Dág Sinterklaasje……

‘k Las, dat ze op 13 november in Hengelo twéé Sinterklazen laten aankomen, zeg! Het moet toch niet gekker worden. Ten eerste: dertien november al! Hier in Apeldoorn ook trouwens. ’t Wordt elk jaar vroeger. En ten tweede zouden ze er daar in Hengelo wel wat bisschoppelijk overleg tegenaan kunnen gooien. ’n Mini-concilie of zo.

Nou ja, ’n klein kind kan toch niet op twee plaatsen tegelijk zijn, denk ik dan, dus die zal er niet van in de war raken. Of er moet iets gratis te krijgen zijn bij zo’n intocht. Je hebt van die ouders die zich dan van de ene naar de andere lokatie spoeden. Zulke mensen bestáán, hoor!

Maar echt leuk vind ik de ontwikkelingen in de moderne Sinterklaasbusiness niet. Er zijn al hordes mensen die er helemaal niks meer aan doen en elkaar met Kerstmis maar iets cadeau geven. Jammer, hoor.Het wordt wereldwijde eenheidsworst allemaal. Ik heb Sinterklaas ook eens nieuwe kerstboomballen cadeau laten doen aan een van mijn dochters, dus dan sluipt ’t er wel in, hè? Leg je de link dus zelf.

Nee, dan de Sinterklaasfeesten op ons werk vroeger! Dié waren leuk. We vormden groepjes, die in de weken ervoor suprises maakten voor elkaar. In plenair verband kwam Sinterklaas op bezoek, die op zeer mysterieuze wijze exact op de hoogte was van vreemde gewoonten van mensen, dingen die gebeurd waren en als Sint de geest had en de Pieten waren op dreef, dan stond dat garant voor een geweldige middag met veel lol, bisschopswijn en chocola. En dat was allemaal warm.

En ja, toen hebben wij ook eens twéé Sinterklazen gehad! De één kwam binnen via de voordeur en de ander nam de achterdeur. Ze begonnen toen ruzie te maken, omdat ze elkaar verweten in de “wijk” van de ander te zitten. Ze zijn toen maar allebei gebleven en hebben in volmaakte harmonie hun bezoek tot een doorslaand succes gemaakt. En wie nou de échte was? Volkomen onbelangrijk. Er waren toch geen kinderen bij……..


Ouwejongenskrentenbrood……..

Hebben jullie dat nou ook, dat je vindt dat Wilders veel beter bij een cabaretprogramma zou passen dan in een regeringsprogramma? Hij zou zonder meer volle zalen trekken, daar ben ik zeker van. Zo geestig, die man, hij verzint ze waar je, al dan niet, bij zit. Stand-up comedian. En een eigen glossy heeft ie ook al, zag ik, het kan niet op.

Ik vind trouwens de héle sfeer in Den Haag zo jolig! In de wandelgangen is iedereen aanspreekbaar voor de journalisten, die zelf ook al zo jolig zijn. Ik zag Ferry Mingele rondspringen als een jonge hond, die clown van Powned kon z’n gang gaan en niemand werd kwaad of geërgerd van ‘m.

Het was, dat kamervoorzitter Gerdi Verbeet nogal plechtig zei, aan het begin van de vergadering: “Ik geef het woord aan de minster-president”, dat had nog wat decorum, maar verder…..? Láchen, jôh, daar in Den Haag. Gezellig…….


Terug van even weggeweest…..

Dat er weinig te beleven was op Elswhere.org deze week was te verklaren door het feit, dat we een midweekje weg waren. En ja, natuurlijk zijn er dan manieren om je weblog tóch bij te houden, maar er zijn tijden, dat ’t even niet uitkomt omdat je wat anders te doen hebt. We waren met de bijna complete familie op een Roompotpark. “De Katjeskelder” in Oosterhout.

Dat ligt in een deel van Brabant, dat ik eigenlijk alleen maar kende, doordat de zoon van Casaspider voetbalt bij FC Rijen. Zijn vader gaat altijd trouw met ‘m mee naar de wedstrijden en doet daarvan uitgebreid verslag, compleet met foto’s van spelers, supporters, spannende spelmomenten, de diverse clubs en hun locaties (waar soms ook het spel van aantrekkelijke hockeymeisjes te zien is), zodat veel namen van dorpjes waar we doorheen zijn gereden me best bekend voorkwamen! Bovendien ligt “De Katjeskelder”op een terrein waar, als je het park oprijdt, een groot gebouw van Brabant Water staat. In het bos waar we wandelden stond een bord waarop we ‘welkom waren in het waterwingebied van Brabant Water’. En daar werkt Casaspider ook nog es.

We deden de boodschappen niet (allemaal) in de parkwinkel, maar ook in Breda en Oosterhout. Breda is een leuke stad. Gezellig ook, ondanks het niet zo mooie weer. Ook zijn we ’n middag naar Antwerpen geweest. We zijn er zo vaak langs gereden ‘op weg ergens heen’. Dat is eigenlijk het lot van België: je rijdt er doorheen. Maar nu zijn we dan echt Antwerpen in geweest. Het is een mooie stad. We hadden veel regen, maar er is veel overdekt, dan word je wel weer droog. Lawaaiige studenten, die aan het ontgroenen waren. Ze zagen er belachelijk uit en dat moest ook. Groen rechts. Mooie winkelcentra daar met veel barok, marmer en nepgoud. Maar Oosterhout zelf heeft ook een mooi winkelgebied, zeg! Dat vonden we verrassend, het deed buitenlands aan. Nou ja, het is ook het zuiden, hè, toch wat joyeuzer.

Die paar dagen Katjeskelder waren maar zó om. Terwijl we ook nog ’n jarig kleinkind hadden! Joost werd acht jaar. Ze worden groot, al die kleinzonen van ons! Omdat onze zoon, die nog groter is en daarom een bedrijf heeft, naar huis moest en ’s morgens al vroeg thuis moest zijn vanwege een koerier die iets kwam afleveren, reden wij ’s nachts alvast naar Apeldoorn over een vrijwel lege snelweg, met zo hier en daar stukken éénbaans omdat er in die nachtelijke uren geasfalteerd moest worden. Dat scheelde veel fileleed overdag. En daardoor lag ik vannacht alweer in mijn eigen bed en hebben ze me vanmorgen lekker laten uitslapen. Geweldig! Net als Brabant, want de nachten waren weer lang, deze week. Of liever gezegd, de dagen lang en de nachten kort…….


’n Kind kan de was doen……

’n Wethouder in Rotterdam wil bezuinigen. Nou willen volgens mij álle wethouders in heel Nederland dat, maar deze heeft er ook bij verteld hoe ze precies wil dat ’t gebeurt. Ze vindt dat kinderen in een gezin waar één van de ouders, of misschien wel allebei, iets mankeert, moeten meehelpen het huishouden draaiende te houden. Vanwege de kosten, want dan is er minder thuiszorg nodig. En dat is voordeliger voor de gemeentebegroting.

Er waren enorm veel lezersreacties op dat bericht in de krant, want de wethouder had ook de leeftijd genoemd van waaraf zij vond, dat zo’n kind maar eens de handen uit de mouwen moest steken om de kosten te drukken. Vanaf vijf jaar, zei ze. Een meisje in India loopt vanaf die leeftijd al water en stenen te sjouwen dus dat kan best. Dan kon een kind hier al best ’n wasje in de wasmachine doen. Vooral dat wasje deed de deur dicht. Es ’n keertje de tafel dekken of speelgoed opruimen, dat was normaal, maar de was doen? Dat ging te ver, vond men.

Kijk, de reden waaróm die wethouder kinderen wil inschakelen bij het huishouden kan ik niet waarderen, want dat gaat weer eens om geld en dat zou niet moeten. Maar dat kinderen leren hun zelfgemaakte rotzooi op te ruimen lijkt me niet verkeerd. Ik ben bang, dat ik zelf niet zo supernetjes in elkaar zit waar het huishouden betreft. Ik hou uiteraard wel van schoon en ik heb heus wel bijgeleerd, hoor, in de loop van mijn leven, maar weet je, ik had nooit zo’n last van rommel! Nu veel meer. Voordat ik ’s nachts ga slapen ruim ik op. De kranten, vuile kopjes en glazen, de keuken ook. Ik vind dat lekker opstaan ’s morgens. Nieuwe dag, nieuwe rommel. Zoiets.

Toen de kinderen klein waren moest wel, voordat hun blinde pa thuis kwam van z’n werk, al het speelgoed van de vloer als ze dát, en natuurlijk hun vader, heel wilden houden. Maar verder zijn onze kinderen volgens mij nooit zo erg lastig gevallen met “huishouden”. (Ik hoor graag, vooral van de meiden, of zij dat ook zo hebben ervaren!)

Mijn moeder had vroeger een uitdrukking als ze de deur uit ging en er nog van alles in huis gedaan moest worden, waar ze zelf niet aan toe was gekomen. Dan zei ze tegen mij, ik was nu eenmaal de oudste: “Doe, wat je hand vindt om te doen”. Nou, en dat deed ik dan. Als kind vond mijn hand misschien niet zoveel, maar later, toen ze nogal eens in het ziekenhuis verzeilde, werd dat vanzelf veel meer. Ik heb dat nooit als zo belastend ervaren, want het was nou eenmaal zo. En ik denk, dat veel kinderen dat zo voelen. Als logisch. Daar heb je helemaal geen wethouder voor nodig.

Familie die bijsprong hadden we niet echt in de buurt en gezinshulp hadden we waarschijnlijk als inbreuk op onze privacy beschouwd en niet gewaardeerd. Dus waar het nódig is, moet geholpen worden. Want het leven, ook dat van kinderen, is enorm veranderd, ook al zullen veel kinderen ook nu ’t logisch vinden dat ze gewoon meehelpen. En dan mag de toegevoegde hulp wat kosten. Ook in Rotterdam. En in Apeldoorn, Haarlem, Medemblik, Dokkum, Maastricht en waar dan ook……..


Exportartikel……

Op nog geen tien meter van ons huis is de auto van buren gejat. Ze zouden met vakantie en ontdekten dat hun vervoer was verdwenen. Ze hebben de auto nog niet terug, omdat er van alles mee geregeld moet worden, maar hij was na een dag wel alweer terecht. Via het GPS. Hij stond al in Polen. Ik bedoel maar.

Die buren hebben wel al een leenauto, dus het grootste ongemak zal wel opgelost zijn, maar weg konden ze niet. Dat iemand iets van je meeneemt, waar hij met z’n Poolse (ja, sorry, dat lijkt me nogal duidelijk!) tengels van af dient te blijven is behoorlijk frustrerend. Dat een dag later zo’n zelfde auto ( en vraag me niet naar het merk, want daar ben ik slecht in, maar het was een suv) werd gestolen van de oprit van een huis aan de Deventerstraat, die hier vlak achter loopt wijst toch wel op iets georganiseerds, toch?

En dan houden ze vandaag ook nog es een Open Huis-dag voor 47.000 huizen. Nou ja, dan vráág je om moeilijkheden natuurlijk…….


Schrikwekkend…..

De jongen van veertien, die in Urk door een vriend in ’n bos werd doodgestoken kwam om het leven tijdens een ‘occulte sessie’, las ik. Ze deden aan ‘glaasje draaien’. Slachtoffer Dirk was kennelijk niet serieus genoeg tijdens hun bezigheden, want hij had een gek stemmetje opgezet, wat rare dingen gezegd en dat kostte hem z’n leven. Zo stond het in het krantenbericht. Hoe komen kinderen ertoe zoiets vreemds te gaan doen als dat glaasje draaien? Geesten oproepen of zo en dan met zulke vreselijke gevolgen.

Ik herinner me dat onze jongste dochter en haar vriendinnetjes toen ze zo’n beetje van dezelfde leeftijd waren als die Urker jongens, ook zo’n periode hebben gehad dat ze op haar kamer zoiets probeerden. Erg serieus ging het er niet toe, want er werd veel te veel gegiecheld. En als je iets niét moet doen tijdens een occulte sessie is er ’n geintje van maken, dat zie je maar aan Urk. En in ieder geval geen mes bij de hand hebben.

Nou ja, op ’n middag had ik de slaapkamers gedaan en de wastafels schoongemaakt. We woonden toen in een huis dat stamde uit 1906. Leidingen en afvoeren waren uiteraard niet al te jeugdig, natuurlijk zo hier en daar wel vervangen, maar up to date was het allemaal niet.

Na school kwamen wat vriendinnen met mijn dochter mee en gingen zich op haar kamer bezig houden met zo’n occult spelletje. D’r waren nog geen computers, hè, en dan zoek je een tijdverdrijf. Als ik geweten had waar ze mee bezig waren had ik ze natuurlijk wel gewezen op de geneugten van breien of een ander nuttig handwerkje, maar nu wist ik van niks. Door dat onschuldig klinkende gegiechel.

Maar opeens hoorde ik gegil boven en kwamen de dames, wit van schrik, de trap af hollen. In de enge sfeer die ze voor zichzelf hadden gecreëerd was ineens de bejaarde afvoer van de wastafel met veel geslorp doorgelopen, omdat er lucht in zat en ze waren zich een ongeluk geschrokken. Later werd er wel om gelachen, maar het was helemaal over met de ‘hobby’! Geestig, hè…..


De huisarts in praktijk…….

We hebben ’n nieuwe huisarts. Onze vorige heeft na 34 jaar z’n praktijk overgedaan om van zijn gezondheid te gaan genieten. Hij heeft lang genoeg genoten van de afwezigheid daarvan bij zijn patiënten. De nieuwe dokter is een vlotte, jonge man. Daar kunnen we het wel weer 25 jaar mee volhouden, zoals met de vorige.

Hij had kennelijk nog weinig blinde mensen ontmoet, want hij vroeg mijn man, die even met me mee was om kennis te maken, het hemd van z’n lijf. Nou is dat wel handig als je toch bij een dokter bent, maar hij mankeert niks. Ja, het bekende mankement, maar verder is ie kiplekker en zo gezond als ’n vis.( Net dierendag geweest, dat merk je wel.) Mijn bloeddruk moest gecontroleerd, omdat die de laatste tijd was gestegen en daar was geen verklaring voor. Die had de dokter ook niet. Ik kreeg er gewoon een pilletje bij. Zo doen we dat, want klachten heb ik niet. Wel moet ’t regelmatig worden gecontroleerd.

De dokter zei: “Ik vind het mooi, dat ik u even spreek allebei, want vanwege bezuinigingen gaat er wel het een en ander veranderen in de praktijk. Omdat mensen bijvoorbeeld na een operatie in het ziekenhuis al heel snel weer thuis zijn, schuiven de specialisten nogal wat op het bordje van de huisarts. Die heeft dan minder tijd voor de gewone één-op- één-contacten met de patiënt die naar z’n praktijk komt. Bloeddruk meten, injecties, oren uitspuiten, verbinden en meer van dat soort werk doet hij dan niet meer zelf, maar de assistentes. Dat betekent dat ik u niet veel meer zal zien. Natuurlijk krijg ik een overzicht van alles wat ze doen dus ik zie het allemaal, maar het persoonlijk contact zal minder zijn. Ik denk zelfs iemand in te huren, die alleen maar suikerpatiënten begeleidt. Dan krijg je dus wel veel meer ‘klusterkennis’ van mensen die op ’n specifiek terrein superdeskundig zijn en dat heeft ook weer z’n voordelen. Maar het werk van de huisarts verandert er wel door en eigenlijk ben ik daarvoor geen huisarts geworden. Het is erg jammer, maar het is niet anders. Dus alleen als uw bloeddruk spectaculaire schommelingen vertoont dan roept de assistente u op voor een afspraak met mij. En voor andere klachten natuurlijk”.

Hij vertelde ook, dat diverse huisartsen van plan waren met elkaar een groot pand neer te gaan zetten, zodat er nog meer gecentraliseerd kan worden. De nieuwe tijd, net wat u zegt. Maar ik vind het wel logisch, hoor, en heb er geen moeite mee. De dokter woont bij ons om de hoek, twee minuten lopen, hoe ideaal kun je het hebben? En dat pand staat er ook nog niet. Wij kijken nogal es naar “De plattelandsdokter “, zo’n programma waar je een huisartsenpraktijk in bedrijf ziet ergens in Drenthe. Zo gemoedelijk als daar hadden wij het eigenlijk ook met onze dokter. ’t Kamertje, waar zijn ene assistente zat, die we bij voornaam kennen, wordt nu bevolkt door wel drie tot vier dames en dat is krapjes, zo te zien.

Maar onze nieuwe dokter is een aardige man, die we dus zo weinig mogelijk hopen te zien. Maar dat is een ieders streven, waar het zijn dokter betreft, neem ik aan. Nou, gezóndheid dan maar……!


Genadebrood…..

‘k Heb ’t wel eens eerder gehad over straatmuzikanten, die het geld dat ze verdienen met hun muziek, ook echt verdiénen, simpelweg omdat ze er wat van kunnen. Dan zijn ze een aanwinst voor een stad en brengen sfeer. Wij zijn hier in Apeldoorn onze orgelman al kwijt, doordat hij is overleden, dus dat mag dan wel weer.

Bij een winkelcentrum, waar we wel eens komen, zit soms ’n man met een blokfluit, die bij ’n eventuele competitie met een zevenjarige eerstejaars leerling van de muziekschool, ruimschoots het onderspit zou delven. Of die een vergunning heeft voor zijn activiteiten waag ik te betwijfelen.

Bij ons winkelcentrum staat als niet muzikale straatwerker heel vaak een vrouw, die de daklozenkrant verkoopt. Die doet dus ook iets voor haar geld. Ze verdeelt haar tijd over diverse winkelcentra, want we zien haar ook wel eens elders. Ik ken haar omstandigheden natuurlijk niet, maar ze ziet er netjes uit en eigenlijk helemaal niet zo dakloos. Ze is zo tussen de 35 en de 40, denk ik en wel van buitenlandse origine zo te zien, al zou ik niet weten uit welke richting. Ze groet altijd vriendelijk, ondanks dat we nooit ’n krantje van haar kopen en natuurlijk groeten we terug, dat dan weer wel.

Dat ze het daarmee moet doen ligt aan het feit, dat ze me een keer een daklozenkrant uit Groningen heeft verkocht, terwijl ik met de daklozen van Groningen, ondanks dat daar drie van onze vier kinderen zijn geboren, geen binding heb. Met die van Apeldoorn trouwens ook niet zoveel, maar dat doet er nu even niet toe. Ik weet zeker dat de gemeente Apeldoorn haar minderbedeelden goed in de gaten houdt en ze niet laat verhongeren en zo hoort het natuurlijk ook.

Maar er zijn mensen, die de krantenverkoopster een euro geven, zonder daar een krant voor te hoeven. Had ik ook kunnen doen en dan had ik nooit gewéten dat het een krant uit een heel andere regio was. Maar ik leg nu even de nadruk op de niét noodlijdende indruk die de vrouw maakt. Ze hoeft niet te bedelen en doet dat ook niet, ondanks dat ze die euro wel aanneemt. Logisch, al was je ’t zelf, nietwaar?

Maar vanmiddag waren we er getuige van, dat een mevrouw naar haar toeliep en met een hand op haar arm en een uitdrukking van mededogen op haar gezicht aan haar vroeg: “Zal ik een brood voor je kopen?”. En de krantenverkoopster verstond haar waarschijnlijk niet goed of zo, want ze begreep er niks van! Die mevrouw moest het wel drie keer herhalen.

We zijn doorgelopen en hebben het gesprek verder niet afgewacht, maar ik had ’n beetje last van plaatsvervangende schaamte. Is dat raar……?