therapeuten sowieso al als paddestoelen hun koppies omhoog. De krant staat er vol mee. Dus ze vroeg natuurlijk wat er dan was. “Nou”, zei Joost “ik hoor in mijn oren steeds maar : “drie halen, twee betalen! En ik weet niet wat dat is.”

Dat viel op zich dus mee. We weten niet in welke reclame dat voorkomt, want daar heeft ie het vandaan natuurlijk. Hij leest al best goed, dus kan hij het ook wel van een foldertje van de slager hebben. Hoewel die waarschijnlijk liever heeft, dat het bij de boodschappende moeder in haar hoofd blijft hangen, dat de hamburgers zo voordelig zijn.

Maar de lieverd weet nu wel wat het betekent, want dat heeft z’n mams hem even uitgelegd. Stukje consumentenopvoeding. Ik zag laatst in een reclamefolder, dat ze het omgedraaid hadden. Twee halen, drie betalen. Foutje, maar dat snapt een kind. Daar hoef je Apeldoorn niet voor te bellen…..


In het zonnetje……

’n Moederlijke dag gisteren. Ik ben elke dag moederlijk, maar omdat kinderen van mij elders zijn gaan wonen merken ze daar natuurlijk minder van. Daarom kwamen ze gisteren met z’n allen gezellig hier om moederlijk bejegend te worden en brachten ze nog cadeautjes mee ook. We hadden er heerlijk weer bij en alleen dát was al een cadeautje. Er had voor mij niks meer bij gehoeven.

Ze hebben me ook verwend, hoor! Een kilozak dure koffie voor onze machine. Koffie, die ik zelf nooit koop. Heerlijk. En prachtige planten voor in de tuin en een leuk kaarsending voor op de tuintafel. Van mijn kleinzoon kreeg ik een tekening en een klein boekje dat “Voor mijn liefste oma” heet. De oma die daar, in dichtvorm, in beschreven staat, ben ik niet. Maar iedereen weet, dat ik mijn best doe. Ik zal er vaak in lezen.

Verder roep ik altijd, dat ik Moederdag (met een hoofdletter ook nog) veel te commercieel vind. Dan staat er in de krant: ‘Geef moeder een afwasmachine of een tuinameublement’. Of je een emmer leeggooit en er geen recessie is. Het is natuurlijk wel zo, dat van een dergelijk cadeau de hele familie plezier heeft en niet alleen moeder en dan is het wel economisch natuurlijk. Maar dan is het weer niet echt voor moesje alléén. Het blijft een probleem. Ze zouden eigenlijk gewoon een maximum leeftijd moeten stellen aan de gevers of zoiets als alleen zelfgemaakte cadeautjes. Of bloemen (altijd goed). Mogen zelfgeplukt zijn zelfs.

Mijn dochters zijn bovendien zelf moeder en die hebben op zo’n dag een extra zwaar programma, dat ontiegelijk vroeg begint, hoorde ik. Bekaf word je er dus van om moeder te zijn. Maar tóch is het ’t leukste dat er is. Dat weet ik al heel veel jaren………


Herdenken is vakwerk…….

Pas gisteravond laat werd bekend, dat het Koninginnedagdrama een zevende dodelijk slachtoffer eiste. Er stond dus eigenlijk ’n kaars te weinig op het podium van Orpheus. ‘k Ben blij, dat ik heb gekeken naar de tv-uitzending, want hoe wordt zo’n herdenking in beeld gebracht? Daar kun je je twijfels bij hebben. Daar moet je ’n hele goeie regisseur voor hebben, denk ik. Eentje die niet op de tranentoer gaat.

Je mag best laten zien, dat de mensen op straat aangeslagen zijn en dat de sfeer bedrukt is. En dat heeft hij ook gedaan, maar zeker niet te. Je mag zelfs laten zien, dat Apeldoorn zo ongeveer een vesting was, gisteren. Betonblokken over de weg, veel politie, extreme veiligheidsmaatregelen, die voor sommigen te overdreven overkwamen. Die dat ook zeiden als er naar gevraagd werd.

Maar ik vond het wel goed. Als letterlijke afsluiting. Als alles weer weggehaald zal zijn besef je des te beter hoe het is om in alle vrijheid weer overal te kunnen komen in de stad. Er zijn situaties in de wereld, waar als er iets gebeurt, barricades worden opgeworpen die niet meer weggaan. Wij mogen weer verder. Voor veel mensen zal dat langer duren en is het drama nog lang niet over, maar ik vond dit een mooie herdenking.

En oh, wat hou ik toch van zo’n prachtig korps met blazers! Alleen, Jacobine Geel, de presentatrice, had andere schoenen aan moeten doen: dat nadrukkelijke geklik-klak, elke keer als ze naar de microfoon liep….dat stoorde mij enorm in de stilte. Dat is rare pietluttige kritiek van iemand die geen bezwaar heeft tegen betonblokken over de weg, maar ja, daar ben ik gelukkig vrij in……