Verjaardag vergeten…..

Vanwege de vakantie helemaal vergeten, dat mijn weblogje maandag alweer zes jaar oud was. “De tijd vliegt!”( sprak de man en gooide zijn wekker uit het raam…..)


Mond open…..

Mijn man bracht vanmorgen een bezoek aan de mondhygiënist en ik mocht mee. Een mondhygiënist is een man, die de puntjes op de i zet voor de tandarts. Dat denk ik tenminste, want vroeger bestond dit beroep niet bij mijn weten. Als je naar hem wordt doorverwezen dan heeft de tandarts iets ontdekt aan je tandvlees of je poetst verkeerd of je hebt veel last van tandsteen.

Mijn man is een ‘blazer’, hij speelt klarinet en saxofoon, en daarom is hij zuinig op zijn gebit. Hij heeft, ondanks zijn leeftijd, geen lichaamsvreemde kunstwerken in zijn mond op ’n stifttand na. Onze tandarts heeft dus wel eens wat reparatiewerk moeten verrichten tegen een redelijk tarief, maar voor die puntjes op de i verwijst hij dus door.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat zo’n hygiënist hem veel werk uit handen neemt, dat ie vroeger gewoon zelf deed. Of de assistente. De man, bij wie we vanmorgen waren, is een bijzonder aardige kerel, hoor, die precies vertelt wat hij aan het doen is, maar ondertussen toch gauw twintig minuten met je bezig is.

Onderwijl heeft hij het over ‘bloedinkjes’, nogal logisch als iemand tussen je tandvlees zit te peuren, heeft hij ’t over gevaarlijke ‘etensresten’, hetgeen ik erg smerig vind klinken. Alsof mijn man niét dagelijks staat te rossen en te flossen. En hij zit ook wel in een érg mooi praktijkpand in een behoorlijk dure buurt, dus tja…..

Dit bezoek wordt trouwens niet vergoed door de afdeling tand van de zorgverzekeraar. Maar ja, doe het maar eens niet. Het verval slaat tóch al zo toe op onze leeftijd. Dat wil je wel effe tegenhouden. Nou ja, mijn bijtertje hoeft over een half jaar pas weer naar de mondhygiënist, tenzij diens vriend de tandarts hem eerder doorverwijst….


Gehoord tijdens ’n avondje tv…..

* In een programma zag ik een Surinaamse vrouw met een perfect gevoel voor de realiteit van het leven. Ze liet haar trouwfoto’s zien aan iemand en vertelde dat ze eerst een paar jaar had samengewoond. “Gehókt, zal ik maar zeggen”, zei ze “maar toen dacht ik op een gegeven moment: nou moeten we maar eens trouwen, voordat mijn jurk mooier is dan ik”.

Oeweet je, dat vond ik érg geestig…..!

*

*En een poosje later hoorde ik ook nog een voetbaltrainer, gefrustreerd door het verlies van zijn club, antwoorden op de vraag van de reporter hoe dat nou toch allemaal gekomen was: “Tja, de buurman heeft ook ’n leuke hond….”.

Waaruit maar weer blijkt, dat je over voetbal helemaal niet moet praten eigenlijk, iets zinnigs komt er niet uit…….


Devon…..

Zo, we zijn weer thuis, de sporen van de misdaad zijn bijna opgeruimd, want de was draait. En het regent. Dat was gisteren, toen we uit Engeland weggingen ook zo. Verder hebben we prima weer gehad de afgelopen week met aardig wat zon, zelfs ’n paar hele dagen echt zomers, en lekkere temperaturen.

De eerste zes dagen van onze vakantie waren we in South Molton in Devon. Bij alleraardigste mensen met een schapenboerderij. We zaten in het huis, dat in mijn vorige postje op de foto staat. Met een ‘oprit’ van driekwart mile of daaromtrent en je kunt je ons uitzicht dus wel voorstellen: geweldig! Of de schapen nog dezelfde zijn als op de foto durf ik niet te zeggen, maar het zou zomaar kunnen.

Schapen zijn trouwens rare beesten. Ze lopen daar natuurlijk los over het enorme terrein, grazen heuvel op, heuvel af, een paar cattle grids om ze binnen de perken te houden en ze kijken verschrikkelijk nieuwsgierig. Ze liggen ook midden op de weg, maar als je ze wandelend benadert maken ze wel met z’n allen dat ze weg komen. Voor een auto gaan ze nauwelijks aan de kant. ’t Is maar wie de oudste rechten heeft.

Er zitten daar ook veel wilde fazanten. Allemaal van die Famous Grouse-types. Die lopen ook gewoon op de weg en verkeersborden met “Pheasants on the road” waarschuwen je dat ze er zijn. Als je, helemaal op zo’n smal weggetje, komt aanrijden, dan beginnen ze paniekerig op hoge poten voor je uit te rennen, terwijl je denkt: “Schiet dan toch op, beest! Je kunt toch vliégen? Je bent een vógel, hoor!”. Je geeft ze alle tijd en ruimte, jaagt ze helemaal niet op en toch schieten ze als bange juffers de heg in en eigenlijk is dat wel heel vermakelijk om te zien.

Devon is prachtig. Vanuit het huis konden we heel ver kijken, wel tot Dartmoor aan toe, dat toch zo’n veertig, vijftig miles verder ligt. En het is er stil en donker is er hartstikke donker. Behalve als de maan schijnt en dat deed ie toevallig wel es. We konden het huis jammer genoeg maar voor zes dagen huren en omdat we dat een beetje kort vonden hebben we voor nog wat dagen ergens anders een stacaravan geboekt.

Dat was in Dawlish, aan de kust in het zuiden. Een raar toeval was, dat het bedrijf waar we die caravan gehuurd hadden het eigendom was van de tweelingzus van onze schapenmevrouw! Ze moest er helemaal van jubelen toen we vertelden waar we na het verblijf bij hen naar toe gingen. What a coincidence! “It’s different there”, zei onze gastheer en hij had gelijk.

Een stacaravan op een holidaypark is geen vakantiehuis in een natuurgebied, maar het ging ons om een niet te duur ‘roof over our head’ en alvast een beetje richting Dover. Het was trouwens al naseizoen dus bijzonder rustig. De caravans aan weerszijden waren leeg dus buren hadden we niet en dat was wel prettig. Goed te doen, hoor, zo’n stacaravan, maar in hartje zomer zou het niks voor ons zijn met een bar met karaoke, take awaymeals en zogeheten entertainment.

Maar de omgeving was ook daar prachtig, mooie uitzichten over zee en ’n beetje Rivièra-achtig als je d’r van houdt. We zijn ook nog in Port Isaac geweest, het dorp waar de Engelse serie “Doc Martin”, door ons zeer gewaardeerd, wordt opgenomen. Leuk om de bekende plekjes te zien. Door die serie is het wel een echt toeristendorp geworden, maar ja, dat is goed voor hun economy. We hebben er erg lekker geluncht in ‘het’ visrestaurant.

Een erg leuke vakantie was het. Veel kilometers gemaakt, zowel te voet als te wiel. We hebben de oversteek heen en weer gemaakt met de Norfolkline vanuit Duinkerken/Dover. Je moet er even voor naar Dunkerque, maar dan heb je ook een oversteek van maar vijf kwartier en het scheelt je bakken met geld in vergelijk met de tunnel, zoals we eerst van plan waren. En dat geld kun je dan weer besteden aan andere leuke Engelse dingen. ’t Land is bepaald niet goedkoop, maar ja, wij anglofielen zijn dan weer goed voor hun economy……!


See you….!

* ‘k Heb nog a lot to do dus ik zeg maar alvast gedag! Tot later……


Britannia rules…..

Vrijdag gaan we voor nog een dag of tien naar Devon. In Engeland, ja. Anglofielen, niks aan te doen. Ik had, toen ik voor het eerst in Engeland was, het gevoel: “Hier ben ik eerder geweest” en die herkenning is eigenlijk niet meer weggegaan.

Ze zeggen van Hollanders altijd, dat ze de mentaliteit hebben van ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, maar Engelsen kunnen er ook wat van. Moet je die gekte rond de dood van Diana destijds even niet meerekenen. Daar snapten de meesten zelf ook niks van toen. (Hadden wij niet Fortuyn?).

Maar wateroverlast, aanslagen,gekke koeien en schapen, allemaal drama’s. Ze ruimen flegmatiek de rommel op, maken ‘a cup of tea’ en dat was het. Hun humor doet de rest. Die vind ik zonder meer absolutely fabulous.

En ik kan ze verstaan. Dat hebben ze voor op de Fransen, die, als je met veel pijn en moeite een redelijk Frans zinnetje hebt gefabriekt, metéén denken dat je hun taal uiteráárd helemaal machtig bent en tegen je beginnen te ratelen alsof je hun buurvrouw bent.

Ik ga dus graag naar Engeland. Ondanks dat gekke geld, dat linkse gerij, die rare miles op de borden, waardoor alles veel verder weg is dan je in eerste instantie denkt en je ook altijd maar moet zien, dat je eerst al dat water over komt. Of d’r onderdoor, dat kan ook natuurlijk. Maar dat vinden ze wel mooi daar. Het moet nou ook weer niet te makkelijk zijn om er te komen. Je moet een beetje moeite voor ze doen, want we blijven ‘continentals’ natuurlijk……


Naaidoos……

In Rotterdam opent iemand deze maand een “naaicafé”. Te vergelijken met een internetcafé. Je komt er in eerste instantie niet voor koffie of een drankje, maar omdat je iets te naaien hebt. Zoom uit je jas, zin in een nieuwe jurk of een nieuw kussentje op de bank of je hebt geen trek in draadjesrommel in je huis, dat kan ook, en dan ga je gewoon naar het café.

De uitbaatster heeft een hekel aan het tuttige imago van een handwerkjuf, zegt ze, en daarom heeft ze dit zo verzonnen. Ze geeft ook adviezen en cursussen als je daar behoefte aan hebt.

Ik vind het wel geinig. Kun je als vrouw ook eens onbezorgd naar de kroeg onder een dekmantel die je desnoods zelf nog kunt naaien ook. Hoewel ze er geen sterke drank schenken, dus dronke’lappen’ hebben er niks te zoeken.

Ik heb jaren de afdeling Textiele Werkvormen van een revalidatiecentrum onder mijn hoede gehad.

Daar was met name koffie ook zeer belangrijk én van het huis. Nu weet ik eigenlijk pas wat ik al die jaren heb geëxploiteerd: een naaicafé……!


In de kinderschoenen……

Nu per 1 augustus de buitenschoolse opvang een verplichting is voor elke basisschool en de meeste scholen het zo goed en zo kwaad als het gaat hebben geregeld (“Al is het in de hal”, las ik ergens), komen ze toch nog 20.000 kindplaatsen tekort. Dat was natuurlijk wel te voorzien geweest, vooral in de grote steden. Ik hoorde gisteren staatssecretaris Dijksma op de radio zeggen, dat ze d’r ook niks aan kon doen, maar wát er aan gedaan zou kunnen worden, nou, dat ging ze doen. Dat schiet lekker op, want een termijn kon ze niet noemen.

Volgens mij heeft ze veel te veel willen doordrukken in een te korte tijd. Zo’n tiepje is het wel. Er is veel te weinig ruimte en ook veel te weinig gekwalificeerd personeel. En dat kún je ook niet een-twee-drie oplossen.

Maar wat ik me ook afvraag, hè: worden ouders ook nog even gescreend op de reden waaróm ze hun kind naar de BSO sturen? Of dat is omdat ze inderdaad een baan hebben of omdat het makkelijk is om een paar uur de handen vrij te hebben om voor relatief weinig kosten andere dingen te gaan doen? Lijkt me wel handig om te weten en dan ook verschillende tarieven te hanteren. Werktarief en prettarief.

Hier in Apeldoorn loopt het allemaal wel, dacht ik. Ik zag leuke foto’s in de krant van kinderen die lekker aan het spelen en knutselen waren dus die redden zich wel. Eén jochie zei: “Thuis is het veel saaier”. Nou, dat is mooi meegenomen, maar ik zou me als ouder wel even achter de oren krabben bij zo’n uitspraak!

Maar de leidsters kunnen zich natuurlijk ook uitsluitend met de kinderen bezighouden, terwijl moeders thuis altijd moeten koken, wassen en stofzuigen, vooral als ze weinig tijd hebben door hun werk. Dat neemt niet weg dat er dan waarschijnlijk nog 20.000 kinderen rondlopen met een saai huis. Dat is toch vreselijk. Dijksma, opschieten…..!


Hakken en zagen……

Om zo’n uur of half acht ’s avonds, als we net het eten achter de knopen hebben en gezellig aan de koffie zitten, komt er strijk en zet een medisch programma op de televisie. Persoonlijk ben ik daar niet zo gek op en ga ik even wat anders doen, maar mijn echtgenoot vindt het bijzonder leuk om zoiets te volgen.

Vooral als er orthopedisch aan iemand gesleuteld moet worden, zodat er hakken, zagen en boren aan te pas komt, kan hij daar erg van genieten. Laat z’n blindheid nou ook nog een voordeeltje hebben: hij kan de bloederige toestanden, waar ik dus niet tegen kan, niet zien dus die storen ‘m niet. Hij hoort graag de enthousiaste uitleg van de chirurg, die nou eens precies mag vertellen waaróm zijn patiënt die zestig centimeter lange pin door z’n been gejenst moet krijgen en met hoeveel schroeven dat allemaal moet worden vastgezet. Dat zijn namelijk leuke technische hoogstandjes voor die mensen.

En al die piepjes en brommetjes van al die machines, mijn man houdt er wel van. Ik vind het ook geweldig, hoor, wat de artsen allemaal kunnen en ik heb er het volste vertrouwen in, mocht ik ze ooit nodig hebben, maar van die medische programma’s word ik altijd een beetje onrustig. En als er kinderen bij betrokken zijn zelfs treurig.

Ik stop heus mijn kop niet in het zand ergens voor, als je gezond bent mag je verschrikkelijk dankbaar zijn ook, maar ik sla die medische thrillers toch liever even over. Hoewel, morgenavond weer een nieuwe serie ER! Om kwart over tien. Dat wil ik niet missen! Ja, ik snap mezelf ook niet helemaal, hoor. Verzonnen verhaal, in het Engels en ver van mijn bed, denk ik, dat zal het wel zijn……..


Muizen met en zonder staart……

Volgens mij is het de zomer van de muizen. Ik hoor er zoveel mensen over. Onze zoon in Utrecht heeft er meerdere. Ik geloof dat ie ondertussen aan zijn achtste gevangen muis toe is. Hij vangt ze niet met gif, want dat vindt hij zielig en milieuonvriendelijk, heeft er dus ouderwetse muizenvallen voor gekocht, zodat ze met één klap uit hun lijden zijn verlost. Dat vind ik dan weer zielig, maar ja, ik heb dus ook geen last van muizen. Hij woont ( nog) in een huis dat meer dan 100 jaar oud is, dus allicht dat je daar wat inwoning hebt.

Maar onze jongste dochter woont in een supermodern huis, dat helemaal niet oud is en zij heeft er ook een, ’n huismuis. Bovendien heeft ze een slome kat op leeftijd, die na een uitbundig muizenvangend leven thans het principe huldigt: “Leven en laten leven”, dus dat is fijn voor de muis, maar dat schiet natuurlijk niet op.

Hé, en ik las dat Walter er ook een heeft, maar die vindt het alleen maar gezellig vanwege de aanspraak.

En ik las in de de krant, dat een jongen op de fiets gisteren een muis de weg zag oversteken, zich omdraaide om dat tegen z’n vrienden te vertellen die achter ‘m reden en dat ie vervolgens tegen een boom reed. Naar ’t ziekenhuis met een zware hersenschudding. Maar ja, daar kan die muis natuurlijk niks aan doen. Dat was gewoon mensendommigheid.

Wij hebben zelf al jaren een tuinmuis. Zo’n lief klein veldmuisje. Nou, die mag blijven, zolang hij buiten blijft. Binnen houden wij alleen maar van muizen met draadjes eraan. Draadlóós zelfs. Diervriendelijk genoeg toch……?