Broodje gezond…..

Omdat we met z’n tweeën ’n weekje weggaan en we onze thuisblijvende zoon niet willen opschepen met oud brood, zaten we vanmiddag de laatste vier niet al te jeugdige boterhammen weg te kauwen. Mijn man vindt oud brood lekkerder dan vers. Ik niet, maar ik ben van voor de oorlog dus wat óp moet, dat eet ik.

Ik moest er vanmiddag ineens aan denken , dat er bij ons in de buurt vroeger een broodbezorger was, die op z’n bakkerskar had staan: “Oud’s brood maakt sterk en groot”. Zijn karretje stond altijd voor het café waar hij z’n koffie dronk, zullen we maar zeggen. Wij kwamen er langs als we naar school liepen. En als we naar huis liepen stond het er weer, of nog, dus brood maakte niet alleen sterk en groot, maar ook dorstig.

Mijn hele schooltijd heb ik gedacht dat oud brood gezond was. Omdat het op die kar stond. Dat de baas van die bezorger misschien wel eens Oud zou kunnen heten is toen nooit bij me opgekomen. Stom ja, want mijn moeder heeft er ongetwijfeld gebruik van gemaakt om het oud geworden brood aan ons te slijten. Logisch, hoor, want de kinderen groot en sterk laten worden was in de oorlog best een hele toer voor Amsterdamse moeders……..


De spiegel van de ziel……

Dat slechts 8% van de wereldbevolking blauwe ogen heeft was iets waar ik me erg over verbaasde toen ik het las. Als ze je worden geslágen, ja, dan zijn het er ongetwijfeld aardig wat meer, maar ik vind dat best weinig: 8%. Ik weet niet hoe procentsgewijs het antropologisch en genetisch allemaal in elkaar steekt op onze aardbol en dat blauwogigen dan niet in de meerderheid zijn lijkt me wel logisch, maar hebben ze dan de grijsblauwen en groenigblauwen ook meegerekend?

Mijn moeder had bruine ogen en mijn oudste broer ook. Mijn twee zussen hebben ze gelukkig nog steeds. De rest van onze tak is blauw van oog. Of daaromtrent. Zelfs de vaders van onze kleinzoons, die dus geen bloedband met ons hebben anders dan door hun kinderen, zijn lichtogig. Wij hebben dus een aardige bijdrage geleverd aan die acht procent.

Maar aan de andere kant: als ik nou ergens niét op gevallen ben bij mijn kloris, dan zijn het z’n blauwe ogen wel. Daar zat het ‘m dus niet in bij ons. Zijn ziel zat gelukkig heel ergens anders……..


Akela, wij doen ons best……

Gistermiddag waren we even bij de scouting om de kleinzoons op te halen, die daar elke zaterdagmiddag met plezier naar toe gaan. De één is ’n ‘bever’ en de andere, die wat ouder is, een ‘welp’. Ze zitten met hun groepen in ’n aardig clubhuis op een prachtige locatie vlakbij Paleis Het Loo. Rondom veel bos met mooie paden om te vinden. Zo heette het ook vroeger: de padvinderij.
Dat woord hoor je nu nog maar zelden gebruiken. Ze hebben het over ‘de scouting’.

Onze jongste zoon is ook, in navolging van wat vriendjes uit de klas, nog ’n blauwe maandag welp geweest. Hij was er totaal ongeschikt voor. ‘k Vond laatst in een doos nog z’n netjes gestreken oranje halsdoekje, vroeg of ie die nog wou hebben for sentimental reasons of zo, maar nee. Hij wenste niet aan die periode herinnerd te worden.

Het was de strakke hiërarchie van die organisatie waar hij als achtjarig jongetje al niet tegen kon. En ik ben bang, dat dat nooit meer is overgegaan. Bovendien: dat welpenpetje. Hij had het heel oneerbiedig óf niet of achterstevoren
op z’n hoofd. De rituelen en bezigheden zag hij toen ook helemaal niet zitten. Er werden lichamelijk nogal wat eisen gesteld wat kracht- en klimwerk betreft en deegklonten aan een tak geregen gaar gaan zitten bakken boven een kampvuurtje, terwijl je moeder thuis lekkere boterhammen heeft, hij vond het helemaal niks.

Wij begrepen dat ook wel, hoor, dus van ons hoefde ie niet. Wij dachten dat het wel leuk voor ‘m was in de vrije natuur en zo. Maar je moet er voor in de wieg gelegd zijn, dat blijkt wel. Onze kleinzonen vinden het leuk en ze doen nu waarschijnlijk ook heel andere dingen en zullen met hun tijd zijn meegegaan, lijkt mij.

Ik herinner me, dat er bij mij in de eerste klas van de MMS een meisje zat, dat op de Baden-Powell-dag, ergens in februari, geloof ik, in haar padvindstersuniform op school kwam. Een donkerblauwe jurk, met veel zakken, koorden, emblemen, geborduurde letters, ’n riem en een fluit. De klas was onder de indruk. En de dame in kwestie vond dat wel mooi, want dat was de bedoeling. Ze is ongetwijfeld akela geworden……


Argwaan loont……

Onze buurvrouw, die net als wij al op leeftijd is, had eergisteren een jochie aan de deur, dat namens de Nuon kwam vertellen, dat er de volgende dag werkzaamheden zouden worden verricht, waarbij de straat zou worden opgebroken voor het leggen van nieuwe leidingen. De buurvrouw merkte op, dat ze de huis-aan-huisbladen altijd volgt, maar dat ze er niets over had gelezen. Terwijl de gemeente Apeldoorn er altijd alles aan doet om je op de hoogte te houden van alles waar je maar enigszins last van zou kunnen hebben in de openbare ruimten van de stad. Zijn ze best netjes in, de informatie is goed geregeld.

De jongen ging daar verder niet op in en vroeg of de buurman thuis was. Hoewel dat niet het geval was, hij was even ’n rondje fietsen, zei z’n vrouw dat ie boven zat. “Dan zou ik hem graag even willen spreken”, zei het knaapje. “Dat zal niet gaan, want hij is ergens mee bezig waarbij ik hem niet kan storen”, antwoordde onze buurvrouw. “Dan ga ik maar. Dag mevrouw.” En weg was ie.

Hij had willen weten of ze alleen was en haar in ieder geval weg willen hebben bij de voordeur. Maar wij hebben dus een slimme buuv, die je niet zomaar in de luren legt. Ja, je leest ’t wel eens anders in de krant. Dat mensen, die om een slokje water komen vragen, gewoon binnen gelaten worden en vervolgens hun slag slaan. Dat snap ik dan niet, hoor. Zo dom!

De buurvrouw heeft de Nuon niet gebeld of het waar was, van die leidingen, want het praatje van deze knul was wel ’n beetje knullig en doorzichtig en zoals gezegd: niet alle bejaarden zijn op hun achterhoofd gevallen. Nee, bij ons is ie niet geweest, want zelfs onze voordeur ziet er slim uit met z’n sticker van de beveiligingsfirma. Dat de straat er nog net zo bij ligt als gisteren hoeft niemand te verbazen……..


Lootje…..

Onze jongste dochter kwam gisteren haar nieuwe auto, die niet nieuw is, maar dat hoefde ook niet, even laten zien. Ze zocht al tijden naar een manier om wat goedkoper gemotoriseerd rond te kunnen rijden. Ze had een Toyota Rav4, een in alle opzichten dure auto. Die heeft ze kunnen inruilen tegen haar eerste keus wensautootje: de Kia Picanto. Qua afmeting was het wennen maar omdat het de luxe uitvoering is, zit alles er op en er aan, dat ze ook had in haar vorige vervoermiddel. Want dat is een auto toch eigenlijk.

Ze is er erg blij mee en wij zijn dat voor haar ook. Hij is prachtig blauw, ziet er nog fantastisch uit en de teller staat op een aangenaam aantal kilometers. Alleen is alles kleiner, maar hij past haar helemaal. Een lot uit de loterij, dit Koreaantje…….


Wat zeggen procenten en cijfers……?

Als ze in een reclame beweren dat 87% van de Nederlandse vrouwen een bepaald merk lotion op hun body smeert of dat 1 op de 3 huishoudens de wc schoonmaakt met product A, geloof je dat dan? Ik twijfel in ieder geval, want hoe ze aan die “getallen” komen, dat staat er nooit bij. Ze zullen mensen wel interviewen over hun smeer-en schoonmaakgewoonten, dat neem ik tenminste maar aan, maar hoeveel mensen dat dan zijn, in welke leeftijdscategorieën, hoe ze wonen en waar, en niet onbelangrijk: of ze wat te besteden hebben, dat weet je dan niet. Wordt zo’n reclame daarop gecontroleerd? Of het wáár is wat ze zeggen? Of ze zo’n cijfer niet uit hun op winst beluste duim zuigen?

Nog zo’n cijfer: ik las het komkommernieuwsbericht, dat één op de drie Britten slaapt met een teddybeer. Of dat zo is, weet je ook helemaal niet. Ik zie ze d’r wel voor aan, hoor, die Engelsen met hun bloemetjesbehang, maar toch. Je weet ’t niet. Als reactie bij dat bericht in de krant stonden heel wat “bekentenissen” van landgenoten van ons, die zeiden ook met ’n beer naar bed te gaan. In sommige gevallen was dat trouwens gewoon een man, hoor.

Ik doe ook even een intieme mededeling en zelfs een fotootje om het te bewijzen: bij ons bed zit ook een beer aan het hoofdeinde tussen ons in. Dat heeft een reden. De beer heeft een radiootje op schoot met ’n “oortje”. Mijn man gebruikt dat ’s avonds laat als ie nog even iets wil luisteren en mij niet wil storen bij het lezen. ’s Nachts gebruikt hij het toestelletje soms ook als de slaap niet wil lukken. Komt niet zo heel vaak voor gelukkig. Doordat die beer het ding op schoot heeft hoeft hij er niet naar te zoeken. Hij is functioneel dus, die beer.

Hoeveel mensen een functionele beer mee naar bed nemen, tja, dat is tot nu toe onbekend. En over knuffelberen zijn alleen Engelse cijfers bekend: één op de drie…….


Pluche…..

Een fagot, ik héb er iets mee. In het Frans betekent het woord fagot ‘takkenbos’ en dat zie ik er nou niet direct in, maar het geluid van het instrument heeft zoiets gemoedelijks. Ik hoorde vanmiddag op Swiss Classic Radio ’n fagotconcert en ik had ’t weer: een teddyberengevoel. Ik heb in mijn werkleven heel veel teddyberen gemaakt met cliënten van het revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden waar ik werkte. Ook andere beesten, maar de beren vond ik ’t leukste om te doen.

Je kon ze ook echt ’n gezicht geven. Zolang de ogen er niet in zaten waren het gewoon pluchen beesten, maar zodra ze gevuld waren, een neus hadden en konden ‘kijken’ (helaas op dezelfde manier als de meesten van onze klanten, niét dus) werden het individuen en werden er namen verzonnen.

Het mondje moest er dan nog op geborduurd worden. Dat was een lastig karweitje vanwege de plaats waar het komen moest en meestal deed ik dat dan even.

Je kunt met zo’n mondje heel wat uitdrukken: mondhoeken naar beneden, dan keek ie chagrijnig, ’n rechte streep, dan was hij vastberaden, maar vaak maakte ik, in overleg met de toekomstige baas of bazin, er een brede glimlach van. Bijna van oor tot oor. Men had altijd veel succes bij het thuisfront als de optimistisch kijkende beer mee naar huis mocht.

En ondertussen had de berenbaas dan geleerd, hoe je ook zonder te kijken ’n draad in de naald kunt doen (d.m.v. ‘wondernaalden’! Ik verstrek graag inlichtingen aan wie daar ook moeite mee heeft!) en kunt hanteren, want het is een knap eind naaien, hoor, zo’n beer. Maar het resultaat wás er dan ook naar!

Gôh, en daar kwam ik nou op door die fagot……..


Huis-aan-huisverkoop…..

Nou, we zijn weer eens met onze neus op de feiten gedrukt, hoor! Ik was boven heel hard bezig met onze slaapkamer. Dat zijn van die ‘vlagen’ waar ik stante pede gebruik van moet maken.

En toen werd er gebeld. Vanaf boven zag ik wel zo’n tien kinderen voor de deur staan. Ze hadden een of ander onduidelijk mandje of schaaltje bij zich, waarop iets eveneens onduidelijk eetbaars lag, dat ze kennelijk wilden verkopen. Ik zag er niet uit, was druk en ik had helemaal geen zin om beneden de deur open te gaan doen. Niet erg oma-achtig, ik weet het, maar het kwam me gewoon niet uit nu. Anders ben ik altijd heel meewerkend, hoor, in zulke gevallen, dat moet je maar van me aannemen.

Ik hoorde ze overleggen: “Nee, ze zijn niet met vakantie, want het raam staat open.” Die kan dus zo bij Baantjer. Toen zei een van die kinders: “Hier wonen ook hele ouwe mensen, hoor. Die zijn van vroeger.”……….


Thuisblijver af…..

Kater Jan legt bij het uitpakken van de vakantiekoffer even vast, dat dit de laatste keer was dat ie alleen thuisgelaten werd. Zo’n buurvrouw met voedsel en aaitjes is wel aardig geregeld, maar zo wenst hij niet behandeld te worden! Waarvan akte. (Jan is het huisdier van het gezin van onze oudste dochter!).


Wat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit…..

Toen ik gistermiddag bij de servicebalie van de C1000 stond om wat bloemen af te rekenen, stonden daar twee dames, die planten kwamen terugbrengen omdat ze bezig waren dood te gaan. Nee, die plánten. Ze waren een week geleden gekocht en om nu al aan stervensbegeleiding te moeten beginnen vonden de vrouwen wat snel. En daar hadden ze gelijk in natuurlijk. Een plant hoort langer dan een week mee te gaan.

De onderhandelingen duurden nogal lang, maar vanwege het imago van C1000, dat de laatste tijd toch al zo onder druk staat en dat de medewerkster niet nog meer wilde schaden werden de planten, na overleg met ’n hoger in de rangorde staande medewerker, teruggenomen en de dames kregen hun geld terug.

Weet je dat ik niet zou dúrven om ‘levende have’ terug te brengen? Afgezien van het feit of ik het bonnetje bewaard zou hebben, zoals die dames wel gedaan hadden. Om te beginnen zou ik er van uit zijn gegaan dat ik zélf wel iets verkeerd gedaan zou hebben met die plantjes. Stom misschien, maar dat denk ik dan. Te veel water of te weinig, te warm neergezet of juist te weinig zon, te donker of te licht, wat kan er niet allemaal mis gaan met ’n plant?

Je hebt ook wel es iets in de tuin dat niet ‘aanslaat’.Ook dan reclameer ik niet. Want dan ben je ook nog eens afhankelijk van factoren waar je geen of minder controle over hebt. Het heeft veel geregend of er komt juist een hittegolfje langs of, dat kan ook, je hebt ’n heel andere grondsoort in je tuin als de kweker en die kan er bijvoorbeeld ook niks aan doen dat jij geen groene vingers hebt. Kopersrisico, hij heeft z’n best gedaan.

Ja, als je ineens (hoezo ineens?) een huiskamer vol witte konijnen hebt, zoals die familie in dat reclamefilmpje van schadeverzekeraar Das, terwijl de Jiskefet-achtige dierenhandelaar je verzekerd had, dat het écht mannetjes waren, die twee konijntjes die je bij ‘m kocht, tja dan kun je je beklag doen. Konijnen kunnen er wat van. Die hebben geen gay-parade. Maar bij plantjes……..