Lotgevallen…..

Omdat we nogal graag quizzen volgen, kijken we op zondagavond naar “Een tegen 100”. Ook om ons lekker te kunnen verbazen over hoe mensen soms de eenvoudigste vragen niet weten te beantwoorden. Maar dat komt natuurlijk doordat wij oud zijn en de meeste deelnemers jonger. Dan weet je wat meer misschien. Hoeft niet, maar het kan. Hoewel onze zoon eigenlijk ook vaak roept: “Dat je dat niet wéét!”

Zo halverwege het programma komt die kale man in beeld, die altijd “Góéienavond, lieve Carolien!” roept. ( Zij is de presentatrice van de quizz en heet Tensen van achteren.) Hij gaat namens de Postcodeloterij mensen blij maken met geld, omdat de zogeheten ‘straatprijs’ in hun postcode is gevallen. Met voor één iemand nog ’n auto d’r bij ook.

Nou, de meeste mensen zijn ook tot tranen geroerd, hoor. Dat doet het winnen van veel geld kennelijk met je. Maar wij ergeren ons soms aan wáár zo’n prijs dan valt. “De duvel en de grote hoop!”, zeggen we dan tegen mekaar. De winnaars kunnen vaak niet eens antwoord geven op de vraag of er onvervulde wensen zijn. Maar gisteravond waren we zeer tevreden. Bij die mensen in Gouda, die gemiddeld vijfentwintigduizend euro wonnen, kwam het nou eens hartstikke goed terecht.

Een vrouw, die al twee jaar ziek thuis zat van haar werk en zich al had afgevraagd hoe het nou verder moest, een mevrouw, die zelf het houtwerk in haar gang al had geschuurd en nu de rest door een professional kon laten doen en ja, als er wat overbleef na heel veel jaren eindelijk weer eens met haar familie op vakantie kon. En zo waren er meer goede bestemmingen, waarvan wij dachten : “Hè lekker! Goed terecht gekomen!”

Je kunt je ook ergeren aan de miljóenen die mensen soms krijgen bij loterijen. Daar word je toch niet echt gelukkig van? Zoiets gooit je leven overhoop en zou zorgen kunnen geven in plaats van vreugde. Daar zijn voorbeelden van. Het zou toch veel leuker zijn om een miljoen in tienen te verdelen of in twintigen. Dat worden dan opstekers. Net genoeg om een zzp-er zijn bedrijf overend te laten houden of iemand zijn huis goed op te laten knappen in plaats van met lapwerk. Ik noem maar wat. Maar wij gaan er niet over, misschien maar goed ook. Het is geen kift, hoor, want we doen nergens aan mee. En de Postcodeloterij steunt heel veel goede doelen en dat is ook mooi natuurlijk. Wij maar een paar, ik moet niet zeuren…..

.....even 'n vraagje....je hebt wel 'n rijbewijs?.....

…..even ’n vraagje….je hebt wel ’n rijbewijs?…..

 


En dan is er koffie…..

Nou, hij is dus weg, de boom. Dat had ie meer gedaan, de tuinman. Hij had een collega-tuinvrouw ( zijn zus, die meestal met hem meewerkt) ook meegebracht én die kraan, die toch geen kraantje bleek. Volgens mij, maar ik heb er geen verstand van, was het eigenlijk een graafmachine en die zal hij vaak nodig hebben, maar omgezaagde bomen kun je d’r ook mee verwijderen. Het was inderdaad best snel gebeurd allemaal, dat fluitje van een cent.

In onze woonkamer is het een stuk lichter geworden , maar het is wennen want in de boom kwamen vaak leuke vogeltjes langs en we hadden een duif die er bijna elk jaar een nest in maakte. Dat had ie gelukkig nu nog niet gedaan, hoewel hij al wel uitgebreid op het dak zat te koeren steeds, dus de plannen waren er misschien wel. Die kunnen niet doorgaan, hij moet op zoek naar andere huisvesting. De ziel is een soort vluchteling geworden.

En zo zaten we vanmorgen na de happening al vroeg gezellig aan de koffie met de tuinlieden én de buurvrouw, die speciaal haar plannen voor de dag had omgegooid omdat ze de ontmanteling niet wilde missen. Zij heeft tenslotte ook al dertig jaar vanaf de andere kant tegen de boom aangekeken. Bovendien: een boom opzetten doen we wel vaker, maar er een naar beneden halen komt hier weinig voor.

‘k Ben blij dat het klaar is. We hikten er al een poosje tegenaan, dat het moest gebeuren wisten we wel, maar aan een boom van bijna dertig jaar ga je je toch hechten. Niet dat ik tegen ‘m praatte, hoor, ik heet geen Irene van Lippe Biesterfeld, maar ….nou ja, je snapt me wel…..


Afscheid van een boom…..

In onze voortuin staat een grote boom. Onze kerstboom “met kluit” van 1985. Na bewezen diensten binnenshuis, toen daar geplant. Hij had het er erg naar zijn zin, want hij groeide als kool. We hebben ‘m best een eindje van het huis gezet toen ie nog klein was, maar nu komen er takken tot ons slaapkamerraam. Ik aai ‘m wel eens, hoor, als ik het raam open heb. Want hij heeft toch heel erg z’n best gedaan om zo groot te worden. Het is gewoon een mooie boom.

Maar morgen, of eigenlijk vandaag, want het is weer eens ouderwets laat voor mij, gaat hij gekapt worden. Jammer natuurlijk, maar het moet. Bij de buurvrouw ligt haar paadje ongelijk, omdat hij het met zijn wortels naar boven werkt en er liggen bovendien rioolbuizen en kabels die misschien gevaar lopen en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Bovendien vertelde de tuinman hoeveel liter vocht zo’n grote jongen tot zich neemt en dat is niet mis. Dus onze tuinen zullen er ook wel bij varen.

Of het verkeer nog last gaat ondervinden, want de tuinman had het er over, dat hij een kraan geregeld had, we zullen het wel zien. Misschien is het gewoon een kraantje en heb ik een veel te groot idee van zoiets. We wonen op een hoek en het is geen wereldstad hier dus het zal wel meevallen. “Het wordt een fluitje van een cent”, zei de deskundige. Het leek mij namelijk nogal een karwei, maar dat vind ik altijd als er iets moet gebeuren dat ik qua werk niet kan overzien.

Ik heb vandaag nog wel foto’s gemaakt van de boom, want daar is het morgen te laat voor. Dan sneuvelt onze held. De tuin zal ook wel wat gerenoveerd moeten worden na de slachting. Maar dat is dan wel weer een volgend karwei, waarvan onze tuinvriend zegt, dat het een fluitje van een cent is…..

.....nou, bedankt dan maar, hè.....!

…..nou, bedankt dan maar, hè…..!

 


Vrijdag…..

Onze overbuurman had vandaag een Canadese vlag uitgestoken. Het was 70 jaar geleden, dat Apeldoorn werd bevrijd, op 17 april. Door de Canadezen, van wie er velen al eens hier terug zijn geweest om mee te rijden in ’n  optocht met oude militaire voertuigen om nog eens juichende dankbare Apeldoorners te zien. Want iedereen is toch  heel blij om door hen in vrijheid te kunnen leven en het is, ook al is het alweer zo lang geleden, belangrijk dat die bevrijding van toen niet wordt vergeten.  En het was mooi om zwart/wit foto’s in de krant te zien en dat er ook een lesprogramma is gemaakt voor de scholen. Er zijn nu nog mensen, die er over kunnen vertellen, omdat ze het hebben meegemaakt.

Zoals onze buurman, die er een Canadese vlag voor kocht. Ik had er nog een foto van willen maken, maar hij hing er zo slapjes bij, die vlag. Dat lag niet aan de vlag natuurlijk, maar er was geen wind. Zo’n ding hoort blij te wapperen!

.....kijk, zó dus.....!

…..kijk, zó dus…..!

Maar dan moet je ook wel zo’n vlaggenstok hebben natuurlijk…..


Naamvallen…..

‘k Heb altijd een groot respect gehad voor nieuwslezers en verslaggevers, die de moeilijke naam van iemand uit een land waar je nou niet bepaald drie keer in de week komt, nonchalant foutloos uitspreken. Daar zullen ze best wel op geoefend hebben, hoor, en in ieder geval over de uitspraak informatie hebben ingewonnen bij iemand die het weten kan. Maar dan nog lijkt het me ’n moeilijk onderdeel van hun vak.

Kijk, je hoort het soms al bij eenvoudige namen, die in ons land voorkomen. De een zegt Héracles, de ander Herácles, maar dat ligt aan je opleiding, denk ik. Ze voetballen er niet anders van.

Maar sommige Hollanders, die een ïj” in hun naam hebben, schijnen ten behoeve van hun carrière, of dat nou voetballers zijn of zakenlieden, van die “ij” een “y” te maken. Omdat ze dat in het ‘buitenland’ beter kunnen uitspreken. Ja, Van Pursie heeft het makkelijk. Hoeft niks te veranderen aan zijn geschreven naam, want dat regelen de Engelstaligen zelf wel. Engels spreek je sowieso bijna altijd uit zoals het er niet staat. Maar Kuijt werd over de grens Kuyt, Cruijff werd Cruyff en zelfs Van Nistelrooij deed z’n familienaam in de verbouwing door die laatste “ij” te veranderen in een “y”. De buitenlanders doen voor ons kennelijk geen moeite.

Mijn Australische zus heeft ook een “ij” in haar naam, waarvan haar partner vindt dat ze hem moet veranderen. Maar dan ken je m’n zus niet, want dat doet ze niet. Vind ik wel stoer. Haar zoon, die ook in Australië woont deed het wel. Maar ja, die jongen heeft een baan en moet het de klanten makkelijk maken.

Maar als Kuijt weer terugkomt bij Feijenoord (ze gebruiken de naam van de Kuyp ook al door mekaar: Feijenoord of Feyenoord Stadion)is ie vast weer gewoon Kuijt, hoor, en geen Koit. Je moet je familienaam eer aan doen.

Weet je trouwens dat er een voetballer rondloopt uit Madagascar, was twee keer international, die Radrianomenjanahary heet?  Van voren

.....zo'n club wordt er wel creatief van.....

…..zo’n club wordt er wel creatief van…..

heet ie Francois, nou ja, dat kan nog. Maar de rest past natuurlijk nooit op z’n shirtje. Ik las dat de shirts van Vennegoor of Hesselink in de fanshop van Celtic in Schotland niet aan te slepen waren destijds. Die naam stond er in z’n geheel op. Dat is nog es waar voor je geld, mooi hè…..?


Burge(rs)meesterschap…..

Mijn Kloris werkt al jaren voor een vrijwilligersorganisatie in Gelderland. Dat vindt hij leuk werk en dat vond de provincie Gelderland ook. Na nogal grote reorganisatieperikelen waar zijn club gelukkig goed uit kwam, werden de medewerkers van de organisatie flink in het zonnetje gezet en kregen allemaal van de Commissaris van de Koning twee kaarten voor een bezoek aan Burgers Zoo. Dat was een royaal cadeautje, want je bent voor zo’n park maar zo een paar tientjes per persoon kwijt.

Kloris had er dus twee en kreeg van een collega nóg een kaart, die zij niet gebruikte. Zo konden we met z’n drieën naar Arnhem. Het was de bedoeling om dat vóór eind maart te doen, want dan verliep de gebruikstermijn. Door mijn krakkemikkige gestel en nog wat zakelijke omstandigheden, die onze zoon inbracht, was het er dus nog niet van gekomen. Maar we hadden de Buienradar goed bekeken en gezien dat de maandag van 30 maart er, ondanks dat het stevig waaide, nog het gunstigst uitzag voor een bezoek aan een dierentuin.

Het was er niet te druk, gewoon gezellig, mensen met kleine kinderen en we hoorden veel Duits. En het was hartstikke leuk! De zon kwam er regelmatig bij en we hebben zowel binnen als buiten heel wat dieren gezien. De bikkels buiten en de mietjes binnen. Net mensen eigenlijk. Burgers Bush is heel bijzonder, wel klammig waarvan je bril beslaat, en dezelfde  planten die ik thuis heb zijn daar heel groot. Maar waar ik het allermeest van onder de indruk was: Ocean World. Je waant je inderdaad in een andere wereld. Het is zo prachtig opgezet, vissen in de mooiste kleuren en van allerlei formaat. Daar weet je als je geen diepzeeduiker bent toch helemaal niks van, zeg! Prachtig.

Wij zijn al weer heel wat jaren terug met mijn Australische zus in Sydney naar een gebouw geweest, ik weet niet meer hoe het heet, hoor, waar ze ook zo’n vissenverzameling hadden. Maar die was lang zo mooi niet als wat we hier zagen. Ze hadden daar meer grote vissen, joekels van haaien en zo. Maar wat moet je met een joekel van een haai? Ik vond ze eng. Indrukwekkend, maar wel griezelig. Nee, Burgers Ocean World is echt geweldig. En alles zwemt er zomaar voor je neus langs en zelfs over je heen als je onder zo’n met water gevuld plafond door loopt.

De provincie Gelderland heeft ons in ieder geval een groot plezier gedaan. En de Buienradar ook: geen druppeltje regen, hè! Maar eigenlijk heb ik dat altijd als ik een paraplu meeneem, meestal voor niks…..

.....vis-à-vis.....

…..vis-à-vis…..