Onderzoeksresultaten……

Wat ze al niet ‘onderzoeken’ tegenwoordig, zeg! Je wordt doodgegooid met de uitkomsten van de meest vreemde onderzoeken. Waarvan het merendeel mij eigenlijk niet zo interesseert. Wat kan het mij schelen of mijn borsten krimpen van meer dan drie koppen koffie per dag. Dat hebben ze namelijk in Zweden vastgesteld. Als dat waar was zou ik al niks meer van mijn bos hout over moeten hebben, want ik ben een stevige gebruiker, zal ik maar zeggen. En niets is minder waar.

Verder las ik dat vrouwen die hun haar laten blonderen daarna meer zelfvertrouwen hebben. Is ook degelijk onderzocht. Zou dat met blondines die zich laten bruineren dan anders zijn? Die zullen zich daarna toch ook beter voelen, anders zouden ze ’t wel laten. Raar onderzoek dus.

Ik hou erg van de kleur rood. Niet zozeer als haarkleur, hoewel ik ’t leuk vind dat niemand er meer mee geplaagd wordt. Er is veel rood haar dat niet van nature zo is maar helemaal expres. Ik herinner me van de lagere school wel kinderen die het niet makkelijk hadden door hun rode haar. En als je daarbij nog een brilletje nodig had, was je helemaal in de aap gelogeerd.

Nee, gewoon helder klaprozenrood, dat vind ik mooi. Ik had vroeger rode rokken, schoenen, jassen, truien, nou ja, van alles eigenlijk. Dat is ’n beetje over, want voor alles is een tijd. Van het onderzoek dat ze nu gepubliceerd hebben over dat een vrouw rode kleding moet dragen als ze de aandacht wil trekken van mannen, nou daar keek ik wel van op, hoor! Destijds nóóit iets van gemerkt. Mannen zouden ook meer geld uitgeven tijdens een afspraakje met een vrouw in het rood. Stom, komen ze zelf in het rood. Nou ja, ook nóóit iets van gemerkt van die vrijgevigheid.

Een en ander schijnt te maken te hebben met apengedrag, onze afstamming dus. Apenmannen reageren op de rode achtersteven van hun vrouwtjes. Tja, dan hoef je de stad niet in om een nieuwe rooie jurk te kopen, dat is maar mooi makkelijk. Ik hou het er maar op, dat toch de inhoud van een rood kledingstuk het meer bepaalt. En dan vooral de inhoud van zo’n blond hoofd met zelfvertrouwen…….


Kalk…..

Mijn zus is geboren in 1945. Jullie kennen mijn zus helemaal niet dus ze vindt het vast niet erg, dat iedereen, die dit leest, nu weet dat ze 63 is. Ze ziet er nog fantastisch uit. Er is een tijd geweest dat mijn zussen en ik het niet zo leuk vonden om ouder te zijn, maar dat is zo zoetjesaan wel voorbij. Denk ik, hoop ik.

Nu las ik, dat kinderen, die uit 1945 stammen, genetisch anders zijn dan vroeger of later geborenen. Dat komt door het voedseltekort in de hongerwinter van ’44 in met name het westen van Nederland. Daar hadden de moeders in Amsterdam, waar wij toen woonden, ook mee te maken.

Die gen-veranderingen zijn na zestig jaar nog waarneembaar, is aangetoond. Het gaat om een molecuul dat het aan- en uitzetten van een gen regelt. Dat heeft een code die dat bepaalt. Bij broers en zussen van de hongerwinterkinderen hebben ze dat vergeleken. Die laatsten hebben minder van die moleculen op het zogeheten IGF2-gen, want dat speelt een belangrijke rol tijdens de groei in de baarmoeder.

Ik heb de zwangerschap en de geboorte van mijn zusje, net na de bevrijding, heel bewust meegemaakt en mijn moeder woog aan het eind van de negen maanden maar 89 pond. En da’s niet veel. Mijn vader zorgde ervoor dat ze genoeg kalk binnenkreeg door restjes schoolbordkrijt, die hij meenam van de school waar hij les gaf toen, fijn te raspen boven de tulpenbollen die we aten. Ik zie het ‘m nog doen.

Mijn kleine zus haalde net de 4 pond toen ze kwam. Een lief scharminkeltje. Ze is de eerste jaren van haar leven dan ook druk geweest met het wegwerken van allerlei tekorten. Ook mijn ouders waren er druk mee. We hebben zelfs nog een tijdje aan zee gewoond in een natuurvriendenhuis om haar luchtwegen in orde te krijgen.

Ik moet zeggen: ze is goed opgedroogd. Van die gen-apartheid is aan de buitenkant niks te merken. Helemaal zonder kwalen is ze niet, maar ik ben van ruim voor de oorlog en heb ook wel es wat, dus dat zegt helemaal niks. Maar we hebben geen van allen ooit iets gebroken bij mijn weten. Misschien wel dank zij die kalkbemesting door onze paps…..!


Voetbalvrouwen……

De emancipatie scoort. Er is tegenwoordig meer vrouwenvoetbal op de televisie. Het is nog niet in verhouding met het mannenvoetbal op tv, maar dat is logisch omdat er minder voetbalsters zijn dan voetballers.

Ik zag op een site het woord “damesvoetbal”. Dat moeten ze niet doen, dat is Libelle-taal. Herenvoetbal bestaat toch ook niet! Voetbalheren bestaan wel, maar die zitten in het bestuur en sturen ’n hele technische staf naar huis.

Wat ik wel grappig vind is dat de naam van sommige clubs nog zo helemaal van de jongens is. Zo las ik vanmorgen bij de sportberichten in de krant, dat de girls van de Victoria Boys het zo prima gedaan hadden tegen die van de Enschedese Boys.

Klinkt wel gezellig, hè, zo saampjes……..


Kijk es naar ’t vogeltje…..

Gisteren was ik even als extra chauffeur en hulp met onze jongste dochter mee naar een ‘kids playground’. Haar jongste zoon had daar zijn feestje ter gelegenheid van zijn zesde verjaardag. Dat is big business, hoor, kinderverjaardagen! De ‘kids’ hebben het wel erg naar hun zin gehad. Het kóst wat, maar dan heb je ook wat. Joost zit goed in z’n vriendjes en vriendinnetjes dus een groep van 8 van die koters heb je maar zo bij elkaar. Leuke kinderen, ik kan niet anders zeggen, bijdehand maar net niet té en zo heeft deze oma ze natuurlijk wel graag.

De playground is een enorme hal (vroeger was het ’n kartbaan!) vol met glijbanen, klimtorens, kruip-door-sluip-door-gangen, springkussens, ballenbakken, auto- en fietsbanen en trampolines. Laat daar de kinderen los en je ziet ze voorlopig niet meer terug. Waar ze de energie vandaan halen voor al dat gebuitel en gespring, geweldig! Zo nu en dan komen ze even langs om iets te drinken of te eten en hup: wég zijn ze weer.

Mijn dochter speelde vrolijk mee met de kids, transpireerde zich een ongeluk, maar dat scheelt weer een dagje verplicht sporten. Ik zat als ‘baken’ op de spullen te passen en ook dat was nuttig. Onderwijl zat ik mijn ogen uit te kijken en in mijn herinnering te graven hoe wij ook alweer de kinderverjaardagen vierden. Ik kwam tot poffertjes bakken en voetballen op de hei en zo.

Wat ook anders is nu: de kinderen zijn van jongsaf aan zó gewend continu op foto of film gezet te worden! Wij hebben best nog wat foto’s van vroeger, hoor, met de jarige er op, maar gisteren zag ik vaders en ook moeders met de camera achter hun kroost aandraven, terwijl de kinderen zich daar zéér bewust van waren. Ze wachtten met van de glijbaan afkomen tot pa de juiste positie had ingenomen. Als echte acteurs.

Mijn dochter en ik waren beiden onze camera’s vergeten en zelfs de telefoons die uitkomst hadden kunnen bieden. Er zijn dus geen foto’s van het bezoek aan de kinderspeelplaats. En dat vinden we eigenlijk helemaal niet zo erg…….


Het mag geen naam hebben………..

Op www.kenteken.nl schijnt het een fluitje van een cent te zijn om na te gaan wat die ouwe brik van je buurman nou nog waard is. Als je dat zou willen weten dan. Kun je zó opvragen. Hoef je geen politieagent voor te zijn of zo. Nou weet je toevallig ook nog hoe je buurman heet dus welk voertuig bij hem hoort. Maar van het autoverkeer dat gewoon door je straat rijdt weet je doorgaans niet wie de chauffeur is. En zo hoort het ook, privacy voor alles.

Maar nu kreeg ik via de post van een garage hier in de buurt, die ik niet ken en waar ik nog nooit ben geweest, mijn bloedeigen kentekenplaat door de brievenbus geschoven. Weliswaar van karton, maar ’t was ‘m precies, hoor! Zelfde nummer, zelfde formaat. Op de achterkant stond mijn naam en adres vermeld en de brandmelding dat ik als de wiedeweerga moest zorgen dat mijn vervoermiddel vóór 6 november APK gekeurd werd. En dat wilde die garage dan wel voor me doen want daar waren ze heel goed in. We wisten het al van die APK-verplichting en ik ben heel braaf en gezagsgetrouw dus we hadden al een afspraak met de dealergarage. Het komt dus helemaal goed met die keuring en we hebben die reclamegarage helemaal niet nodig.

Dat het opvragen van kentekens niet meer is voorbehouden aan de politie en dat Jan en Alleman dat zomaar kan doen, dat kan z’n nut hebben natuurlijk. Dat je weet hoe oud ’n auto precies is, zodat je de dagwaarde kunt inschatten als je ‘m zou willen kopen. Maar dat aan die informatie de naam van de eigenaar gekoppeld zit en dat die gebruikt kan worden voor reclamedoeleinden, dat vind ik raar. Zou de Rijksdienst van het Wegverkeer daar een bijverdienste aan hebben? Als dat zo is word ik maar es ’n beetje minder gezagsgetrouw. Laat ik ‘m lekker keuren op zéven november of misschien wel de áchtste of pas in december……….!


Feestartikelenwinkel…….

‘k Heb alweer iets te melden over de C1000, zeg! Er is er namelijk een op het Buikslotermeerplein, die het al sinds de zomer voor elkaar krijgt bij het stadsdeel Amsterdam-Noord om bijna elke zondag geopend te mogen zijn.Hoe doen ze dat? Nou, de eigenaar claimt voor zowat elke zondag een “feestdag” om z’n winkel open te houden.

Is het niet ter gelegenheid van de Braziliaanse Onafhankelijkheidsdag

dan is het wel de Tsjechische Johannes Husdag. Hij verzint ze waar je bij zit. Open rond Sinterklaas en Kerst dat was niks bijzonders, maar je hebt nog het Suikerfeest en volgende maand op 2 november is het Allerzielen, de week daarna is het vanwege de Nationale Vleeswarenbeurs. En op 16 november is het de Dag van de Verdraagzaamheid, nou als je dan niet open mag is dat wel érg onverdraagzaam! Eigenlijk is het wel heel creatief, listig en slim verzonnen allemaal. En dat vond de Stadsdeelraad zeker ook. Die willen wel leven in de brouwerij. Maar de winkeliersverenigingen in Noord hebben d’r genoeg van. Die zien nogal wat omzet weglekken. Ze stappen naar de rechter. ” Er wordt oneigenlijk gebruik gemaakt van de ontheffingsmogelijkheden”, zegt hun advocaat.

Ik schreef al eens over hoe de zondagsopening hier in Apeldoorn de gemoederen bezig houdt. En dan gaat het over een opening van een paar uurtjes van 4 tot 8 en niks feestelijks, hoor! Gewoon saai gedram met wat handtekeningen om op zondag je boodschappen te kunnen halen. Dan doen ze dat daar in Noord toch leuker, vind ik. Ze hebben d’r ook meer nationaliteiten natuurlijk, dan valt er altijd wel iéts te vieren. Maar die C1000-eigenaar vind ik een grapjas, zonder meer……!


Hollandse pot……

Het is bij ons thuis een sport om het woord bifidusactiregularisbacterie snel en zonder stamelen uit te spreken. Zoals ze dat in die reclame doen voor dat spul dat het zo goed doet in je darmenstelsel. Zo vlug uitgesproken klinkt ’t heel wetenschappelijk en gezónd ook. En gezond is belangrijk, dat weet iedereen. Kinderen krijgen geen appel meer mee naar school maar een flesje waar álles in zit aan vitamientjes en mineraaltjes. En de moeders hebben natuurlijk gelijk als ze op geen andere manier hun gemakzuchtige kroost aan het fruit krijgen. Om het over de groenten maar niet te hebben.

Ik las dat C1000 ouderwetse, “vergeten” groenten in het assortiment gaat opnemen. Pastinaak, aardpeer en schorseneren bijvoorbeeld. Een andere, eveneens ouderwetse, benaming voor schorseneren is “keukenmeidenverdriet”. Dat zal verdorie toch niet voor niks zo heten, denk ik dan! Ze gaan de groenten dan ook verkopen als stamppotpakketten, zoals pastinaakstamppot met Gele van Mollestaart (ook ’n hele mond vol, zeg!) compleet met aardappelen en uien. Kant en klaar, geen keukenmeidenverdriet bij het schoonmaken. Dat is ’n beetje flauw eigenlijk: ouderwets is ouderwets! Die Gele van Mollestaart is trouwens een gele peen, oorspronkelijk afkomstig uit Limburg.

Wat ik wel fraai vond in de berichtgeving over die plannen van C1000 met betrekking tot die ouderwetse groenten is, dat ze zeiden te verwachten dat de marketing het best zou slagen in de Randstad. Dat zou komen doordat daar meer culinair avontuurlijke mensen wonen, die wel es wat anders willen proberen. Het platteland, en dat is de rest van Nederland dus, is toch wat tradioneel. Nou oké, we hóeven dus niet, maar ik zie wel wat we doen.

Zouden er eigenlijk wel bifidusactiregularisbacteriën zitten in die groentes…..?


Bruidsvlucht……

Was gisteravond met mijn filmclubje naar “Bride Flight”. Het is een mooie film waar over nagepraat kan worden en dat hebben we dan ook gedaan. We waren met tien vrouwen, van wie sommigen het boek gelezen hadden en bang waren dat de film zou tegenvallen. Dat is niet zo. Ik las ergens, dat het scenario er eerder was dan het boek. Eigenlijk dus een boek naar aanleiding van een nog te maken film. Dat is weer eens iets anders.

In recensies werd nogal eens de nadruk gelegd op het feit dat het een vróuwenfilm zou zijn. Het woord keukenmeidenromantiek is zelfs gevallen. Een perfecte film voor een Ladies Night, werd er geroepen. Inderdaad gaat de film over de liefde. Tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen moeders en kinderen. En daar hebben bij mijn weten mannen toch ook een aandeel in. Hoe worden vrouwen anders moeders, nietwaar? Maar inderdaad, er zaten gisteravond weinig mannen in de zaal. Tja, het is geen Rambofilm, hoewel er nog een best robbertje vechten in voorkomt. Om een vrouw ja, en dát is natuurlijk wel weer romantisch!

Er wordt overal wel veel ophef gemaakt van het feit dat Rutger Hauer meedoet. En dat vind ik nou weer overtrokken, moet ik zeggen. Het is een goeie acteur, zonder meer, maar zijn aandeel is klein en vooral ligt ie dood te wezen. Dat lijkt me trouwens nog moeilijk genoeg. Verder is er geweldig gecast. De personages in jonge en oude uitvoering zijn erg goed uitgezocht en er wordt goed geacteerd. En wat is Nieuw Zeeland ’n mooi land! Daar speelt het verhaal zich af en er is ter plaatse al een website die adverteert met een tour langs de filmlocaties. De marketing klopt dus ook aan alle kanten van de aardbol.

Nou ja, ik heb gewoon genoten, ‘keukenmeid’ vind ik een uitgestorven woord, maar de romantiek houden we er nog maar ’n poosje in. Daar helpt “Bride Flight” wel bij……!


Ik heb eerbied voor úw grijze haren……

‘k Las erover en ik hoorde erover op de radio. Als je een bejaarde behandelt alsof ie ’n kleuter is en er ook op die manier tegen praat, dan kost hem dat zeven jaar van zijn leven. Gaat hij van ellende, intimidatie en frustratie eerder dood. Dat klinkt erg heftig, zeg! Dat mensen, die al dan niet plotseling in een afhankelijke positie verkeren, niet allemaal even mondig zijn, dat lijkt me bekend. Je moet maar net familie hebben die ’n beetje voor je opkomt. Het afhankelijk zijn op zich is voor velen al zo frustrerend dat er niet veel van hen overblijft. Maar daar hoef je niet per se bejaard voor te zijn.

Ik heb lange tijd in ’n revalidatiecentrum gewerkt met en voor mensen die visuele beperkingen hadden (gekregen) . Over hen werden zogeheten cliëntenbesprekingen gehouden. Daar waren ze niet bij. Maar de manier waarop soms (en niet door iedereen, hoor) over hen werd gesproken was wel eens zó denigrerend en respectloos, dat ik me er mateloos aan kon ergeren. Iemand was een “minkukel” als er weinig met hem te beginnen was, of een vrouwtje was “niet erg nozel”(ha,ha, wat was dát leuk gezegd!) of een “scheetje”, wat ik minstens zo gruwelijk vind om over ’n volwassen iemand te zeggen. Dat laatste zei een medewerkster over een oudere man, hoogleraar aan een universiteit geweest, maar helaas zijn gezichtsvermogen verloren.

Luister, voordat daar misverstand over ontstaat: iedereen deed zijn stinkende best om de mensen te helpen hun leven weer op de rails te krijgen met veel deskundigheid, maar dat speciale trekje van hulpverleners heeft me altijd tegengestaan. Natuurlijk kom je in het werken mensen tegen van allerlei rangen en standen, maar hoe je iemand benadert, daar mag geen onderscheid in zijn. Het enige verschil is, dat hij even jouw hulp nodig heeft.

Het was bij onze instelling de gewoonte iedereen bij de voornaam te noemen. Ik had er dan ook geen enkel bezwaar tegen als een joch van 18 mij Els noemde. Het werkte wel ontspannen al had ik, ook toen al, z’n grootmoeder kunnen zijn. Een jonge oma, maar toch. Maar als ik een ouder iemand trof, wachtte ik wel tot diegene tegen me zei: “Noem me Annie asjeblieft en geen mevrouw!”. Dan was het van de hulpvrager uitgegaan en niet andersom. Ik vond dat het zo hoorde en vond het ook prettiger.

Ik heb wel eens ’n stagiaire onder m’n hoede gehad, die standaard zei: “En….hoe gaat het met Willem( of wie ze voor zich had dan) vandaag? Hebben we een beetje goed geslapen?”. Had ze op school geleerd: belangstelling tonen voor het lichamelijk welzijn van de cliënt. Ik had ’t er snel uit, gelukkig. Zeker met hulp van Willem die zei: “Hoezo? Hebben wij het bed gedeeld vannacht……?


Deskundige…..

Omdat we volgende week een jarig kleinkind hebben, stortten we ons deze middag weer eens in de wereld, die “speelgoed” heet. Het was erg druk in de winkel vanwege de herfstvakantie. We hoorden dan ook bijzonder vaak “Oma!” roepen. Niet dat ik meteen omkijk, hoor, maar er waren uitzonderlijk veel oma’s in omloop. Ook vanwege de herfstvakantie.

We wisten wat de jarige op prijs zou stellen dus konden we gericht op zoek. En omdat we er geen verstand meer van hebben, want het speelgoed is vandaag de dag een ingewikkelde materie, waren we op een gegeven moment wel bij de juiste stelling, maar verder wel een beetje confuus bezig. Het moest iets van Lego zijn, maar dan van “Indiana Jones”. Daar zijn nogal wat spullen van te krijgen in diverse prijsklassen. En we zijn dan wel goed, maar ook weer niet gek natuurlijk. Door sam-sam te doen met de ooms en tantes van de jarige konden we toch leuk in de bus blazen, vond ik. Maar nogmaals: veel verstand hebben we d’r niet van.

Naast ons stond een jongen van een jaar of 11 ronduit te watertanden. Elf, dat is meestal de leeftijd dat je van je zakgeld ergens voor sparen moet, omdat ze terecht vinden dat je de waarde van het geld moet leren kennen. Het joch zag ons zoeken, in hem ontwaakte een verkoper die van wanten wist en hij wees ons de mogelijkheden van redelijk, gemiddeld en krankjorem in prijs. Zijn hulp was zeer welkom, dat moet gezegd en mede door hem waren we er snel uit! Ik heb ‘m dan ook hartelijk bedankt en hij vond ons wel een toffe opa en oma, geloof ik.

In deze sector van de economie is trouwens niet veel te merken van de recessie, mensen! Er ging zo het een en ander over de toonbank. Ik weet wel: in een volgend leven begin ik een speelgoedwinkel…….!