Herdenkingsdag……

Het aantal kaarsjes op bijgaande taart klopt van geen meter, maar jarig ben ik wel vandaag. In goede gezondheid en dat is een mooi cadeautje, naast alle andere leuke dingen die ik gekregen heb………!


Te goeder trouw……

Mijn echtgenoot is geen ‘pakkenman’. ’t Komt er niet zo van, want een gelegenheid om een pak te (moeten) dragen is er niet zo vaak. Natuurlijk hééft ie wel een pak, maar dat hangt eigenlijk maar te hangen in de kast. Als ’t niet hoeft, liever niet. Dat is het motto.

Maar vandaag waren onze buren maar liefst zestig jaar getrouwd en dat vierden ze met een feestelijke receptie en ’n voortreffelijk koud/warm buffet op een oergezellige locatie in Beekbergen. En omdat wij van die zestig jaar al vijfentwintig jaar naast ze wonen en uitgenodigd waren, vond vader (of eigenlijk moeder, hoor!) dat ’t wel weer eens mocht, dat pak. Dat ie dan van alles vindt in zijn zakken is een aardige bijkomstigheid.

Toen we van huis gingen was het al aan ’t sneeuwen en was het vanwege het spitsuur ook nog eens hartstikke druk. Ik was, ook heel slim als je ’n bruidspaar gaat feliciteren, het envelopje, dat op de uitnodigingskaart stond afgebeeld als ‘cadeautip’ bij het weggaan vergeten en dat lag nog thuis op de kast. Ik vond dat erg stom, maar de buurvrouw vond het wel vermakelijk en omdat het handige van buren is dat ze naast je wonen, komt dat morgen natuurlijk helemaal goed. Er waren trouwens nog meer buren uitgenodigd en dan is het leuk om elkaar eens wat langer te spreken dan als je staat te vernikkelen op de parkeerplaats en dan tenslotte maar naar binnen gaat.

Het 3-gangenbuffet was heerlijk en goed verzorgd. Als je iets te vieren hebt en je bent in de buurt dan beveel ik hierbij van harte “Het Ei van Columbus” te Beekbergen aan. Het is er oergezellig. (Ik heb geen aandelen.) Toen we weer naar huis gingen was het kerstplaatje buiten compleet met al die sneeuw. Romantico.En onze buurtjes mogen er wat mij betreft 20 jaar aan vastknopen. Dan is die zestig een mooi begin…….

* Zo! Er knalt net bijna een auto tegen onze voordeur! Slippertje in de sneeuw. Er staat een bord met verwijzing naar de huisnummers voor ons paadje. Dus dank aan de paal. Die nu wel deemoedig gebogen in onze kamperfoelie hangt. De automobilist reed hard weg, maar we hébben z’n nummer en de politie nu ook……….


Toekomstvisie……

Een déjà vu, iedereen heeft dat wel eens gehad. Maar, zoals ik, prévoyant zijn, há, dat is andere koek, hè! Ik was niet van plan nu meteen met ’n zigeunerjurk en kristallen bol op de kermis te gaan zitten, maar toch was het een leuke vooruitziende gewaarwording. Ik vertel ’t even. Omdat er dan weer hier en dan weer daar aanbiedingen zijn, die je naloopt, omdat ook bij ons december een dure maand is, waren we vanmiddag bij de Dekamarkt voor de boodschappen. Je wordt er bepaald geen trouwe klant van, van dat supermarkthoppen al willen ze dat allemaal wel graag. Nadeel is ook, omdat ze ook nogal eens het assortiment verplaatsen of veranderen, je de weg kwijtraakt en iets niet kan vinden. Loop je je ongans te zoeken naar zoiets gewoons als de miniklontjes suiker. Niet eens in de aanbieding.

Er zat een minivakkenvuller, zo’n iel joch van een jaar of veertien, waar nog niks stoerderigs of uitsloverigs aan te bekennen is, zich op z’n hurken ernstig te kwijten van de taak waarvoor hij was aangenomen: hij vulde een vak. Maar dit ventje leek wel zo enorm op mijn op één na oudste kleinzoon, dat was werkelijk frappant! Hij keek op en zag me rondkijken. “Zoekt u iets, mevrouw?”, zei hij beleefd. “Kan ik u helpen?” Gewoon, helemaal uit zichzelf. Ik noemde wat ik zocht en hij wees me keurig waar het lag.

En nou weet ik heus wel, dat ze geïnstrueerd worden, want hij zei ook nog dat ie ’t graag gedaan had en wenste me verder een prettige dag, oké, oké, maar tóch! Als mijn kleinzoon ’t over een jaar of wat, als ie ook z’n zakgeld gaat aanvullen, zó netjes doet als z’n evenbeeld vandaag, nou, dan ben ik trots op ‘m. Dat heb ik nu al gezien, clairvoyant zijnde. Maar ach, misschien neemt hij wel een krantenwijk……..


Zintuiglijke waarneming……

Een collega van ons, inmiddels natuurlijk ‘ex’, zien we nog vaak omdat we klaverjasmaten zijn. Hij heeft evenals mijn kloris zijn gezichtsvermogen onder de deurmat moeten schuiven, hetgeen zijn klaverjascapaciteiten trouwens geenszins beïnvloedt, dat merkten we gisteravond weer eens. Hij vertelde tussendoor een leuk ‘blindenverhaal’.

Hij kreeg laatst een colporteur aan de deur, die een restaurantbon aan ‘m wilde slijten. Onze vriend is een geduldig type dus hij wou de man wel even zijn verhaal laten doen. Die hield hem een formulier voor, waarop hij kon lezen waar het allemaal om ging.

“Dat is heel mooi”, zei de heer des huizes “maar dat kan ik niet zien!” Waarop de man zei: “O, dat hindert niks, hoor, dan praat ik wel wat harder!”………


Dooddoeners…….

Niet dat we ook maar iets in die richting van plan zijn, hoor, maar ik had net mijn zus aan de telefoon, die zo’n negen jaar jonger is dan ik, en toen hadden we het erover, dat je als oudere inwoner van dit land wordt dóódgegooid met reclame over je levenseinde en alles daaromheen. Of je dat allemaal wel hebt geregeld, want dat moet. Met name je uitvaart moet je niet aan een ander overlaten, hetgeen me vanwege je te vervullen hoofdrol ook logisch lijkt, want het mag geen huis-tuin-en keuken-gebeurtenis worden. ’n Swingende happening liefst, die wat mag kosten.

Als je soms mensen in ’n reclamespotje op de televisie hoort vertellen wat ze allemaal willen als ze het loodje leggen, dan mag je wel zorgen niet in de bijstand te raken. Er zijn er die de ruimte ingeschoten willen worden, niet helemaal, want er moet ook nog ’n beetje as onder een steen begraven worden, iemand wil een orkest erbij en drie dagen feest. Kijk, dat zie ik nog wel zitten, tenminste dat hoop ik dan, hè. Maar wegwezen, dat blijft ’t toch, kan wel wat eenvoudiger.

Verder is er altijd veel belangstelling voor je eventuele geld. Dat moet je vooral niet aan de kat nalaten, want die heeft ook het eeuwige leven niet en dan zitten ze alsnog met een probleem. Zullen ze bij ons geen last van hebben. We hebben geen kat en geen kapitaal.Maar een goed doel is de beste bestemming voor als je dat wel hebt. Goed voor je zielenheil ook. ( Ik moest verdorie die extra “n” van zielenheil nakijken, want al heb je misschien zelf maar één ziel, hij moet er wel bij.) Maar het was een gezellig praatje, zo op de maandagmorgen. We werden er erg lacherig van en dat was niet van de zenuwen of zo.

M’n zus had het ook nog over de bedrijfjes van uitvaartbegeleiders, waar er veel van zijn en bijna altijd van vrouwen. Ze staan in de krant, rond de overlijdensadvertenties. Met foto van de uitbaatster. Modern gekleed en altijd glimlachend. Als ze van christelijke huize zijn, die bedrijven, dan zijn het altijd mannen, die ernstig kijken, want de Heer kijkt natuurlijk mee bij wat ze doen. Dat die vrouwen moeten lachen komt doordat ze willen uitstralen: “Ik ga nog lang niet dood, maar kan het wel goed regelen”. En dat zal best.

Een ex-buurmeisje van ons heeft haar beroep gemaakt van het houden van begrafenis- en crematietoespraken. Als van ’n familie niemand wil spreken of zich daartoe niet in staat acht en het is dan toch wat kaal, dan kunnen ze haar vragen en ze schijnt het erg goed te doen. Er is vraag naar. Ze informeert zich natuurlijk goed via de familie en wekt vertrouwen, zo’n mens is het ook, maar ik weet ’t niet, hoor. Ik zou het toch wat vreemd vinden. Doe mij maar gewoon en stilletjes mag ook. Maar wat is gewoon? Ik denk er nog maar eens héél lang over na. Mijn zus en ik maken het trouwens uitstekend, hoor, het was zomaar een onderwerpje waar we opkwamen. En toen hingen we op, want we moesten plassen……..


Marketing…….

We gingen vanmiddag in het tuincentrum wat plantjes halen om de bloembakken mee te laten overwinteren, waarbij je onverbiddelijk langs alle kerstuitstallingen moet. Vind ik op zich wel aardig, daar niet van, maar dat ze dan als muziek Sinterklaasliedjes draaien klinkt toch raar, hoor! Want verder was er niks sinterklazerigs te vinden daar. Je krijgt het idee, dat ze blij zullen zijn als die man weer is opgehoepeld! Dan kan Jingle Bells tenminste op volle sterkte. En die oliebollenkraam voor de deur, die al goeie zaken doet, past ook niet zo bij de Sint. Er klopt niet veel meer van de tijdzones……


Feestmaal…….

Ze bestaan nog, hoor, romantische mannen! Ik hoorde daar een onvervalst staaltje van. Een collega van onze zoon vroeg aan z’n vrouw wat ze voor haar verjaardag wou. “Nou”, zei ze “ik zou best weer eens Italiaans uit eten willen.” “Oké! “, sprak haar man, belde naar Schiphol, boekte een tweepersoons retourtje Rome en ze gingen dus écht Italiaans uit eten vandaag. Is dát nou niet verschrikkelijk schattig bedacht voor een mistige dinsdag in november…….?


Gek……..

Nou, alle goedheiligmannen zijn weer binnen. Met bril, zonder bril, gladde baard, golfbaard, pluisbaard, lokaal accent of ABN, rode jas, purperen jas, veel pieten, minder pieten en ze deden allemaal weer of ze de enige echte waren. En paard Amerigo heeft ook véél familie. Maar de kindjes zijn weer in de ban van Sinterklaas. Dat was de bedoeling en is helemaal gelukt.

Een van onze kleinzoons, die z’n vader en moeder, in overigens goede harmonie geregeld, in verschillende huizen heeft wonen, vond het wel een aardig idee om op beide locaties even zijn schoen te zetten. Dan kwam ie niet zo in de war, de oude man. Hij was dit weekend bij z’n pa dus zijn moeder zei, dat Sint wel goed is maar niet gek.

En dat is natuurlijk ook zo. Al die Sinten op al die verschillende plaatsen is natuurlijk al gek genoeg, als je d’r als kind over na gaat denken. Maar dát doen ze niet! Ze zouden wel gek zijn, zeg………!


Blind vertrouwen……

Vergeten je man mee te nemen uit een winkel is een vreemde ervaring. Vooral als je al bijna 50 jaar met die man getrouwd bent. Dan ga je toch aan ‘m wennen, zou je denken. Maar dat ging dus zo: we deden met z’n drieën boodschappen in ’n supermarkt. Niet een waar we dagelijks komen en dat is wat mij betreft misschien een verzachtende omstandigheid.

We hebben altijd een vaste manier van ons voortbewegen in zo’n winkel. Mijn man neemt de winkelwagen bij de duwstang, dan pakt onze zoon de kar bij de voorkant en loodst zo z’n blinde pa makkelijk en onopvallend door de paden. Als we met z’n tweeën zijn fungeer ik als leider, dat snap je. Maar nu was ik een loslopende vrouw. Vooral als het ’n zaak is waar ook non-food artikelen zijn, hebben de mannen meer belangstelling voor het bier en allerlei technisch spul, terwijl ik kijk of er leuke spelletjes of boeken zijn voor de kleinkinders, sokken, keukenspullen of wat mij maar interesseert. Je had misschien al begrepen, dat we bij de Lidl waren.

Toen we verzameld hadden wat we in minder of meerdere mate nodig hadden, rekenden we af, waarna ik mijn zoon met ’t wagentje naar buiten zag lopen, naar ik aannam vergezeld van zijn vader. Ik liep toen nog wat te rommelen met de kassabon en mijn portemonnee. Ik kwam bij de auto waar mijn zoon de boodschappen aan het inladen was en ik vroeg: “Waar is pa?” “Weet ik veel”, zei hij “in de winkel, denk ik!”

Ik op ’n holletje weer naar binnen natuurlijk en ja hoor, daar stond ie nog, bij de kassa, maar wel met een grijns op z’n gezicht. Nooit last van paniek, die man, ook omdat hij veronderstelt dat die bij mij groter zal zijn en daar verheugt ie zich alvast op. Hij vertelde wel, dat ie heel zachtjes “Els!” had geroepen, maar toen hij geen antwoord kreeg gedacht had : “Nou, ze komt wel weer”. Wat een vertrouwen in mij, hè? En dat nog steeds, na zoveel jaar. Ik vond het wel heel stom van mezelf, hoor: wie vergeet er nou z’n man? Maar z’n vertrouwen was dus niet voor niks. Bovendien, ach, je gaat ‘m toch missen, hè…….


Arbeids-en levensvreugde…….

I+R van Serendips, je weet wel, die plannen hebben voor als ze ophouden met werken: namelijk nóg harder werken waarschijnlijk, maar dan voor hun plezier, die moesten, zo schreef ze, naar een bijeenkomst om te horen hoe je het best ‘het zwarte gat’ kunt opvangen, dat ontstaat als je niet meer in directe verbinding staat met een reguliere werkvloer. I+R lachen daarom, maar verwachten toch wat praktische inlichtingen te krijgen voor hun toekomst. En dat is verstandig.

Wij hebben destijds samen met een heleboel andere mensen ook zo’n uitnodiging gehad van onze pensioenverstrekker. ’t Was best een chique vergadering in een zaal van een hotel, met koffie, cake en een lunch. Dat kon er allemaal af toen. Tijdens de lunch waren we gezeten tegenover een stel dames van een zorginstelling voor ouderen. Dat heette toen nog gewoon bejaardenhuis. Van hen hoorden we dat hun pensioen niet zo riant was geregeld. Omdat ze parttimers waren en op leeftijd. Logisch, anders zaten ze niet bij deze bijeenkomst. Ze konden van hun pensioen (net als ik trouwens, maar dat was vanwege mijn rare arbeidsverleden, waar ik dus eigenlijk zelf min of meer verantwoordelijk voor was) net naar de kapper. Het hield niet over. De instelling was bovendien duidelijk zo blij dat ze de dames kwijt konden, omdat ze dan goedkopere krachten van een jaar of zestien konden inhuren, dat ook dat behoorlijk wat frustratie opleverde. En ook dat zwarte gat kwam naderbij. Ze hadden heel wat te mopperen.

Die frustratie schijnt bij mannen, die zich onvoldoende hebben voorbereid op hun arbeidloze leven, nog extremer te zijn. Ik weet van een man, die ik wegens zijn pensionering opvolgde bij een van mijn eerste banen aan de receptie van ’n zuivelfabriek, die nadien zó ongelukkig was, dat hij zes maanden later was overleden. Geen hobbies en z’n vrouw had ‘m ook niet kunnen helpen. Dat was vreselijk. Wij kunnen ons bij zoiets niet veel voorstellen. De man was misschien ook wel te vroeg geboren, zo zonder computers, dat kan maar zo, want het had ‘m vast geïnteresseerd.

Uiteraard vullen wij onze tijd samen in met toch voldoende ruimte voor elkaar en dat is uitermate gezellig. Maar als je alleen bent, of er overkomt je een ziekte, dan is alles anders natuurlijk. Ik wil maar zeggen, dat je maar donders blij mag zijn als je zoveel energie hebt, dat je nog van alles kunt ondernemen en niet afhankelijk bent. Wij zijn dat zonder meer, blij dus.

Zo’n bijeenkomst van je pensioenverzekeraar is nuttig. Je hoort nog eens wat om tevreden van te worden. Tja, of niet natuurlijk: “Wat de toekomst brenge moge…….” enz. enz………