Genieten…..

‘k Ontdekte dat het alweer twaalf jaar geleden is, dat ik met Elswhere.org begon. Dus zolang, eigenlijk al ’n jaar langer zelfs, genieten mijn kloris en ik van ons pensioen. Zo heet dat dus, hè: van je pensioen genieten. Nou vind ik het ‘niks te hoeven, niks te moeten’ en je eigen tijd kunnen indelen ook een niet te versmaden voordeel van deze periode, hoor. Maar verder is het gewoon een fase in je leven natuurlijk. Met de nadruk op natuurlijk.

Als ik in oude dagboeken wel eens nalees wat we destijds allemaal moesten doen en hoe stervensdruk we het eigenlijk hadden, dan is het tegenwoordig maar rustig. En evengoed gaat een week maar zó voorbij! Alsóf je het toch druk hebt. Soms is dat ook wel zo, maar lang niet altijd. Als je ouder wordt gaat de tijd langzamer, zeiden ze vroeger wel eens. Nou, mooi niet. Morgen alweer oktober, mensen!

Vanmiddag hebben we trouwens twee staatsloten gekocht, omdat ze morgen élk kwartier honderdduizend euro gaan verloten. Dat leek ons wel spannend onder het motto JKNW. (Jekannieweten….) Misschien, heel misschien zal ik het laten weten als het wat wordt. Maar het kan ook wel zijn, dat we op een cruiseschip zitten. Dat zal pas genieten worden, zeg…..!


Sleutelrol…..

Gisteravond in het tv-programma “Radar” had Antoinette Herzenberg een onderwerp over sleutels. Gebleken was, dat in een wijk een hele serie woningen precies dezelfde sleutel hadden, waarmee men de zogenaamde veiligheidssloten op de diverse ramen  kon afsluiten. ’n Beetje slimme inbreker had op die wijze eenvoudig toegang tot maar liefst 67 woningen. Er was ook al ingebroken bij verschillende huizen en getoond werd hoe dat was gegaan. De bewoners waren er bij toeval achter gekomen dat de raamsleutels allemaal hetzelfde waren.

De directeur van de slotenfabriek werd bij Antoinette op het matje geroepen. “Dat is toch raar?” zei ze.  “Nee, hoor” zei de slotenman “de sloten zijn bedoeld als veiligheid voor bijvoorbeeld kinderen, dat ze de ramen niet open kunnen doen. Veiligheid vanuit de binnenkant. Voor veiligheid vanaf de buitenkant moeten de mensen zelf zorgen. De politie kan je precies vertellen hoe je dat kunt doen.”  Nou ja, uiteraard kwamen ze er bij “Radar” niet uit. Allemaal dezelfde sleutel was bij de nieuwbouw ook goedkoper.

Dat gedoe met een sleutel deed me denken aan wat wij meemaakten, toen we zo’n veertig jaar geleden in Groningen woonden. We hadden toen een gehuurd rijtjeshuis in een straat, waar de buurt niet echt nieuw was, maar de huizen waren aardig modern. Tegenover ons woonde een familie: man, vrouw en drie kinderen.  Aardige mensen.

De vrouw was een huisvrouw van de oude stempel. Elke week werden de ramen gewassen, de stoep geschrobd en elke dag om zes uur stond de maaltijd op tafel. Zo was ik niet eigenlijk en ik keek mijn ogen uit, hoor, en ergens schaamde ik ze ook wel es uit mijn hoofd omdat ramen wassen niet zo op mijn prioriteitenlijstje stond. De man was verbonden aan de universiteit. Wat ie precies deed, weet ik niet, maar het was wel iets waar hij voor had gestudeerd en thuis veel moest lezen en werken.

Op een dag vertelde de buurvrouw met rode ogen dat ze gingen scheiden. Haar man zou vertrekken en de twee oudste kinderen hadden ervoor gekozen met hem mee te gaan. Het jongste kind, dat toen een jaar of acht was, wou ook met z’n vader mee, maar moest bij zijn moeder blijven. Vader vertrok op een zaterdag met een volgeladen auto en twee kinderen, terwijl het jongetje op de stoep hard huilend met de auto mee holde. Het was een regelrecht drama. Recht tegenover ons, het was niet te missen.

De volgende dag kwam de overbuurvrouw bij ons. Voor een beetje troost, dachten wij en gingen er alvast recht voor zitten. De tranen zaten natuurlijk nogal los, maar er was ook erg veel kwaaiigheid in haar verhaal. Ze had het niet zien aankomen, zei ze. Teveel gepoetst, dacht ik, maar dat zei ik natuurlijk niet. Er was geen spaan meer heel van haar man, maar waar ze éigenlijk voor kwam was de sleutel van onze gangkast. “Hè?” zeiden wij, “waarom?” Nou, haar man had van alles opgeslagen in een van de slaapkamers, die op slot gedaan en de sleutel had ie meegenomen. En ze wilde die kamer ópen hebben! Ze wist dat onze gangkastsleutel op haar slaapkamerdeur paste, want er zat systeem in de sleutelposities van de huizen in de wijk. Iets met even en oneven nummers of zo. We hebben niet gevraagd hoe ze dat wist, maar als je veel poetst weet je dat soort dingen misschien wel.

Niet aardig wellicht, maar we hebben geweigerd. We vonden een en ander ontzéttend zielig, hoor, en hebben haar dat ook verteld. Maar we wilden niet verwikkeld raken in huiselijke problemen waarmee we niets te maken hadden. Of dat verstandig was, weten we niet, want nu was de liefde met de overburen ook nog es over natuurlijk. De dreun waarmee de voordeur werd dichtgesmeten was veelzeggend. Maar natuurlijk was het eigenlijk dus de schuld van de slotenfabriek…..

 


Deelneming…..

Mooi woord, hè? Participatiesamenleving. Daar nemen we dus met z’n allen aan deel. De één wat meer dan de ander, maar toch. Het solidariteitsprincipe, zoals dat in mijn jonge jaren werd aangemoedigd, schijnt wat af te zwakken, om het maar mild uit te drukken. Dat was ‘rooie-rakkerspraat’en de rooie rakkers zijn vandaag de dag natuurlijk ook niet meer wat ze geweest zijn. Vind ik dan. Je moet als individu  zo goed mogelijk voor jezelf zorgen en lukt je dat niet helemaal, dan heb je gewoon pech.

Even over gisteren. Willem Alexander deed het als tekstverwerker niet zo slecht. De entourage met Máxima ernaast als kroongetuige was traditioneel. Ze paste er goed bij, zoals ze soms naar ‘m keek. Als een trouwe echtgenote, die trots is op d’r kloris.

Haar hoed was nogal ruim bemeten, vond ik. In de zaal dacht ik dat de bezuinigingen nogal hadden toegeslagen op het hoedjesfront, maar echt goed gekeken heb ik niet, hoor. Jeanine van Defensie had helemaal geen hoofddeksel, maar ja, die had natuurlijk net die JSF’s aan moeten schaffen.

De vorstelijke boodschap was dus niet onverdeeld vrolijk, maar dát was allang geen nieuws meer. Trouwens, de boodschappen bij de super vallen weer mee, want daar is het oorlog. Nou, profiteer er maar van en denk niet aan al die noodlijdende bedrijven die er achter zitten bij jouw voordeel. Daar heb ik nog altijd moeite mee, maar ja. Zie je het nou? Daar ga je al: het ieder-voor-zich-principe!

Voorlopig betuig ik iedereen mijn participatie…..


Dertien in een dozijn….

En…..? Al van de trap geduveld en je enkel verzwikt? ’n Blauwe envelop op de mat? Of een bekeuring, ook leuk? Zulke geintjes zouden allemaal moeten gebeuren vandaag, want het is vrijdag de dertiende! Als ik dat verhaaltje in de krant niet had gezien, had ik me die datum niet eens gerealiseerd.

Ik ben niet zo van het bijgeloof. Van het geloof ook niet, maar van het bijgeloof al helemaal niet.  Toch zijn er heel wat hotels zonder kamer 13. Gebouwen zonder 13e verdieping. Ik vind dat trouwens een gek woord: verdieping. We hebben het daar bij ons thuis wel eens over gehad. ’n Parkeergarage, ja, maar je begint bij een gebouw of een huis toch niet te tellen op zolder? De dertiende etage is toch logischer?

Maar nou ja, daar hadden we het niet over. Wel over de rare hekel die mensen hebben aan het nummer 13. Ze willen niet trouwen op een 13e van de maand, hoewel ze wel graag een dertiende maand willen. Is toch gek, nietwaar?

Ik las vanmorgen dus over een stel hier in Apeldoorn, dat nogal gerelateerd was aan het getal dertien. De vrouw kwam uit een gezin met dertien kinderen, was jarig op de dertiende, kreeg toen zelf een dochter op een vrijdag de dertiende en toen ze een huis lieten bouwen bleek dat óók nog es een nummer 13 te worden.

Ze hebben toen maar een nogal apart nummerbord op hun huis gemaakt: “12+1=”. Het is even rekenen, maar er is, sinds ze er wonen en dat is alweer een hele tijd, geen brand en ook geen overstroming geweest, dus zoiets helpt wel, hoor…..


Voor paal…..

Een ontwikkeling waar mijn blinde kloris hartstikke benieuwd naar is, is de Google-bril waar aan gewerkt wordt. Die kan je laten hóren wat ie ziet. Er wordt al hevig mee geëxperimenteerd en het lijkt hem wel wat. Er kan heel veel interessants mee, ook wel dingen waar een blind iemand minder aan heeft, maar het schijnt dat je ‘m ook kunt programmeren zodat hij mensen, die je tegenkomt, herkent.

Dat is voor een blinde misschien wel handig. Geen onbekende mensen natuurlijk, want je kunt moeilijk, zoals in zijn geval, heel Apeldoorn in je bril zetten. Maar als ie mij dan aankijkt, zegt de bril: “Els”. Nou, dat is toch mooi? Dan weet ie dat.

Eigenlijk vind ik deze manier van mensen herkennen ’n beetje malligheid, hoor. Mijn man is er zo een die iedereen meteen herkent als iemand “dag Jouke” tegen ‘m zegt. De enkele keer, dat dat niet zo is, lost dat zich binnen twee seconden op. Gewoon doordat diegene even zégt wie hij is. Dat heet menselijk contact.

Het zou dus handiger zijn als de bril “lantaarnpaal” zegt als ie die tegenkomt, want dát is zo’n stiekemerd, die zich stil houdt…..

 

 


Je hebt niks in te brengen……

Vanmorgen stond in de krant een geboorteaankondiging, die gedaan werd door het ‘slachtoffer’ zelf: “Nadat ik negen maanden onschuldig heb gezeten, voor iets dat papa en mama hebben gedaan….” Het ging nog verder, maar dit vond ik leuk gevonden. Zijn ouders waren na z’n vrijlating, schreven ze er onder, trouwens superblij met ‘m, hoor, maar van ook maar een béétje berouw tonen voor hun daad was geen sprake!

Gisteren bij de rechtszaak in Zutphen betreffende de zoon, die zijn moeder had geholpen haar leven te beëindigen, omdat ze het als 99-jarige totaal niet zag zitten om ook nog eens 100 te moeten worden, zei iemand die in het publiek buiten het gerechtsgebouw stond het ook: “Over het feit,  dat je op de wereld gezet wordt heb je niks te vertellen en over het feit dat je ’t  eigenlijk wel genoeg vindt zo, ook niet!”

Ik heb een paar jaar geleden die documentaire gezien, die deze zoon gemaakt had over het moeizame proces, dat hij samen met zijn moeder had moeten doormaken om haar doodswens vervuld te krijgen. Ik vond dat verhaal toen zo schrijnend, omdat er, behalve door haar zoon, helemaal niet geluisterd werd naar wat de vrouw, bij haar volle verstand zijnde, graag wilde. En dat was een waardig einde.

Het tehuis waar ze woonde kon daar niet in meegaan. Dat zaagde wel een heleboel bomen om, want er moest een nieuw gebouw komen, waardoor ze haar uitzicht op de eekhoorntjes waar ze dagelijks nog plezier in had, kwijtraakte. Dat was de druppel eigenlijk, zei haar zoon.

Maar dat je dan stiekem pillen moet gaan sparen en die op een achternamiddag met een bakje yoghurt naar binnen moet gaan werken is toch mensonterend. De zoon vind ik een held. Je moet het maar kunnen. Een daad van liefde (ook de terechte  titel van de film) zonder meer. Wat mij betreft hoeft hij geen berouw te hebben.

Rouw om het verlies van zijn pientere moeder, dat mag. En zorgvuldigheid in zo’n geval, dat moet natuurlijk. Soms moet er misschien op toegezien worden, het is niet zo maar iets. Dat kan een dokter zijn, die trouwens ook maar een mens is. Maar liefst wel een met oren aan zijn hoofd. Albert Heringa maakte de film over zijn ‘misdaad’  helemaal  expres, om een moeilijk onderwerp bespreekbaar te maken. Dat levert hem misschien nog een straf op ook. Ik kan het me niet voorstellen, maar het zou kunnen.

Maar ik hoop, dat de rechter, ook een mens, met wie weet nog een moeder, wijs beslist…..

 

 

 


Zó moet techniek…..

‘k Maak bij voorbaat mijn excuses aan alle wél handige mannen, omdat ik er zo erg om moest lachen, maar ik zag gisteren, bij het opendoen van de zonwering boven, toch wel zo’n leuk staaltje van gezond vrouwenverstand! Geweldig.

Nu iedereen weer zo’n beetje terug is van vakantie, worden overal caravans opgeruimd en vouwwagens ingeklapt. Een eindje verderop in de straat waren vier (!) mannen, ’n vader en z’n zoon met wat vrienden, bezig om zo’n vouwwagen achter het huis te krijgen. Ik vond dat wel een mooie onderneming, want de tuinpaadjes hier in de buurt zijn niet van villaformaat. Ze hadden een soort platte kar, zo-een waar je ook wasmachines en zware kasten mee verplaatst. De vouwwagen werd daar met z’n zijkant op gezet en hij moest over het paadje eerst richting de voordeur worden gereden en daarna linksom langs de zijkant van het huis naar de achterkant. Dat was het plan.

Nou, het eerste stuk ging best goed, hoor. Wat wil je, met z’n vieren moet dat wel lukken. Maar toen moest er van richting veranderd worden. Bochtenwerk. Ze kregen het ding de hoek niet om. Even terug, nog es proberen, maar het ging niet. En toen gingen ze vergaderen, de mannen. Er omheen lopen, bukken, kijken, wijzen, praten en de vertwijfeling sloeg aardig toe.

Toen ging de voordeur open en kwam er een vrouw naar buiten. Die keek ook, schopte tegen de wielen van de onderste kar, terwijl ze een beetje tegen de bovenkant van de vouwwagen duwde en toen zat er beweging in. De mannen, die hadden staan kijken schoten toe om het zware werk over te nemen en moeder ging, met zo’n gebaar van:  “niks te danken, graag gedaan”, weer naar binnen.

Koffie zetten waarschijnlijk…..