Het schijnt, dat de televisie deze week 50 jaar bestaat. Volgens het blad, dat door veel mensen nog steeds “de radiogids”wordt genoemd. Terwijl ze nauwelijks radio luisteren en soms de televisie als radio gebruiken. In de auto komt het er nog wel eens van, radioluisteren en dan vaak op lange ritten als je toch niks anders te doen hebt. Dus echt lúisteren naar een programma over iets.
Misschien heb ik het helemaal mis, maar ik denk dat jongeren minder naar de radio luisteren op de manier zoals wij dat doen. Hebben daar ook geen ervaring mee, zoals wij. Ik heb de tijd gekend, dat er gewoon geen televisie wás! Of het was er wel, maar we hadden het niet thuis. Per straat was er misschien één familie zo voorlijk of kapitaalkrachtig misschien wel, dat er een televisie in huis was en daar trokken op woensdagmiddag de buurtkinderen heen voor het kinderprogramma. En verder deden we het met Paulus de Boskabouter en Ome Keesje. Dat waren nog eens tijden!:-)
Maar er werd geluisterd! Nu horen ze de radio en dat is het dan. Logisch, hoor, er valt buiten de radio zo verschrikkelijk veel te horen, maar jammer is het wel.
Met de televisie gaat het al aardig dezelfde kant op. Ik ken mensen, die het absoluut niet kunnen: een heel programma afkijken of die een film met moeite uitzitten. Er zijn op die ontelbare andere zenders misschien wel interessantere dingen te zien. Dus ze zien, maar kijken niet.
Wat een verhaal, zeg! De ouderdom zeker. Het zij zo.