We zoeken het even hogerop….

We zijn twee weken weg, naar Zwitserland. Muziek maken met gasten van een hotel van vrienden. Leuk klusje, waar we zelf ook altijd veel plezier aan beleven. We zijn benieuwd wat voor mensen we hebben om iets mee te doen, want dat is altijd een verrassing. Gezellig wordt het in ieder geval altijd. Nou, jodelahitie dan maar, tot over twee weken.

Verhip, ik mis moederdag! Scheelt weer geld, kinderen! Doe er iets leuks mee!


Het kind van de rekening…..

...moet kinderpraat blijven!

Net in de auto hoorde ik tot twee maal toe ’n reclame, waarin kinderen het woord voeren in plaats van volwassenen. De eerste was een aansporing om toch vooral je ouders en/of grootouders eens een dagje mee te nemen naar De Efteling, want dat zullen ze hun hele leven niet meer vergeten. Dat geloof ik graag. Als je bij de kassa hoort wat je moet betalen om er met een gemiddeld aantal familieleden naar binnen te mogen, dat blijft je wel bij. Bij die handeling zijn (o)pa en (o)ma dan wel weer nodig, ondanks het feit dat ze door de kinderen zijn “meegenomen”!

De tweede reclame was er een van kinderen, die een proefrit wilden maken in een auto. Het merk weet ik niet meer, dus wat mij betreft was de reclame niet eens effectief. Kinderen in een volwassenensituatie, sprekend in “grote-mensen-taal”, ik vind het een vorm van kinderarbeid, die niet zou moeten mogen. Ik vind “Effe checken!” walgelijk taalgebruik voor een kind van drie.

Nou ging het in die autoreclame nog niet eens zozeer over het motorisch- of ander vermogen van de desbetreffende auto, maar over de mogelijkheid van videootjes en dvd’tjes achterin en daar hebben die kinderen natuurlijk wel weer belang bij op de lange, door pa en ma uitgezochte, vakantieroute naar Frankrijk, Italië of Spanje. Maar toch, ik vind reclamemakers, die via kinderen hun doel proberen te bereiken, misschien wel effectief maar niet echt netjes bezig.

In de supermarkt zie je ook moeders nogal eens in wanhoop, omdat kinderen iets willen, dat ze op de televisie hebben gezien en dat op kinderhoogte in de schappen ligt. Je moet van goeden opvoedkundige huize komen dan. Ik weet trouwens nog hoe kwáád ik was, toen “één-twee-drie-vier, hoedje van papier” veranderde in “Popla wel duizend vel, fijn toiletpapier”. “‘k Zag twee beren broodjes smeren, Pasta Choca beregoed!” was er ook zo één. De kinderen kenden de oorspronkelijke tekst van de liedjes niet eens meer! Gewoon gejat zo’n kinderliedje, daar hoef je geen Bumarechten over te betalen en de kinderen dienen als gratis reclameverspreiders! SARS-praktijken…….


Oma loopt een blauwtje….

Drukke dagen de laatste tijd. We hadden gezellige paasdagen met o.a. de hele familie rond de barbecue. Lekker weer erbij, het kon niet op. Het vlees ook niet trouwens. De dochter en schoonzoon, waar we waren met z’n allen, hebben een grote tuin bij hun huis waar plaats is voor een dubbele schommel en een glijbaan.

Onze kleinzoon van bijna twee is een klimmertje en een heel erg rap ventje. Die glijbaan is eigenlijk nog niet geschikt voor zijn formaat, dus oma trok een sprintje om er op tijd bij te zijn. Het ging ook goed, alleen is die glijbaan van praktische kunststof en toen Niek naar beneden kwam en ik hem opving, kregen we allebei een enorme optater omdat hij zich al glijdend statisch had opgeladen! Ik ben daar erg gevoelig voor. Zet mij in de winter niet onvoorbereid achter een winkelwagentje, de vonken springen er af!

Toen hij nog een keer wilde glijden, kwam hij in zijn enthousiasme met zo’n vaart naar beneden, dat ik hem miste en hij met een bons op zijn bepamperde billen in het gras terecht kwam. Dat was schrikken en hij zette het op een brullen. Nou heeft hij de gewoonte om dan heel lang achter adem te blijven! Tot slap worden en blauw aanlopen aan toe! Dat is dus echt niks voor ’n oma, die zich toch al schuldig voelde omdat ze hem niet tijdig had gepakt, bang als ze was voor nog zo’n statische ontlading.

Zijn vader nam hem rustig van me over en vertelde, dat dat heel normaal was, deed ie wel vaker, hij haalt vanzelf wel weer adem, zei hij. Dat was ook zo. Maar waarom doen kinderen dat, verdorie?! En waarom raak ik daar dan helemaal van in de war? Het lijkt wel of ik nooit kinderen heb gehad! Toen de mijne klein waren zullen ze zich toch ook wel eens verslikt hebben, gevallen zijn, onbedaarlijke hoestbuien hebben gehad. Ik zal toch ook schrammen en builen hebben bepleisterd en verbonden, maar ik herinner me dat eigenlijk helemaal niet. De kalmte zelf moet ik toen geweest zijn. Nee, oma zijn is tóch anders, hoor…….


Slopende televisie…….

We hebben gisteravond gekeken naar de telefilm “Sloophamer” met Frits Lambrechts in de hoofdrol. Aangrijpend en goed gespeeld, vond ik. Het verhaal gaat over een man, die weigert zijn huis, dat gesloopt moet worden, te verlaten. Door z’n dementie lopen in zijn hoofd verleden, heden en toekomst helemaal door elkaar en zo zijn de filmbeelden ook gemonteerd. Absurde situaties zijn het gevolg en zijn heldendom van “wij wijken niet!” wordt uiteraard niet begrepen. Hij vertraagt alleen maar de sloopwerkzaamheden.

Dement of niet, aan het eind van de film zegt hij, als hij na zoek geweest te zijn, wordt gevonden, iets dat me trof. “Als je ouder wordt krijg je steeds meer “vroeger” en daar hoef je je geen zorgen meer over te maken, want dat is geweest. En van “later” heb je steeds minder dus ook minder om je zorgen over te maken”. Een diepe doordenker.

Dus jongens en meisjes, oud en jong:” Don’t worry, be happy! ’t Is alweer lekker weer, we gaan iets leuks doen! “. Een mooie film, hoor, maar ik hoef er toch niet teveel van dit soort te zien, want triest was het wel, deze man met hersenschimmen……


Keuzevak…..

schadevrij rijden?

Vanmorgen las ik een krantenartikel, waarin jonge stellen vertelden waarom ze geen kinderen wilden. Ze hadden “bewust” geen kinderwens. Zij noemden dat “kindervrij” zijn.

Er waren mensen, die vonden dat de wereld van vandaag er niet een was waarin je kinderen neer kon zetten. Anderen wilden hun leven, dat in het teken stond van werk en carrière, niet veranderen ter wille van een kind. En er waren er natuurlijk ook, die kinderen met hun geschreeuw, gepoep en gepies helemaal niet zagen zitten, het kostte ook nog een heleboel geld en ze hiélden gewoon niet van kinderen. Het kwijtraken van een comfortabel leven met z’n tweeën, met vakanties en kunnen doen wat je wilt, was ook een reden om geen nageslacht te willen.

Eén van de vrouwen zei: “Ik heb absoluut geen moedergevoel, het zegt me echt niks!” Haar familie had haar egoïsme verweten en vriendinnen hadden haar voorspeld, dat haar biologische klok haar nog wel parten zou gaan spelen en ze vroeg zich af, waar iedereen zich eigenlijk mee bemoeide.

Kijk, en dat laatste vind ik op z’n minst een punt. De mogelijkheid om een keuze te hebben al dan niet kinderen te willen is een zegen van deze tijd. Alleen dat “kindervrij” vind ik toch een beetje een nare uitdrukking. Het lijkt op zoiets als schadevrij rijden of zo. “Even Apeldoorn bellen!” bij een ongelukje.

Maar een kind, dat gewénst wordt geboren is bij voorbaat al een boffer. Ik heb vier van die boffertjes als kleinkinderen. Ik vind mezelf ook een boffer als ik ze zie. Door op ze te passen zijn mijn dochters heel even kindervrij. Zo nu en dan moet dat kunnen, want het is inderdaad soms a hell of a job, hoor, kinderen……!


Om de tuin geleid…..

bij de tijd

Elk jaar tuin je er weer in. Eigenlijk is het nog te vroeg om allerlei bloeiends in je tuin te zetten, maar omdat het overdag terrasjesweer is vergeet je de vriesnachten. En die zijn in “het binnenland” zoals deze contreien in het weerbericht worden genoemd, behoorlijk koud zo nu en dan. Zes tot acht graden onder nul is dan geen uitzondering.

Dat was dan ook niet gezond voor de mooie bloeiende hortensia, die ik bij de voordeur had gezet, had moeten binnenhalen voor de nacht en die mij dus qua bloemtrossen ontvloden is. Hij heeft zich wel weer hersteld als struik, omdat ie me toch niet helemaal wou laten zitten, maar zijn decoratieve functie is hij wel kwijt. En dat is mijn schuld.

Ook de viooltjes, die ik met bákken tegelijk in de rondte had gezet hebben soms een halve dag nodig om weer overeind te komen. Wat doe je ze aan. Maar je wilt zo graag dat het er weer vrolijk uitziet en dat wéten ze bij Intratuin, Europatuin en Groenrijk. Gauwrijk bedoelen ze eigenlijk. En ja, je doet ’t zelf, je hoéft niet!

Ik heb ook speenkruid in de tuin. Het was er zomaar ineens een paar jaar geleden. Schattige gele bloemetjes, gratis en voor niks aan komen waaien. Dát is mijn echte lentebloeier, geen uitgedokterd kweekprogramma aan te pas gekomen, dat bloemen laat bloeien op tijden die eigenlijk niet kloppen. En het aardige van speenkruid is dat , als het klaar is met bloeien, het vanzelf weer ondergronds gaat en plaats maakt voor ander gebloei. Hele kleine knolletjes, maar een vernúft dat er in zit. Geweldig…..!


Voordeel van de twijfel….

een korstje brood was alles wat ie nodig had!

Er zijn mensen, die aan een parttime-opleiding beginnen, daar behoorlijk voor moeten schipperen met hun tijd, omdat er gewerkt moet worden voor het bekende “brood op de plank”, vaak dus ook nog met hun geld, eigenlijk wat te weinig ontspanning hebben vanwege huis-, leer-en leeswerk waar de opleiding om vraagt en dan ook nog eens gaan twijfelen of ze wel op de juiste plaats zitten en het dat allemaal wel waard is.

Toen mijn echtgenoot, reeds in het hopelijk gewaardeerde bezit van vrouw en kinderen, na een muziekopleiding ook nog eens de sociale academie in Nijmegen ging doen, vroeg dat nogal wat organisatie. Binnen ons gezin, maar blijkbaar ook binnen de academie. Het was in de tijd van de “democratische inspraak” voor studenten. “Wat vinden jullie er zelf van?” was een gevleugelde uitdrukking als het ging over de vorm waarin de lessen moesten worden gegeven, over de autoriteit en bestuursvorm op school, wie was waar verantwoordelijk voor, het hing qua besluitvorming als los zand aan elkaar en er werd véél gepraat! En gepraat en gepraat.

Mijn man zat met nog drie andere mannen in een klas met veertien vrouwen, van wie er negen in scheiding lagen en op zoek waren naar zichzelf. Vrouwen in indiajurken en met een lelijke eend als vervoermiddel.

Als er weer een praatgroep was over de organisatie van de academie kostte dat veel lestijd. De mannen vormden een blok met z’n vieren, want ze zagen al dat gepraat helemaal niet zitten en waren bovendien van mening, dat ze kwamen om les te krijgen, een diploma te halen en dat ze daar ook voor betaalden. Je werd trouwens niet tot die deeltijdopleiding toegelaten als je niet al werkzaam was in de sector waarvoor je studeerde. Tijd was dus kostbaar op twee manieren.

Toen heeft mijn man ook wel eens getwijfeld. Ze gingen een hele dag naar school, overnachtten in Nijmegen en hadden dan de volgende dag nog driekwart dag les. En het was, dat dat overnachten zo beregezellig was na het bezoek aan de kroeg, anders had ie er toen al de brui aan gegeven. Het diploma is er dus wel gekomen en het eindfeest was erg leuk, vooral omdat ik al die mutsen in die jurken toen ook eens ’n keertje zag! En ik mocht de eindscriptie uittypen, stencillen en van omslag en plaatjes voorzien. Mijn hemel, wat zou toén een computer handig geweest zijn…..!


Prosit….!

biertje...?

In het bombardement van meubelfolders, verf-en behangfolders, gordijnen- en vloerbedekkingfolders, die bij het voorjaar schijnen te horen, zijn wij getroffen door een nieuwe houten hoekbank bij de eettafel. Een bouwpakket, dus zelf in elkaar te zetten. Daar zijn we gisteren bijna de hele dag mee bezig geweest.

De handleiding bestaat, vanwege het feit, dat er internationaal geleverd wordt, alleen uit plaatjes. Ik heb dus een hele verantwoording met die corresponderende nummers en letters die aangeven waar wát moet. Gelukkig hadden we ook een afbeelding van hoe de bank uiteindelijk worden moet en dat helpt bij twijfel.

We hadden het niet tegen ons volk gezegd, dat we dit gingen doen. Ten eerste omdat we graag samen eerst uitvinden hoe het moet en ten tweede omdat je dan tenminste de meest spontane reacties krijgt. Ten goede of ten kwade, dat is altijd een risico. Tot nu toe zijn ze gunstig, de reacties. Onze oudste zoon vindt het een bank voor een “bierstube”, maar gelukkig heeft hij geen hekel aan bier dus dat scheelt. Onze schoonzoon, die vanmiddag even hier was vond ‘m ook goed gelukt, dus dat zijn er al twee. Nu de rest van de familie nog.

Mijn ega en ik zijn best een goed team als we zo bezig zijn. Ik zie, ik zie wat hij niet ziet en hij snapt er technisch weer meer van, want dat (in)zicht heeft hij wel. Ik geef hem het juiste gereedschap aan en hij levert de spierkracht. Leuk, als het dan ook nog allemaal lukt zonder aanvaringen. We hebben nog twee bijpassende stoelen te knutselen, gezellig! En dan aan het bier natuurlijk…..!


Als een vis in het water……

blub

In mijn kinderjaren hadden we een echte zwemfamilie. Op zondagmorgen was de hele familie: ooms, tantes, nichten en neven én mijn oma te vinden in het Sportfondsenbad-Oost in Amsterdam. Wij noemden dat bad trouwens altijd Bordsponzenbad, klonk leuker. Iedereen zwom dus, behalve mijn opa, die zeeman was en het volstrekt onnodig vond om de zwemkunst machtig te zijn, want zei hij: “Als er op zee iets gebeurt heb je tegen dat vele water toch niks in te brengen”. Dus ging hij wel mee voor de gezelligheid, maar zat op het binnenterras achter een pilsje. Ook nat.

Mijn oma leerde zelf pas zwemmen toen ze achter in de veertig was. Ik herinner me dat ze later voor haar 75e verjaardag een abonnement voor het zwembad op de Heiligeweg kreeg dus ze heeft ’t lang volgehouden en ze ging iédere morgen! Ze heeft bijna alle kleinkinderen, en ze had er wel twintig, zwemmen geleerd. Velen van ons zwommen op ons zesde jaar a- en b-gecertificeerd rond. Later bij het schoolzwemmen was dat niet zo leuk eigenlijk, want je verveelde je grenzenloos tijdens de instructie omdat de rest van de klas nog in de kurken lag te dobberen. De schuld van oma.

Ik herinner me ook het afzwemmen van mijn broer. Voor het b-diploma moest je gekleed te water en mijn moeder had heel olijk een rood kabouterpak voor hem gemaakt. Het was vlak na de oorlog dus de stof die ze gebruikt had zal wel niet van de beste kwaliteit zijn geweest. Het gaf enorm af en mijn broer had bij elk baantje dat hij zwom een rode waterverfstreep achter zich aan. Er werd erg om gelachen en mijn moeder wou niet bij de diploma-uitreiking blijven. Ze kon er de humor niet van inzien. Maar de kabouter was blij met z’n diploma en daar ging het om.

Wat ik me van die zondagochtendzwempartijen ook herinner is, dat we een heel leuk familiefluitje hadden. Ik weet niet hoe je notenschrift uit een computer haalt, anders zou ik het even uitschrijven, maar de één floot: “e-g-a-g-e-g” en dan floot de ander terug: “e-g-a-g-e-d”. Zo vond je elkaar in dat drukke zwembad terug om te waarschuwen dat we uit het water gingen. De familie verzamelde zich dan met natte koppen bij opa op het terras voor de koffie. Dat was leuk en erg gezellig.

Mijn lust om te zwemmen is verwaterd. Mijn kleinkinderen zwemmen met hun ouders in tropische zwemparadijzen. En oma in badpak….ach, het is écht geen gezicht, geloof me….


Haute..eh…hout cuisine!

vers van 't land

Als ik bij Cockie lees, dat haar kookplaat stuk is en ze haar kinderen uit houtsprokkelen moet sturen, doet dat me denken aan de tijd, dat ik vanwege de flexibele werktijden, die je toen nog niet bij andere werkgevers kon bedingen, werkte voor een thuiszorginstelling. Ik kwam dus bij de mensen thuis en omdat ik een auto had werd ik nogal eens naar verafgelegen adressen gestuurd. Nou, en die zijn er zat hier op de Veluwe.

Ik moest naar een midden in het bos gelegen boerenbedrijf, een prachtige stek, daar niet van, ergens achter Epe. Daar was de vrouw des huizes overleden en daardoor zaten haar man en vier grote zonen behoorlijk in de problemen met de huishouding en de maaltijdbereiding. Er moest tussen de middag warm gegeten worden. Dat was altijd zo geweest en het werkschema van de mannen was daarop afgestemd.

Ik werd die morgen in sneltreinvaart bijgepraat door de vader. Ze wilden om 12 uur eten en de boerenkool stond op ’t land. Verder was ik een vrouw en zou dus wel weten wat er nog meer moest gebeuren. Hij vertrok, zijn zoons waren elders in het bos aan het werk en die heb ik ook nooit gezien. Het was letterlijk doodstil in huis en daar stond ik dus, stadse troel uit Amsterdam.

Op een gegeven moment deed ik een deur open in de veronderstelling dat dat misschien een kelder was of zo en toen bleek het een stal te zijn met zo’n stuk of zes koeien! “Boe!”, riepen die. Je schrikt je wezenloos, terwijl ik normaal koeien heel erg leuke beesten vind, maar toen even niet.

Het was winter dus die suggestie van die boerenkool was zo gek niet, de vorst was er al mooi overheen geweest. De rookworst had ik ook gevonden, maar waar was het gasfornuis? De boer kwam in de loop van de ochtend even kijken en toen bleek, dat ze helemaal geen gas hádden, ook geen buta! Er werd gekookt op de kachel. Best een mooie kachel met zo’n mooie glimmend gepoetste buis eromheen, maar hoe lang duurt het voor je een pan boerenkool voor vijf volwassen mannen gaar hebt ? Ik had er geen idee van en ben in grote haast aan het eten begonnen.Met mijn neus in de alarmfase heb ik de bedden opgemaakt, gestoft en gestofzuigd, want dát was gelukkig net als thuis.

Ik moest om 12 uur weer bij de kleuterschool staan voor mijn jongste kind, dus ik heb de mannen niet afgewacht. Het léék me wel aardig gelukt, maar ja, zoals moeder het maakte zal het wel niet geweest zijn. Ik ben er daarna nog maar een paar keer geweest, want er kwam een tante in huis, die wel van boerenafkomst was dus verstand had van houtkachels, koeien, boerenkool en sprokkelen…….