Kunst op grote hoogte

oefenen voor het kunstwerk!

Wij kijken altijd graag naar programma’s als Villa Achterwerk, Het Klokhuis en het Jeugdjournaal. Het kind in de mens, zullen we maar zeggen. De programma’s sluiten vanaf zo’n kwart over zes op elkaar aan en ze zijn leuk, niet alleen voor kinderen dus.

Van de week zag ik in het Jeugdjournaal een onderwerp over een kunstenaar, die als “kunstwerk” op zo’n drie à vier meter boven straatniveau aan de muur stoelen had bevestigd, waarop hij bejaarde mensen had gezet. De één zat te breien en een ander zat z’n krantje te lezen. Het zag er gezellig uit en ze hadden een mooi uitzicht over het winkelend publiek, dat er ook van opkeek. Dat moest ook wel anders zag je ze niet zitten.

Het was eigenlijk een veredeld soort paalzitten, maar dan comfortabeler. We hoorden, dat ze er elke twee uur even af mochten, want je moet wel een hele goeie blaas hebben natuurlijk, anders ben je ongeschikt voor het kunstwerk. Je kan niet gaan lekken. Op je ouwe dag nog een kunstwerk worden! Dat heeft wel wat. Maar ook zonder kunstwerk: als ze dit systeem zouden gaan uitwerken, wat een mogelijkheden zou dat bieden! Ook voor familie van bejaarden! Wil je oma een poosje kwijt, omdat ze wat lastige trekjes gaat vertonen, dan meld je haar gewoon aan voor het hoogzitproject! Hoewel….dat geeft waarschijnlijk weer wachtlijsten en die waren we nou juist aan het wegwerken.

Je kunt dan natuurlijk het aantal stoelen uitbreiden, veel personeel is er niet voor nodig en muren zijn er genoeg. Voor de die-hards, zoals ex-piloten, oud-parachutespringers en gewezen ballonvaarders zouden ze stoelen aan die joekelige kantoorgebouwen kunnen hangen! Vooral als die gebouwen langs een snelweg staan biedt dat leuke mogelijkheden voor de verkeersinformatie! “Hallo, hier is Harrie! Ik zit hier uit te kijken over de A1 tussen Amersfoort en Hilversum en mensen, het is hier hartstikke druk! Als ik jullie was nam ik de toeristische route!” Er zijn altijd wel mensen, die nog naar de wijze raad van een oudere luisteren en zo los je en passant ook nog even het fileprobleem op. En die snelwegen noemen ze toch ook kunstwerken, past er allemaal mooi bij. Nou, ik zie dat kunstproject wel zitten, hoor!


Politie overbodig!

opa's auto (dat zou ie wel willen!)

Er staan berichten in de krant, die niet zo grappig zijn en dan achteraf weer wel heel leuk! Want het is niet leuk als je voor de deur geparkeerd staande auto wordt gestolen, maar wel leuk als je, zoals die man in Bergen op Zoom, een eindje gaat toeren met je kleinzoon van twee, van armoe op de fiéts, en dat die vervolgens vanuit z’n fietsstoeltje roept, dat ie opa’s auto ziet staan! Dat scheelt weer een blik agenten.

Dat jochie had trouwens ónze kleinzoon kunnen zijn, want waar die het vandaan haalt weet niemand, maar hij weet van iedereen, die hij kent het bijbehorende merk auto. Zelfs als de auto die hij ziet rijden een heel andere kleur heeft! Dat is ‘m niet geleerd, maar hij herkent ze gewoon! Terwijl zijn oma vrijwel alleen de auto herkent, waar ze op dat moment zelf in rijdt. Waarschijnlijk omdat zij niet en hij wel in auto’s geïnteresseerd is. Maar het zijn kleine Petertjes R.de Vriesjes, die kleuters! Ze komen er aan in 2022 of zo…..


Eetiek…..

aan tafel!!

Sinds we niet meer een complete verzameling schoolgaande en werkende eters rond de tafel hebben elke dag, zoals dat vroeger wel het geval was, verlopen in ons huis de maaltijden “zoals het uitkomt”. Geen vaste tijden of in ieder geval erg flexibel, zullen we maar zeggen. Ontbijten bijvoorbeeld is iets, dat bij ons alleen in naam bestaat. We zijn geen ontbijters en dat hebben we gemeen met 20% van de Nederlanders las ik in de Volkskrant. Een deel van de mensen eet in de auto of in de trein.

Ik kon, voordat ik naar mijn werk ging vroeger, ’s morgens niks door mijn keel krijgen. Het eerste, dat mijn keelgat passeerde, was de koffie op mijn werkplek, samen met de collega’s het begin van de dag. Gezelliger dan ontbijten. Onze cliënten druppelden binnen en schoven ook nog even aan, hoewel zij wél een ontbijt achter de knopen hadden, want dat staat in een intramurale instelling vanaf half acht keurig voor je klaar. Ja, en dat heb je thuis niet. Dus toch gemakzucht ook, want bij iemand anders en in vakantiesituaties ontbijten we wel. Maar dan lunchen we weer niet, het blijft kwakkelen.

Een warme maaltijd per dag vind ik wel moeten eigenlijk vanwege de vitamientjes en mineraaltjes, hoewel er, zeker in de zomer, ook wel eens een boterhammetje met ’n gebakken ei of ’n patatje tegenaan gaat.In principe hoef je niet zoveel tijd aan koken kwijt te zijn als je daar niet voor in de stemming bent. Veel groente is al schoongemaakt te koop in handige porties, hoewel Bieslog in zijn unieke sperziebonenonderzoek heeft aangetoond hoe duur je dan uit bent.

Ook in Trouw stond, dat ons eetgedrag is veranderd in de loop der jaren en dat is zo, maar niet alleen wát we eten maar ook hóe we eten. Wie at er vroeger met z’n bord op schoot? “Aan táfel !!”, riep mijn moeder als alles dampend klaar stond. Bij ons regisseert de televisie nogal eens: voetbalwedstrijd? Bord op schoot. Journaal zien en nog niet gegeten? Bord op schoot. Dat heeft ook wel iets gezelligs, maar of je bewust eet als je zit te kijken of dat mooie doelpunt nou eens komt en áls het komt verslik je je misschien ook nog. Zo eten is misschien ook nog wel zielig voor degene die gekookt heeft…..


Voor de goede orde……

paperwork

Ik ben de dochter van een accountant/belastingconsulent, maar ik kan ons eigen belastingformulier niet invullen, omdat ik daar niets van snap, hoe makkelijk ze het ook maken. Die genen waren even een straatje om toen ik in aanbouw was. Het is waarschijnlijk ook wel zo, dat ik het niet wíl snappen en weet dat het voor iemand anders een fluitje van een cent is en ja, dát is een ander verhaal, natuurlijk.

Het is met wel meer dingen makkelijk, want als je bijvoorbeeld zegt, dat je niet weet hoe de wasmachine werkt, dan hoef je als kerel nooit te wassen. Een zogenaamd “moeilijk” koffiezetapparaat ( en laten we wel wezen: wát is er nou moeilijk aan een koffiezetapparaat?) verlost je van het moeten zetten van een kopje koffie.Want dat kan je niet.

Om op de administratie terug te komen: ik kan wel goed bankafschriften op volgorde leggen en in een mapje doen en verzekering bij verzekering doen en garantiebewijsjes bewaren ( groter dan een kassabonnetje zijn ze tegenwoordig niet meer, dus je moet nog goed opletten dat je je garantie niet weggooit in de opruimwoede!) en alles over het huis en de hypotheek: ik kan het allemaal zo tevoorschijn toveren. Het is meer een kwestie van opruimen en daartoe heb ik een la, waar de binnengekomen post in gaat. Als die dreigt niet meer dicht te kunnen dan moet ik weer.

Rekeningen betalen we automatisch of via de Girofoon van de postbank, een prachtig telefonisch systeem, waar mijn blinde echtvriend verschrikkelijk handig mee is. Iedereen krijgt daardoor bij ons op tijd z’n geld.

Dus zulke stapels als bij Luna die kan ik me nog zeer wel herinneren van vroeger, maar door mijn aan maten gebonden laatje word ik tijdig herinnerd aan onze “administratie”. Het is niet mijn grootste liefhebberij, maar toch, het staat wel interessant al dat papier verspreid over de tafel. Waar zie je dat nog tegenwoordig?


Feestje….

verantwoord grootouderschap....

Gisteravond hebben we op onze kleinzoon van twee-en-half jaar gepast, omdat z’n ouders naar een verjaarsfeestje gingen. Omdat ze afgelopen donderdag net verhuisd zijn, had ik gedacht dat het wel moeilijk oppassen zou zijn vanwege nog niet gevonden slaapritme van de kleine man in het nieuwe huis. Nu had ik al wel gehoord, dat dat erg meegevallen was en hij al twee nachten prima geslapen had in zijn nieuwe kamer, die flink wat groter is dan z’n kamer in het oude huis. Hij blijkt dus stressbestendig.

Maar tegen de warmte van gisteren was hij minder bestand. Hij sliep al een poos toen zijn ouders om half negen naar hun festiviteit vertrokken, maar om zo’n uur of negen hoorden we via de in de kamer opgestelde babyfoon een onrustig gemiemel, waarvan we even hebben afgewacht of het zich zou ontwikkelen tot een echte huilbui. Toen ik toch maar even boven ging kijken hoe hij er bij lag bleek, dat hij zo ongeveer zijn bed uitdreef, ondanks ventilator en zonwering, die de hele dag al in aktie waren. Geplakte haartjes en een kreeftrood gezichtje, dat echter helemaal opklaarde toen hij zag dat oma d’r was.Gezellig, gezellig, hij was er helemaal klaar voor!

Daar ben je dus als grootouder niet tegen bestand. Iemand, die je zó graag ziet verschijnen! Elk gevoel voor verantwoordelijkheid rond het slaapgedrag van het kind verdwijnt als sneeuw voor de zon, dat regelen ze morgen maar weer zelf. “Ga je even mee naar beneden naar opa?” Gôh, is die d’r óók dan? Het feest was compleet! Dus zaten we even later met een glaasje limonade t.v. te kijken op de (nieuwe) bank. Stijn was niet meer zo warm en begon steeds meer de leuke kanten van een avondje opa-en-oma te zien.Begon een beetje rond te lopen in de kamer en de keuken, die nog vol staan met onuitgepakte verhuisdozen. Bij Studio Sport blijkt, dat hij al veel van voetballen weet. “Die zat er bijna in!”, riep hij. Hij praat al zo geweldig veel en ik hoor z’n vader én z’n moeder in veel dingen die hij zegt. Ze moeten verdomd, sorry, verdrááid goed op hun woorden letten!

Op een gegeven moment stak hij z’n duimpje in z’n mond en kwam es even gezellig bij oma zitten. Even later was ie onder zeil. We zijn er met z’n tweeën maar een beetje makkelijk bij gaan zitten tot z’n ouders thuiskwamen, die hem met een ervaren greep in z’n bedje legden. We hebben een reuze gezellig feestje gehad met z’n drietjes, opvoedkundig volkomen onverantwoord, maar z’n ouders hebben naar alle waarschijnlijkheid vanochtend wel kunnen uitslapen na hún feestje! Kunnen ze er weer helemaal verantwoord tegen aan!


Blij, blij, blij….!

horizonnetje, hè?

Opluchting, dankbaarheid en weer lekker in m’n vel, dat zijn de termen waarmee ik mijn gemoedstoestand van dit moment wil beschrijven. Want de gezondheidstoestand van mijn lieve schoonzus heeft zich ten goede gekeerd! De complicaties zijn verdwenen en hoewel ze natuurlijk van de operatie, die een behoorlijke ingreep was, moet herstellen, zit ze in de lift naar boven en wordt ze elke dag sterker. Zoals mijn broer het aan de telefoon zei: “We zien weer horizon!” Geweldig!

Het is of er een gordijntje in je hoofd is weggeschoven. Dat hoofd is weer helder en in staat te bedenken, dat je eigenlijk eens zou moeten stofzuigen en nagaan wat we moeten eten morgen. Ik vond dat soort dingen volkomen onbelangrijk, maar we worden weer normaal. Mijn schoonzusje moet nog even geduld hebben, samen met ons, maar ze komt er aan!


Haken en ogen

eerst zien dan geloven.....

Onder vier ogen hebben we besloten toch maar niet te gaan sparen voor het bionische oog, dat Tonie met zijn onnavolgbare oog voor speciale items opduikelde in een in het oog springend artikel. In tegenstelling tot Frank W.Ockenfels, die pas 39 is en er zo op ’t oog langer plezier van zal kunnen hebben dan mijn blinde oogappel, wil die geen sores aan z’n lijf en al helemaal niet aan z’n kop.

Hij vindt 115.000 dollar ook teveel. In zijn ogen een exorbitant bedrag en dat is het ook. Maar dat er, zoals met zoveel, dat vroeger niet mogelijk was en nu wel, een zeer interessante ontwikkeling gaande is waar het oog van de wereld nog van zal opkijken, dat is wel zeker. Maar niet voor mij, zegt Jouke.

Het proces van het “leren” kijken vindt in je allervroegste levensfase plaats en lees er Oliver Sachs’ boek “De man, die zijn vrouw voor een hoed aanzag” maar op na, dat haal je niet meer in. Afstanden schatten, diepte zien, kleuren zien, dat ontwikkelt zich tegelijkertijd met je hersenen. Ik ben benieuwd of ze dat met dat bionische oog ’n beetje goed kunnen regelen. De man uit het boek was blij, dat ie weer blind was. Wat een rust. Zegt mijn man ook, hij heeft liever bionische oren als er dan toch iets bionisch moet. Daar zijn z’n hersens al helemaal klaar voor!


Tegenvallers……

Ik blijk een angsthaas te zijn. Mijn schoonzusje is ernstig ziek en als de telefoon gaat ben ik blij als iemand anders hem opneemt. Dat had ik niet gedacht van mezelf, dacht dat ik flinker was.’n Beste tegenvaller.Ze is geen moment uit mijn gedachten. Gisteren was ze nog jarig ook, we hebben een bloemetje naar het ziekenhuis gestuurd, ze is helemaal in Leeuwarden en ik heb gisteren nog een brief geschreven. Ik ben er constant mee bezig, maar de hele toestand werkt verlammend op mijn activiteiten.Mijn andere zus is bij mijn broer om hem en m’n schoonzus te supporten namens ons allen en te zorgen dat hij niet alleen is. Ze is daar goed in, lief en praktisch en dat heb je nodig in zulke omstandigheden.

Ik weet, dat we moeten afwachten. Ze is dinsdag geopereerd, maar ze heeft hoge koorts en die wil maar niet weg. Misschien moet ze morgen weer geopereerd, dat wordt nog beslist. We hebben slecht geslapen vannacht en we kunnen verder niks doen dan afwachten.Afleiding helpt niet echt. het zware gevoel in mijn hoofd en in mijn maag blijft. Ik ben ongerust, onrustig en rusteloos en dat allemaal tegelijk. Daar gáát mijn mooie theorie van laatst over die vrolijke kijk op de dingen. Daar klopt nu toevallig even helemaal niks van…….


Memoires

bloemetje voor Walters moeder

Het groot uitgevallen plaatje hiernaast herbergt een bloem, die, je zult het niet geloven, “Walter’s Gift” heet. Het is een geranium oxonianum en ook dat moet je maar geloven. Ik vond ‘m toevallig en vind het eigenlijk mooi passen bij Walters opgetekende herinneringen van zijn moeder, die om allerlei redenen ook bij mij beelden oproepen.

Ten eerste omdat Walters moeder van hetzelfde bouwjaar is als ik en omdat haar herinneringen zich afspelen in Amsterdam, waar ik tot mijn twintigste heb rondgelopen en rondgefietst vooral. Bovendien stond de MMS, die ik na de oorlog bezocht, in de Euterpestraat, later omgedoopt in Gerrit van der Veenstraat vanwege de slechte herinneringen, die vele Amsterdammers aan die naam en dat gebouw hadden. En vanwege verzetsheld Gerrit van der Veen natuurlijk. In mijn latere schoolgebouw verzamelden de bezetters mensen die opgepakt waren en over wie nog beslist moest worden wat er verder met hen moest gebeuren. Mijn vader heeft er ook nog een halve dag vastgezeten, nadat een tram was leeggehaald bij een razzia. Mijn vader was doordat hij moeilijk liep wegens kinderverlamming niet zo interessant voor de arbeitseinsatz dus was ie snel weer thuis. Nog een overeenkomst met Walters moeder is, dat er ook bij ons thuis in 1943 een kind werd geboren, mijn broer en ook onze joodse buren werden weggehaald.

Mijn vader was accountant, hoewel hij in die tijd nog studerend was en een administratiekantoor had. De mensen voor wie hij de administratie deed noemden hem nog gewoon “de boekhouder”. De Apollolaan, waar Walters moeder woonde, daar fietste ik dagelijks over naar school vice versa, dus dat klonk ook al bekend.

Ik ben benieuwd naar het vervolg van de memoires, maar vind het erg jammer, dat ze zo ziek is. Ik ben me, ook al vanwege datzelfde “bouwjaar”, zeer bewust van mijn voorrecht nog in goede gezondheid te verkeren. Ga zo wel even zoeken naar ongeverfd hout om af te kloppen…..


Vrolijk op weg naar de finish!

nou ja, zó hoeft 't nou ook weer niet....

Een artikel in Trouw vertelt ons, dat het verstandig is om je een optimistische kijk op het leven aan te schaffen en om, als je die niet van nature hebt, er toch maar even je best voor te doen, want dan leef je langer als je dat leuk vindt. Een positieve instelling rekt je leven zelfs meer dan wanneer je besluit te stoppen met roken of om dieet te gaan houden vanwege je lijn.

Ik rook niet, dus dat is al makkelijk en aan de lijn heb ik nooit gedaan, omdat dat weinig uithaalt bij mij, vind ik dus. Het zet geen zoden aan de dijk, want die zitten er al aan. Er onder hoef ik niet, want ik ga als het zover is op in rook volgens plan. Dan neem ik helemaal geen plaats meer in, slanker kan niet. Maar dit alles duurt nog een poosje als ik Trouw mag geloven en dat doe ik natuurlijk graag, positief als ik ben.

Ik ben er trouwens wel van overtuigd dat een beetje vrolijke kijk op de dingen je vrijwaart van veel ellende. En dat heeft niks met oppervlakkigheid te maken, meer met prioriteiten stellen en mentale en emotionele energiehuishouding. Ik probeer te schiften, maak me best wel zorgen over van alles en nog wat, maar als ik er minder dan niks aan kan veranderen en dat probeer je eerst natuurlijk, dan heeft het ook weinig zin me er extreem druk over te maken. Een kwestie van behoud en ik blijf wat prettiger in de omgang. Daarin ben ik niet makkelijk te beïnvloeden, geloof ik.

Vroeger op mijn werk hadden we eens een collega, die zéér makkelijk te beïnvloeden was. Als je tijdens de koffie tegen haar zei: “Je ziet een beetje bleek!” zei ze: “Oh ja?”, liep naar de spiegel en was binnen het kwartier ziek naar huis. Je kon het haar zó aanpraten! Bron van veel vermaak en ja, dat kon toen nog. Het is maar hoe je tegen jezelf aankijkt, letterlijk en figuurlijk.

Bij een ander bedrijf waar ik heb gewerkt kwam altijd een vrolijke oude baas, die de advertentie-acquisitie deed voor de krant van de tbc-bestrijding, de Emmabloem of zo. Hij was 86 jaar en kwam op de fiets een paar maal per jaar zijn zaken doen. Er werkte toen ook een portier, die toen hij 65 was werd gepensioneerd en vertrok. Toen onze acquisiteur bij zijn volgende bezoek de portier miste zei hij: “Waar is toch die ouwe man gebleven, die hier altijd zat?” Terwijl hij dus 21 jaar ouder was zag hij zichzélf absoluut niet als een oude man en eerlijk gezegd zag de portier er ook ouder uit dan hij!

Er was dan ook veel verschil tussen die twee. De portier was een sombere “van 9 tot 5-man”, waar eigenlijk niet veel aan te beleven viel. Hij had geen hobby’s en viel na zijn pensionering in een diep zwart gat. Hij heeft zich letterlijk doodverveeld, want hij is niet veel ouder geworden.

Dus….moraal van dit verhaal: wil je een lang en liefst ook nog gelukkig leven : positive thinking is a selffulfilling prophecy! Zullen we maar hopen. Begin d’r jong mee, zou ik zeggen!