Foetsie…..

We gaan even zwitserleven voor een weekje. Gerrit Hiemstra vertelde gisteravond, dat er sneeuw gaat vallen in de Alpen en dat de kans bestaat, dat er passen dicht gaan. Ja, hallo! Dat is geen afspraak natuurlijk. Wij willen meibloemetjes. Het was wel boven een bepaalde sneeuwgrens en we zitten op 1085 meter dus het zal wel meevallen. We gaan muziek maken, heel lenteachtig. Tot later!


Jong geleerd, jong gedaan…..

Toen ik van de week even in het ziekenhuis moest zijn bleek, dat ik een nieuw identiteitskaartje moest laten maken. Het oude ponsplaatje is afgeschaft, ik heb nu een persoonlijke streepjescode. Net als het pakje boter in de super. Het voelt niet anders, maar het is weer een stukje Big Brother.

Ik moest even wachten bij de balie waar een en ander geregeld moest worden. Voor mij was een Turkse grootvader met zijn kleindochter aan de beurt. De man begreep niets van wat de baliemedewerkster zei en de kleindochter van hooguit vijf, die zo klein was, dat ze een stapje achteruit moest doen om die mevrouw te kunnen aankijken, moest als tolk dienen. Dat ging haar geroutineerd af en eigenlijk werd alles door die kruimel geregeld. Ze moesten naar de kinderarts dus ze was nog zelf de patient ook.

Opa legde zijn hand op het hoofdje van zijn kleinkind en glimlachte naar haar. Wat de liefde betreft zat het helemaal goed, maar het had toch iets triestigs eigenlijk. Zo’n kleine hummel in dat grote ziekenhuis met een opa die zich qua Nederlands zelfs niet een klein beetje kon redden, want hij snapte er echt niks van. Verdorie, heeft ma Verdonk toch wel gelijk met haar integratie-Nederlands……


Kunstig…..

‘k Bevind mij nog steeds op vreemde bodem waar het computers betreft om mijn stukjes te droppen. Dat is niet erg, maar ik zit dan ook niet op mijn eigen kamertje en dat mis ik wel een beetje. Maar het komt goed, zeggen ze, dus ik wacht rustig af.

Ik heb bovendien van allerlei anders ook te doen, hoor. Zo gaan we woensdag bijvoorbeeld naar Drente. Een poosje terug schreef ik er over, dat ik op de website van een kunsthandel in Amerika een schilderij had ontdekt van mijn oom. En ook over de plek, waar het huis van mijn kunstschilderende oom nu nog staat en waaraan ik veel leuke herinneringen heb.

Daarop kreeg ik een reactie van de huidige bewoners van het huis. Het is helemaal gerestaureerd en in 2008 bestaat het 100 jaar en we zijn uitgenodigd om het te komen zien! Wat we dan ook te zien krijgen is het schilderij waarover ik schreef, want dat is inmiddels in het bezit van de meneer, die reageerde. Allemaal heel bijzonder dus!

Ik ben dan ook vreselijk benieuwd wat er is blijven hangen in mijn herinnering. In de serre van het huis stond de piano van mijn tante en daarop heb ik als klein kind mijn eerste muzikale noten uitgeprobeerd. Volgens de huidige bewoners is de serre er nog en staat er ook weer een piano. Die herinnering moet dus alvast lukken!

En dan vertrekken we zaterdag weer naar Zwitserland om in het familiehotel van onze vrienden onze bijna jaarlijkse muziekweek te produceren. We gaan het dit jaar iets anders doen qua aanbod, dus we zijn benieuwd of dat allemaal aanslaat. En of ze al mooi weer hebben daar……


Oase van rust…..

Kom net van de kapper. ’n Noodzakelijk kwaad voor mij, want meestal is het er druk, met veel kakelende vrouwen, hippe muziek en wild bewegende beelden via de mega-tv-schermen die ze hebben. Hádden. Want er is vannacht ingebroken.

Dat was dus het gesprek van de dag uiteraard. Iedere nieuwe klant kreeg het verhaal weer te horen. Nee, ze hadden geen alarm. Een slapeloze flatbewoner aan de overkant had om half vier de politie gebeld, omdat hij de inbrekers zag sjouwen met de spullen, maar ze waren gevlogen toen men ter plaatse kwam.

Maar mensen, wat een rust! Toen veel klanten zaten te lezen, nadat het gebeuren uitgebreid was besproken en wat kapsters “achter” aan de koffie gingen, was het net een klooster in bidstand. De verzekering zal de schade wel dekken, maar tot dan zou een van de meisjes morgen een radiootje meebrengen, zei ze. Ze kunnen namelijk niet tegen zulke stiltes. Zó saai! Nou ja, voor een hele dag kan ik me dat wel voorstellen, maar ik hou wel van lekker rustig. Ik had misschien toch non moeten worden, hoewel, dan was ik nooit oma geworden natuurlijk en al dat bidden..nee, het is wel goed zo. En mijn haar zit weer naar behoren, ook dat…..


Werken voor een fooi…..

In de zondagskrant van maandag stond vanmorgen een artikel over Nederlanders, die als ze een cruisevakantie houden, ongelooflijk knieperig zijn met het geven van fooien. Ze proberen daar steevast onderuit te komen. De mensen, die hen tijdens zo’n rondvaart in de watten leggen, moeten het hebben van de fooien en die hebben geklaagd. De Hollanders zeggen, dat zo’n cruise al duur genoeg is. Ik denk dan, als je geld voor zo’n reis hebt, calculeer het fooiensysteem er dan maar bij in. Dan maar een souvenirtje minder voor tante Jo.

Eigenlijk zouden mensen een behoorlijk salaris moeten krijgen natuurlijk, maar dat terzijde. Ik word van fooien geven altijd een beetje zenuwachtig. Aan wie? waar? wanneer? en vooral hoeveel? Bij mijn kapper stond tot voor kort altijd een potje, maar sinds ze een modern pand hebben betrokken konden ze kennelijk geen designpotje vinden dat bij het glas en roestvrij staal paste. Nu staat er soms iets voor een goed doel, want dat staat wel als ” uitstraling” , maar daar heeft ’t personeel natuurlijk niks aan.

Als je bij een etentje gezellig wordt bediend door een jong, duidelijk bijverdienend, persoon dan vind ik een extraatje leuk om te geven, maar zijn baas krijgt niks. Pinnen is trouwens ideaal, een mooi zakelijke afronding. Mijn opa, die als hofmeester op de grote vaart zat, werkte als hij een paar maanden thuis was en na een paar weken wel weer was bijgepraat met oma, vanwege zijn geweldige talenkennis altijd bij hotel Americain in Amsterdam. Hij had ook wel iets met fooien. Als hij afrekende en een fooi kreeg, die volgens hem die naam niet verdiende, liet hij het muntstukje met veel misbaar vallen en riep:” O, mevrouw, daar gaat mijn fooi!” om die vervolgens te laten liggen en weg te wandelen. Stijlvol toch? Voor Americain dan…….


Verdwijntruc……

Onze dochters zijn een weekendje weg en één van hen had oppas nodig voor de kat. De andere heeft een aardige buurvrouw, die wel even aaitjes en brokjes wil uitdelen aan Kees en andere katvriendelijke bezigheden wil verrichten.

Voor de andere kat wilden wij graag hetzelfde doen, maar het kan maar zo zijn, dat Jelle in het bos zit om muizen te vangen. Daar is ie heel goed in en dat komt ie je heel vaak laten zien met het restant van de muis. Heel mensvriendelijk. Als hij er niet is zetten we het door die mensen verstrekte voedsel maar buiten en houden de aaitjes op zak, want wachten tot de kat terug is van zijn escapades kan lang duren.

Een kat roepen heeft so wie so weinig zin, dat weet iedereen die er een heeft. Zolang hij geen honger heeft komt ie gewoon niet. Jelle is een je-weet-wel-kater en hoe dat in de lente amoureus geregeld is met zo’n type, weet ik ook eigenlijk niet. Enfin, we zijn nu net in zijn huis geweest en hij was inderdaad niet te vinden. Wij hebben onze diervriendelijke plicht in ieder geval gedaan.

Toen onze dochter voor haar vertrek vroeg of we vandaag even voor de kat wilden zorgen zei ze nog : “Als je het een beetje kaal vindt achter ons huis, klopt dat , want ons tuinstel is gejat. Met alle tuinbeelden (en ze hadden hele mooie!) en de fietsen van de jongens”. Het was inderdaad een erg gek gezicht. Lekker ruim, dat wel en nou hoopt ze toevallig binnenkort te verhuizen. Dus die inbrekers zijn alvast erg hulpvaardige types. Maar lullig is het wel, op z’n Hollands gezegd, net nou de zon een beetje schijnt. Jelle lag altijd zo lekker op zo’n stoel, als ie niet op muizenjacht was dan, he………


Goede vrijdag…

Dit is een hele goede vrijdag. Niet beter dan andere vrijdagen, dacht ik, maar toch. Op de boodschappenscanmachine bij de supermarkt zat al de hele week een mededeling geplakt, dat de winkel op Goede Vrijdag om 18.00 uur gesloten zou zijn. Het doet nostalgisch aan, zo’n mededeling. Een herinnering aan onze christelijke oorsprong.

Het zal in de gesloten uren wel extra vakkenvullen worden voor het zakkenvullen opStille Zaterdag, die allesbehalve stil zal zijn. Morgenochtend is het dus weer over, de Goede-Vrijdag-nostalgie.

Ik kan me herinneren, dat bij ons thuis vroeger de week voor Pasen, hoewel we niet kerks waren of zo, in het teken stond van de Mattheuspassie en de nieuwe kleren, die we kregen.’t Huis moest schoon, en als het even kon ging de kachel uit, want het was Pasen, dus lente en de anthraciet was al duur genoeg.Wat ben ik dan blij met onze centrale verwarming in deze te koude Paasweek. Die luxe had ik mijn ouders ook graag gegund. Maar dat is met wel meer spullen die ik met m’n verwende kop heel gewoon ben gaan vinden.

Maar Goede Vrijdag is een dag waarvan nog maar weinig mensen weten wat ie eigenlijk betekent. Een droeve dag dus van oorsprong. Maar ja, sinds ik Antoine Bodar achterop de scooter bij Jan Mulder door Rome heb zien crossen in een reclame voor de Postbank, weet ik niks meer zeker…….


Herkenning…..

Zaterdagavond zat bij Jack Spijkerman’s Koppensnellers ( we zijn verdorie toch voor de bijl gegaan door naar Talpa te kijken, maar dat komt door het voetballen, hoor!) een man, die in zijn hersens een verbindinkje miste waardoor hij geen gezichten kon herkennen. Verder niks aan de hand met die man, maar hij liep zelfs zijn eigen ouders voorbij op straat. Hij had allerlei trucs ontwikkeld, waardoor hij toch wat houvast had in de dagelijkse omgang met mensen, maar het blijft een zeer vreemde afwijking. Hij kon er trouwens geestig over vertellen.

Mijn echtgenoot herkent door zijn gebrek aan zicht uiteraard ook mensen op een andere manier dan door visuele waarneming. Er zijn mensen, die bij wijze van “grapje” hem uitgebreid laten puzzelen wie hij voor zich heeft, maar dat zijn er gelukkig niet veel. Als ik er bij ben geef ik ze geen kans, hoor. Ik zeg meteen wie het is, want ik erger me dood aan zoiets. Ik groet op straat ook wel eens een vage kennis en zeg daarna: “dat was…….” en hij zegt dan nooit “nou, die had ik wel willen spreken”. Hij vertrouwt op mijn inzicht.

Laatst las ik trouwens een artikel over iemand, die zei: “Zien is een kwestie van hersenactiviteit. Het oog is slechts een technisch hulpmiddel”. Ze beweerde dat je door training zou kunnen zien met je hersenen. Ik heb vroeger in mijn werk ook wel mensen ontmoet, die een soort fantoomzien hadden, nadat ze hun gezichtsvermogen hadden verloren. Dat is een heel raar fenomeen, waar iemand erg veel last van kan hebben. Zoiets komt ook voort uit de hersenen, omdat je nog weet hoe iets eruit ziet. Deels omdat je weet dat in een bepaalde situatie, een keuken bijvoorbeeld, er wel een aanrecht móet zijn en dan zie je ‘m ook.

Mijn man, die nooit meer heeft kunnen zien dan wat licht en donker en zelfs dat is met de jaren verdwenen, zegt, dat hij zich voorstellingen maakt van dingen en mensen, die waarschijnlijk weinig met de werkelijkheid te maken hebben. Maar dat hij daar totaal geen last van heeft. Het is zíjn werkelijkheid, ontwikkeld in zijn eigen hersenpan. Kleuren heeft hij nooit gezien en wat hij daarover weet is aangeleerd. Maar wat hoort hij graag over strakblauwe luchten en groene blaadjes! En hij roept vrolijk “tot ziens” tegen iedereen.

En daar kwamen we allemaal op door die man die geen gezichten kon herkennen, omdat er een draadje ontbreekt. Het blijft een boeiend gebied die grijze massa van ons……..


Omweg….

Nou, zeg, ik weet eindelijk hoe ik op mijn eigenste weblog moet werken via een vreemde computer. Zo erg vreemd is ie nou ook weer niet, want hij is van mijn eigenste echtvriend. Dus moet ik wat uitschakelen, dat ik niet nodig heb en hij wel, zoals bijvoorbeeld de brailleleesregel en aandoen wat hij niet nodig heeft en ik weer wel: de monitor.

Mijn computer is nog steeds ongesteld, maar dat komt goed en op deze manier kan ik me toch redden. Want ik mis het toch, dat bijna dagelijks geleuter! Ik lees jullie allemaal wel, maar het voelt toch wat halfbakken zonder eigen bijdrage, zal ik maar zeggen.

Hoewel ik een halfafgebakken borduurwerk weer “ter hand heb genomen”. Dat heet “Teatime”, een soort collage met theekopjes, krakelingen, lepeltjes, kandij, theezakje, theepot, lieve bloemetjes, ’n theebusje, nou ja, heel romantisch English. Ik ben er indertijd mee opgehouden wegens tijdgebrek en de onafzienbare tijd die het nog ging duren voordat het af zou zijn.

En waarschijnlijk, of eigenlijk is dat wel zeker, wegens het feit, dat ik het, zeker bij avond, niet zo goed meer kon zien. Teveel getuur, waardoor fouten maken op de loer lag. Bij telpatronen werkt dat zo. Ik heb een loupe gekocht. Aan de tafel geklemd een goed hulpmiddel. Soms zit ik ongemerkt toch “naast” de loupe te werken, omdat je steeds in eenzelfde houding moet zitten met zo’n ding en ik ‘m toch niet altijd nodig blijk te hebben. Aan ouderdom met gebreken moet je ook wennen kennelijk.

Ik blijk het leuk te vinden om weer eens iets ambachtelijks te doen, waarbij je geduld op de proef wordt gesteld. (Dat was het trouwens toch al door die stomme computer van mij, met z’n rare kuren!). We gaan van de zomer met vakantie naar Engeland en ik kom zo alvast in de stemming met zo’n “high tea” afbeelding, die nog lang niet af is helaas. Maar het is ook nog lang geen zomer, wat zég ik, nog geeneens lénte…..!


Mirakel…

******Door een wonder kan ik nu al zo’n kwartier lang zonder onderbreking mijn overleden computer gebruiken. Hij zou dus schijndood zijn, ware het niet, dat hij elk kwartier of daaromtrent zichzelf dood verklaart. Dat is om ziek van te worden dus ik wil echt een andere. Tot dan hink-stap-spring ik maar door het leven wat mijn computer betreft totdat de mensen, die er echt verstand van hebben en mij kunnen helpen tijd voor me hebben. Of ze wonen te ver weg. En dat is het probleem. Ze kunnen (of willen) mij ook geen factuur sturen. Ik ben hun moeder…..*****