De feministische aanpak …..

Ik kreeg deze cartoon doorgemaild van een man. In hoeverre hij deze benadering prefereert weet ik eigenlijk niet. Moet ik ’t toch eens met hem over hebben, want toevallig is hij wel familie van me…..


Bemoeienis……

De zogenaamd seksistische opmerking van Balkenende : “U kijkt zo lief!”, wat is daar nou mis mee? Zelf zag de journaliste er niks in om je druk over te maken. Ze kreeg geen antwoord op haar vraag en dát was de moeilijkheid. Dat anderen feministische stampij gaan maken is háár probleem in elk geval niet.

Het is net zoiets als wat mijn blinde man jaren geleden overkwam op het perron van station Amersfoort. Hij werd “aangereden” door een transportkarretje van de NS. Geen gewonden, geen schade, niks aan de hand eigenlijk. Het was druk. Hij vervolgde dan ook gewoon zijn weg en dacht er niet meer aan.

Maar “iemand” in de trein had het gebeurde gezien en ’n klacht ingediend tegen de bestuurder van het karretje. Er werd uitgezocht waar mijn man werkte en de medewerker werd gesommeerd om op het kantoor van mijn echtgenoot zijn excuses te gaan aanbieden. Dat ie dat niet metéén gedaan had was misschien niet zo handig, maar het tekent wel de futiliteit van de gebeurtenis.

Mijn man vond het dan ook klinkklare onzin dat een buitenstaander zich ermee had bemoeid. Alleen doordat hij door zijn blindenstok zichtbaar gehandicapt was. Hij zei: “Ik heb me plaatsvervangend zitten schamen dat een volwassen man, gedwongen nog wel, zich bij mij moest gaan verontschuldigen voor een simpel ongelukje, dat in de drukte iederéén had kunnen overkomen!”. Dán voel je je pas gehandicapt.

Of je je als vrouw gehandicapt voelt als iemand vindt dat je lief kijkt? Ik zou het niet weten, want tegen mij hebben ze nou nooit zoiets gezegd. “Wat kijk je chagrijnig, is d’r wat…?”. Ja, dát wel…….


Na het bekijken van Nederland-Mexico…(2-1)….

Eigenlijk heb ik zó’n respect voor die oranjefans, hè! Dat ze er op de tribune bij durven zitten zoáls ze er bij zitten tijdens zo’n wedstrijd. Je moet toch ook weer naar je werk op ’n gegeven moment. Of naar school. En als ze je dan hebben gezien op de televisie of zo, nou leg dat maar es uit! Dat kan je zomaar een promotie schelen of punten op je rapport. Je weet ’t niet.

En op weg naar het stadion moet je ook nog over straat of in het openbaar vervoer. Nee, petje af, hoor! Je hebt moed nodig voor zoiets. Gelukkig is er bier om je die in te drinken. Daar hebben ze genoeg van. Nee, niet genoeg van, maar genoeg ván.

Veel van dat spul waar je je mee uitdost is trouwens opblaasbaar gelukkig, dat scheelt. Kun je makkelijk weer laten leeglopen, net als jezelf trouwens. Maar als je het weggooit, tijdens (ja, ja, dat kan óók!) of ná het WK, wel in de plasticinzamelbak, hè…..? En vergeet vooral die toeter niet dan……


Krijten…….

Op het trottoir bij onze achterpoort hebben kinderen zitten tekenen met spul dat heel toepasselijk stoepkrijt heet. Daar heb ik natuurlijk helemaal niks tegen, want ten eerste is het openbare weg en ten tweede vind ik het hartstikke leuk als kinderen creatief zijn. Er zijn zelfs mensen die er hun brood mee verdienen met dat stoeptekenen.

Nou, daar zijn deze kinderen nog niet aan toe. Ze kunnen al wel schrijven. Er staan tussen de getekende poppetjes woorden, waarvan ik weet dat mijn dochters moeite doen om ze hun kinderen af te leren. Want die jongens zijn taalkundig producten van hun tijd. Mijn eigen zoons zeggen, dat ik me d’r niet over moet opwinden, want dat ’t best meevalt. Ook producten van hun tijd.

En ze hebben gelijk. Eén regenbui erover en het is weg. Maar we willen graag dat het mooi weer blijft, toch? Nou ja, op een schutting, waar ze het vroeger mee moesten doen, bleef het langer staan, dus waar héb ik ’t over. Natuurlijk kán ik er een emmer water overheen gooien, maar ach, ik doe gewoon mee met de verloedering, ook wel es leuk……..

*** Ik date even up. “Iemand” heeft de onwelvoeglijke woorden weggepoetst. De poppetjes staan er nog dus het is een bewuste actie. Er is hoop voor de toekomst.


’n Glaasje rosé, my dear….?

Nou, een léuk feest, hoor! De man van onze dochter speelt ‘toetsen’ in een gezelligheidsband, waar ze semi-professioneel mee optreden. Als verrassing was hij benaderd om het feest van z’n vrouw en haar collega te komen opluisteren. Hij mocht dat thuis natuurlijk niet vertellen en mijn schoonzoon kennende: wat zál hij daar een moeite mee hebben gehad, zeg! Hij heeft het woord ‘flapuit’ namelijk uitgevonden. Maar de verrassing was compleet en ze kunnen sfeer maken, die jongens. Ze kregen al dat Veluws College-volk aardig aan het swingen. Uiteraard het best toen de avond al wat gevorderd was en er wat procenten over de tong waren gegaan.

De toespraak van de directeur van het VC aan het begin van de bijeenkomst was zeer spiritueel en tóen had er nog niks gevloeid, behalve koffie. Kun je nagaan wat een talent, die man. Hij vatte het arbeidsverleden van de beide jubilarissen treffend en humoristisch samen. Ze kregen heel wat cadeaus en de wijnkelder bijvoorbeeld kan niet meer dicht. “Kom vooral es langs voor ’n rosé’tje!”, zei onze dochter later.

Ze had haar beide zonen natuurlijk ook bij zich, want ja, de oppasoma was even niet beschikbaar. Dát is zo’n feestbeest. Die laat zich ’n leuke avond niet ontgaan. De jongens hebben natuurlijk nog niet de Veluws College-leeftijd. Het was daarom maar goed dat er Nintendo’s bestaan. Ze hebben zich tijdens al dat gedoe rond hun moeder (en pa was ook nogal bezig) niet verveeld.

De collega’s hadden zich trouwens zeer uitgesloofd voor hun jubilarissen. Ze kwamen op ’n gegeven moment de zaal binnen, uitgedost, toeterend (Afrikaans, gratis bij de postzegels!) en lawaaimakend, met een enorm spandoek. Megagroot, stadionformaat, dat moest worden vastgehouden door heel veel mensen. En toen werd het stil. Doodstil. En ze maanden de aanwezigen dat ook te zijn.

Op het spandoek stond namelijk met grote letters dat ze “nú ’n minuut stil stonden bij het 25-jarig jubileum van Karin en Louis”. Wat er precies opstond heb ik niet helemaal kunnen lezen omdat er zoveel mensen vóór stonden. Maar daarna vertrok de hele meute lawaaischoppend weer naar buiten en dat gaf ’n leuk effect!

Ze hadden ook nog een Kopspijker-spel bedacht, waarbij de jubilarissen vragen moesten beantwoorden over elkáár. Ze kennen elkaar redelijk en hadden wel wat vragen goed. Maar de zonen van Karin vinden, dat hun moeder niet hard genoeg kan slaan (met ’n hamer dan), want ze won niet.

Kortom, het was een prachtig feest en mijn kind heeft veel leuke collega’s. Dat moet prettig werken zijn, de komende 25 jaar……


Jubelfeestje…..

Onze oudste dochter viert vandaag, samen met een collega, die het ook zo lang heeft volgehouden, haar vijfentwintigjarig jubileum aan de school waar ze werkt. En haar baas geeft een feestje voor ze. Vanavond gaan we er heen, want we zijn uitgenodigd met de hele familie.

Ik vind het trouwens wel een gek idee, hoor, dat je kínd ergens vijfentwintig jaar werkt. Dán ben je oud, zeg! Nou ja, we zijn gezond en omdat we rondom ons nogal eens het tegendeel van gezond-zijn zien, zijn we d’r maar blij mee natuurlijk. Het voelt namelijk allemaal nog best. Volgend jaar maken wij samen de vijftig jaar huwelijk vol. Twéé keer vijfentwintig. En dat was ook veel werk, hoor. Moeten we ook maar een feestje voor bouwen tegen die tijd…….


Zand erover……

In onze Stentor stond een column van journalist Jeroen Pol. Hij schreef over een Apeldoornse zandbak. Nou hebben verschillende leden van de logfamilie, die ik volg, kortelings interessante uitstapjes gemaakt naar diverse grote zandbakken, maar die noemen dat woestijnen. En ze vinden die mooi. Dan snap ik wel, hoewel ik er niet heen zou hoeven. Het Kootwijkerzand voldoet voor mij. Ik zie het wat kleiner, zullen we maar zeggen.

Maar het verschijnsel ‘zandbak’ speelt vanaf dat ’n kind zo’n twee jaar is een belangrijke rol in zijn of haar leven. Helemaal als je niet aan zee woont bij een strand. Het is eigenlijk het vervolg op de box en je hebt er als ouder ook veel plezier van. ’n Parasolletje erboven tegen teveel zon en ik vond het altijd een leuk plaatje zo’n zandtaartjes bakkend kind. Zand is een wonderlijk materiaal. Dat het niet handig is er een hapje van te nemen, daar komen ze meestal ook heel snel achter!

Maar op het schoolplein van het dochtertje van de columnschrijver hebben ze de zandbak opgedoekt. En daar is ie bedroefd over, want hij heeft er zelf als 4-jarige nog ingezeten en dat doet je wat natuurlijk. Omdat er een goed hek rond de school staat konden honden en katten het zand niet vervuilen, hetgeen bij andere openbare zandbakken schering en inslag is natuurlijk, om het over de bierblikken en peuken van de hangjeugd niet eens te hebben, maar de schoolleiding heeft toch besloten het ding te laten verwijderen.

Ook komt er nieuwe bestrating op het schoolplein. Knikkeren zonder afgebrokkelde stoeptegels, waar je zulke mooie “potjes” mee kon creëren, zal ook wel niet meer gaan dan. Het wordt allemaal mooi ogend. Er komt, vertelde het dochtertje, ook nog een speelhuisje. Dat zei ze om hem te troosten.

Ja, zandbakken raken dus ’n beetje “uit de tijd”. Ik vraag me af hoe lang ze “in de tijd” zijn geweest. Wij hebben altijd ’n zandbak gehad voor de kinderen. Van hout, van plastic, bij verschillende huizen waarin we gewoond hebben. Wel met deksel vanwege onze eigen katten en die van de buurt. Maar ineens is het dan over met in het zand spelen. Totdat het vaders en moeders worden en dan worden er weer zandtaarten gebakken en slaat de nostalgie toe. Ik wens Jeroen sterkte. Speelhuisjes en klimrekken op een schoolplein zijn ook leuk en erg goed voor de broodnodige beweging. Want die heb je natuurlijk niet zo bij zandtaartjes bakken. Nou ja, die eet je weer niet……..


Oranjerie…..

Nou, het begint te komen, hoor! Frutsels bij de boodschappen, toeters bij je postzegels, de pruik van Wilders in het oranje bij de PVV, de Partij voor Voetbal én de oranje stapelstoelen van Hartman. Stapelgek worden we en zo hoort het dus volgens de liefhebbers.

Maar toch heb ik even ’n vraagje. Welke man neemt nou z’n vróuw mee naar z’n werk? ’n Trommeltje boterhammen, ja, maar je vrouw? De mijne deed het ooit, omdat we toevallig dezelfde baas hadden. En eigenlijk was het ook nog andersom, want ik reed de auto. Maar normaliter laat je je vrouw toch thuis als je naar je werk gaat.

Zo niet de spelers van het Nederlands Elftal. Ze vertrokken vandaag voor twee WK-trainingsweken naar Oostenrijk om op een hoogte van 1200 meter te oefenen. En de vrouwen en kinderen, ik neem aan voor zover niet leerplichtig, het zijn tenslotte geen prinsesjes, gingen mee. Van Marwijk zei: “’s Morgens trainen we en de middagen en avonden zijn voor het familiegevoel.”

Ik zag een foto van Boulahrouz met z’n kind in de maxi-cosi. Het is na die miskraam gelukkig dus helemaal goed gekomen. Daar zal het deze keer niet aan liggen, als we geen wereldkampioen worden. Gezellig, hoor, zo’n familie-uitje van pappie z’n werk……..


Als het aan de kat lag……

Het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) uit Barneveld heeft eens nagegaan hoe lang onze gezelschappelijke vriendjes en vriendinnetjes eigenlijk leven dankzij onze niet aflatende zorg. Dat is dus eigenlijk niet zo lang als dat er gemiddeld voor staat. Een goudvis bijvoorbeeld kán 40 jaar oud worden, las ik, maar mag blij zijn als hij na een half jaar nog niet het loodje heeft gelegd. Het verblijf in zo’n kommetje schijnt dus nogal tegen te vallen.

Nou moet ik zeggen dat ik sowieso niks heb met goudvissen. Eigenlijk met geen enkele vis, zolang ie nog in leven is. Ze zijn vaak schitterend om te zien, hoor, vooral in tropische wateren en ik heb ook prachtige aquaria gezien, meestal in dierentuinen in groot formaat. En daar hebben ze d’r bovendien verstand van en dan heb je als vis toch meer kans, lijkt me.

Maar ik denk, dat ik de communicatie mis bij een vis. Ik geloof, dat mijn dochter bij het voer geven wel praat tegen de gezinsgoudvis, die zelfs een naam heeft, maar ’t beest zegt niks terug en dat is voor mij ’t probleem. Vijverbezitters zullen het misschien niet met mij eens zijn en bouwen wellicht een band op met hun zwemmers, maar ik vind er gewoon niks aan. Ja, als er kíkkertjes zitten in zo’n vijver, dat vind ik leuk! Als die zich op een zwoele zomeravond laten horen, dat vind ik enig. Maar vissen…..

Met konijnen schijnt het ook minder te gaan wat hun levensverwachting in huiselijke kring betreft. Ze kúnnen zo’n 10 jaar worden, maar in de praktijk halen ze dat zelden. Bij honden ligt het ook aan hun formaat en hun ras hoe oud ze kunnen worden en katten moeten geen auto tegen komen, maar die kunnen het ook aardig lang volhouden.

Wij hebben geluk gehad. Onze hond Goochem, een zwarte Labrador, werd 15 en onze diverse katten liepen aardig naar de twintig. Dat is aardig volgens het boekje. Alleen onze Flip, die nierproblemen had, werd maar 4 jaar, na heel veel ellende. Voor hem was het niet te doen, ’t leven. Zo kan het ook gaan, al hebben we hem veel geaaid. Onze beesten hebben nooit voer gehad, waarbij ter versiering een takje peterselie lag, maar dat heeft ze niet geschaad dus.

Wel hebben we, vaak voortijdig, cavia’s, muizen, kanaries en konijnen tot/aan hun eind geholpen. Meer dan de halve Nederlandse bevolking heeft één of meer huisdieren en geeft aan aanschaf, voeding, verzorging en medische kosten per jaar zo’n 2,2 miljard euro uit. We hebben wel wat over voor onze beestjes. Zij met z’n allen dus ook voor ons…….


Wetenswaardig…..

Menno had toch echt helemaal gelijk toen hij laatst in ons ‘interviewgesprek’ voor aboutblank zei, dat hij niet zo optimistisch was over de normen en waarden op het internet. En zelfs in kranten, waarvan ik optimistisch dacht dat ze eind- en hoofdredacteuren hadden, die over die normen en waarden waakten, zie ik verhalen en foto’s verschijnen, waarvan ik denk dat ze niet hadden mogen worden geplaatst.

De uitleg die wordt gegeven is, dat de lezers álles willen weten over bijvoorbeeld de ramp met het vliegtuig in Tripoli. Dat het een dráma is voor heel veel Nederlandse en ja, ook buitenlandse families is iets dat iedereen zelf kan bedenken. Vreselijk. Maar wanneer is iets nieuwsgaring en wanneer is het inbreuk?

De foto van een hartverscheurend huilende mevrouw, voor de ingang van de locatie waar gisteren de nabestaanden bij elkaar kwamen, had ik bijvoorbeeld niet hoeven zien. En dat jochie in zijn ziekenhuisbed ook niet. In close-up nog wel. Ja, zo’n foto gaat de hele wereld over en zal veel geld opleveren voor de maker. Daar gaat het om. Ieder zijn vak, ieder zijn ‘klapper’. Maar het feit dat het kind het heeft overleefd, dát is het nieuws.

Ik word er erg treurig van. Dat zal ongetwijfeld wel weer aan mijn leeftijd liggen, hoor, dat ik daar zo slecht tegen kan, al die sensatiebelustheid. Jongere mensen zijn al veel eerder begonnen met het kweken van eelt op hun ziel en dat zal nodig zijn ook. Die hoeven dan niet zo gauw meer ergens van op te kijken.

Je beschermen tegen al het ‘nieuws’ dat op je afkomt is eigenlijk onbegonnen werk. Een ander bepaalt voor jou wat je absoluut moet weten en je kunt er niet onderuit. Of je moet in een hutje op de hei gaan zitten. Zonder telefoon, radio, televisie of internet. Dat doet me denken aan dat boertje uit het programma “Showroom” van jaren geleden, dat niét wou geloven dat er mensen op de maan waren geweest. Hij verklaarde zijn interviewer zonder meer voor gek en lachte hem vierkant in z’n gezicht uit. Ja, een hutje op de hei…..maar wie kan er nou zo’n paradijselijke ‘bubbel’ betalen? Ik niet, hoor………