Huismiddeltje tegen stress……

Sinds het begin van dit jaar is onze jongste dochter gestopt met roken en dat vinden we mooi. Ondanks de gewichtstoename, waar ze nu natuurlijk extra werk aan heeft, houdt ze het zonder problemen vol. Die extra kilo’s vindt ze wel vervelend, maar niet onoverkomelijk, zegt ze. En ook dat is een kwestie van volhouden, sporten en op je voeding letten.

We vroegen haar vandaag of ze er verder iets van merkt dat ze niet meer rookt, qua stress en zo. Want het is een drúk tiepje, dat kind van ons en als je geen sigaretje meer wilt opsteken bij spanningen, wat doe je dan? “Dan sla ik gewoon mijn kinderen”, zei ze laconiek. Die kinderen zaten er bij toen ze dat zei en die grijnsden vrolijk, dus we hebben maar besloten de kinderbescherming niet te bellen…….


Kijkoperatie…..

Onze buurtjes hebben een andere televisie gekocht, want zowel hun tv als onze buren zijn op leeftijd en een tv kun je vervangen. Na een zeer langdurig dubben over het merk, hoeveel hij mocht kosten, de meest geschikte afmeting, de garantie en tenslotte wie ‘m mocht leveren is het er dan toch van gekomen. De buurman kwam nogal es om inlichtingen, want in ons huis wonen mensen die wat meer verstand van televisies hebben dan de gemiddelde Nederlander en dat weet de buurman.

Maar nu staat de tv er dan. Ik mocht hem vanmiddag even zien. Mooi ding, hoor. Geen dikke bult meer aan de achterkant, mooi plat, niet te groot, maar zeker ook niet te klein. Het merk is Philps. De buurman heeft daar jaren gewerkt en ach, ergens zit die trouw aan de baas er nog in. Daar hebben wij nou totaal geen last van, maar dat terzijde.

Hij is aangeschaft via BCC, die zaak van “low pricing en high service”. Die hadden namelijk een aantrekkelijke aanbieding. De buurvrouw (je weet wel, die slimme dame, waar dat joch laatst met snode plannen en een smoes probeerde binnen te komen!) vertelde dat ze bij het afrekenen naar de korting had geïnformeerd die zoals ze dacht bij de aanbieding hoorde en die ze niet terug zag op de rekening. “Jammer, mevrouw”, zei de verkoper “maar die actie was maar tot 24 september!”. En dat was het dus niet meer. “Gôh”, zei onze buurvrouw “laat ik nou gedacht hebben dat ie tot 34 september liep! Wat kan een mens zich toch vergissen!”. Nou, ze hebben de korting alsnog gekregen, hoor, want de man had gevoel voor humor.

Ze waren trouwens het bedrag van de korting weer kwijt aan de bijkomende kosten van snoeren en stekkers, maar niettemin: ze zijn d’r blij mee. Dus een deurtje verder in onze straat vertoont men ondertussen een uitermate tevreden kijkgedrag…….


Negen….

Negen is eigenlijk een mooi cijfer. Na negen maanden kun je, als alles naar wens verloopt, een kind op de wereld zetten, een kat heeft maar liefst negen levens, ’n château-neuf-du-pape schijnt niet te versmaden te zijn, op ’n bowlingbaan is het de bedoeling, dat je ze alle negen omkegelt, bij het klaverjassen is het niet slecht als je in het bezit bent van de negen oftewel de nel, nine-eleven was dan wat minder, maar toch.

Ik kom d’r op omdat ik sinds vandaag negen jaar met dit weblog bezig ben en dat nog steeds leuk vind om te doen. Wat ik wel moeilijk vind, en dat de frequentie wel beïnvloedt: er gebéurt natuurlijk wel van alles, maar veel nieuws heb ik niet te verkondigen. Dat lezen, horen, zien jullie allemaal zelf wel. Over sommige gebeurtenissen in dat nieuws heb ik uiteraard wel een mening, maar wie zit daar op te wachten? Niemand dus, denk ik.

Dan vind ik het veel erger, dat mijn zwager onderuit gegaan is met z’n motor, terwijl hij helemaal niet hard reed of zo, gewoon op ’n oprit. Maar hij kreeg de spiegel van zijn Harley zo ongelukkig in z’n bast, dat ie zes (6!) ribben heeft gebroken en er is ook nog iets mis met z’n knie! En dat mijn neef legionella heeft opgelopen, hij weet niet eens hoe, en na een paar hele spannende dagen in het ziekenhuis ligt te herstellen. Maar ja, dat is allemaal dichtbij-ellende, die naar we hopen zo snel mogelijk weer voorbij gaat.

De narigheid, waarover je in de krant leest: kinderen, die vermist zijn, vermoord zijn, waar je hart van overslaat, wat moet je daar mee? Het probleem, dat mensen gezonder en daardoor steeds ouder worden, waardoor dat straks niet meer te betalen zal zijn. En dat enge kabinet, dat maar niet van de grond komt en volgens de berichten, die ik hoor, gaat onze privacy, zeker op het internet, helemaal naar de ratsmodee. Dat vind ik minstens zo eng als dat kabinet. Je wordt er allemaal niet vrolijk van.

Toch ben ik geen pessimist, hoor, dat je dat niet denkt! Dat lijkt maar zo. Het is alweer herfst. De bomen gaan verkleuren en ik steek weer kaarsjes aan als het donker wordt. En chrysanten en asters zijn ook mooi. We zijn gezond en met de armoe valt het ook best mee, dus ach, óp naar de 10 dan maar…….!


Cadeautje…..

Vanmorgen heb ik de la opgeruimd waarin ik van alles bewaar, dat per post binnenkomt en niet meteen doorkan naar de blauwe oud-papierbak, omdat het nou eenmaal een rekening is die betaald moet worden of een formulier dat moet worden ingevuld. Dat doe ik meestal niet meteen. Zoals nette mensen dat doen. Ik schuif het eerst uit het zicht in “de” la. Die kan uiteraard na verloop van tijd niet meer zo soepeltjes dicht en dat is dan het moment om maar eens orde op zaken te gaan stellen.

Nou moesten we vanmorgen een telefooncontract hebben en dat moest in die la zitten. En dat bepaalde dus even het moment. Het zat er ook in, hoor, dat scheelt. Ik heb veel geregeld en weggegooid en de la kan weer probleemloos dicht. Ik weet weer wat er allemaal inzit. Dat we vooreerst geen pasfoto’s hoeven, want met ’n beetje goeie wil van degeen die ze van ons nodig heeft, kunnen ze nog dienst doen. De giroafschriften zitten weer in de mapjes. Zat het slop in, want met telebankieren heb je die eigenlijk niet meer zo nodig. Ze lopen ook achter. En omdat mijn man ze in braille krijgt wordt het ook vol in mijn la. Ik ontdekte nog meer.

We steunen nogal wat goeie doelen. Niet dat we nou zo charitatief zijn ingesteld, maar nadat we met pensioen gingen vonden we vaak, dat wij het zo slecht nog niet hadden vergeleken met allerlei van die doelgroepen en zo kwam er telkens wel weer eentje bij in de loop der jaren. Ook kunnen we zo moeilijk iets weer afzeggen. Soms ook doordat we niet zouden wéten hoe dat zou moeten, want begrijpelijkerwijs zijn de goede doelen niet zo scheutig met informatie daarover. Maar het is zo zoetjesaan een aardig bedrag per maand. En het staat wel mooi op je belastingaangifte, dat dan weer wel, maar toch.

Nou krijg je van tijd tot tijd ook iets van verschillende van die instanties: wenskaartjes. Gratis, met op de achterkant dik gedrukt de naam van het goede doel. Die gebruik ik nooit. Ze zijn vaak mooi, hoor, soms nog vervaardigd door de plaatselijke bevolking ook, je ziét ’t ze doen, maar ik zal ze niet wegsturen. Niet omdat ik ze de naamsbekendheid niet zou gunnen, maar om het feit dat je de hartelijke gelukwensen op ’n koopje verstuurt. Iedereen weet, dat je hun kaartje gratis hebt gekregen en niet eens even de moeite hebt genomen om bij de plaatselijke Bruna of Readshop een mooie kaart uit te zoeken voor het feestvarken. Bovendien lijkt het of je wilt zeggen: kijk mij eens, ik steun een goed doel.
Ik hou daar niet van.

In mijn la ligt dus een verzameling van kaartjes (en adresetiketjes ook nog, met mijn naam erop om aan te tonen hoe goedhartig ik ben!), waarvan ik gewenst had, dat de kosten om ze te drukken besteed waren aan het doel dat ze vertegenwoordigen. Ik hoef geen relatiegeschenk……


Wij hebben een occulte super…..!

Bij de uitgang van de C-1000 supermarkt stond van de week alweer een hele groep kinderen. “Mevrouw, hebt u dungans?”, vroegen ze me. Ik zei “nee”, ten eerste omdat ik geen idee had wat dat waren en ten tweede omdat ik ’n gloeiende hekel heb aan dat gebedel. Bij een vorige actie moesten ze zelfs dranghekken huren om die kinderen in toom te houden.

Het beste bewijs van het nutteloze van déze zogenaamd leuke, verkoopstimulerende actie hoorde ik ’n paar dagen later bij ’n kassa. Een meisje van een jaar of zeven vroeg aan de caissière: “Wat kan ik eigenlijk doén met die dingen?”. Die trok haar wenkbrauwen op en zei: “Ik zou ’t niet weten!” en wendde zich tot een collega, die het ook niet wist. “Je kunt er mee spelen, denk ik”, zei ze toen maar. Hij is dus intern ook nog eens goed voorbereid, die actie.

Ik las, dat er veel ongerustheid is vanuit christelijke hoek. Het zou om occulte, duivelse monsters en demonen gaan, die de kinderen ongetwijfeld onrustige nachten
zouden bezorgen en het was in ieder geval slecht voor ze. Nou kunnen kinderen tegenwoordig wel tegen ’n stootje, hoor. Moet ook wel, want ze zien en horen ook wat er dagelijks om ons heen gebeurt. Ook niet goed voor een tere kinderziel.

Maar op de doosjes van bijvoorbeeld de Harry Potter-films, waar volgens mij toch ook aardig wat suspense in zit en dat is dan nog bedácht, staat dat ze geschikt zijn voor kinderen vanaf 12 jaar. Nou, veel van de ons bekende koters hebben die leeftijd nog niet, maar ze hebben ze gezien, hoor, of anders met rode oortjes het boek gelezen. Ik neem aan, dat hun ouders e.e.a. ook wel in kunnen schatten.

Maar de C1000 moet gewoon de flauwekul achterwege laten, dat scheelt onbegrip. Was toch ooit hun slogan? “Geen fratsen, dat scheelt”. Dat wil ik dan wel weer es meemaken……..


De zekerheden van het leven…..

Gistermiddag waren we bij ’n oud-collega en z’n vrouw. We hebben, vooral op muzikaal gebied, nauw samengewerkt, we hebben vroeger samen gekampeerd, de kinderen kennen elkaar, enzovoort, enzovoort. Nou ja, het zijn van die mensen met wie je, na ze tijden niet meer gezien te hebben, afspreekt en gewoon weer verder gaat waar je was gebleven. Zo’n bezoek was ‘t. Er is veel gelachen, oude werkherinneringen ophalen is natuurlijk onvermijdelijk en ja, natúúrlijk was vroeger alles beter!.

Maar we hoorden dat hij ’n nieuw bedrijfje heeft opgestart, ondanks dat pensioen, ik kreeg al ’n visitekaartje ook, zodat de geranium best een mooie plant is, maar ook niet meer dan dat. Dat zijn van die momenten dat een mens niet begrijpt dat ie er ooit bij heeft kunnen werken. Drukker dan ooit! Ook wat dat betreft zijn gelukkig de tijden veranderd. En om ergens te oud voor te zijn, daarvoor is nog tijd zat. Ik vind dat mooi, hoor.

Toen we ophielden met werken stopte ook de aanvoer van mopjes en anecdotes ’n beetje. Dat is nou eenmaal zo. Maar gisteren hoorden we d’r weer een en nog historisch ook. ’n Kennis van de familie bezocht een crematieplechtigheid. Omdat hij de weg niet wist schakelde hij de navigatie van z’n telefoon in om ‘m die te wijzen. Dat was allemaal prima verlopen, keurig op tijd aanwezig, niks mis mee. Maar toen het letterlijk doodstil was in de zaal klonk vanuit zijn jaszak ineens luid en duidelijk de melding: “U hebt uw bestemming bereikt”.

Nou, dat was voor één van de aanwezigen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het geval……..


Alfred Jodocus……

Vanmorgen reden we achter een auto, waarbij op de achterruit te lezen stond: “Ceci n’est pas une voiture…..c’est un art de vivre!”. Inderdaad, ’n Eend. Een hele ouwe, maar hij zag er nog prima uit. Mensen, die in zo’n auto rijden zijn nostalgische liefhebbers en ze zorgen er goed voor.

We hadden ’t erover hoe dat type auto eigenlijk aan z’n naam zou zijn gekomen: een eend. Er waren op z’n Frans toch ook al twee paarden aan verbonden. Maar het schijnt, dat een journalist hem bij de presentatie door Citroën een Lelijk Eendje heeft genoemd, vrij naar Hans Christiaan Andersen, en dat ’t daar vandaan komt en in ’t spraakgebruik zo is gebleven. En de waggelende gang van het ding vanwege de unieke vering onderstreepte dat nog eens extra natuurlijk.

Hij was in de jaren zeventig nogal geliefd bij de vrouwen, die bij mijn man op de Sociale Academie zaten en ook veel maatschappelijk werksters op ons werk werden nogal eens geplaagd met de vraag of ze wel genoeg broodkorstjes bij zich hadden. En ik heb ook altijd gehoord, dat het een makkelijke “doe-het-zelf”-auto was. Kom daar nu nog eens om. Je kunt nog geen lampje zelf vervangen. Maar bij de Eend zat het allemaal niet zo moeilijk in elkaar.

Ruimte nodig? Hup, de achterbank en ’n stoel er uit en je kon een verhuizing doen. Aanrijdinkje en ’n deuk in de deur? Je tilde ‘m zo uit z’n scharniertjes en verving hem zelf. Neefjes van ons hebben nog een poos een zogeheten “Duck Dump” gehad. Hun klanten konden allerlei onderdelen voor hun Eendje bij ze halen. Ze hadden deuren als boeken gerangschikt in de schappen in alle kleuren van de regenboog. Dat vond ik altijd ook zo leuk aan ’n Eend: dat hij er was in allerlei kleuren. Niks trendkleur, niks metallic, gewoon de kleur waar je zin in had. Die van vanmorgen was toevallig zwart, maar toch.

Dat Eendje stond als eerste te wachten voor het verkeerslicht, toen we achter hem aansloten en dus dat zinnetje konden lezen. Ik dan. Het stoplicht sprong op groen, maar de bestuurder was even met z’n art de vivre bezig en vergat weg te rijden. Ik ben geen ongeduldig type, maar op ’n gegeven moment gaf ik toch maar een bescheiden seintje met de claxon. Ik zag ‘m schrikken en toen reed hij hard weg.

Als het mij overkomt, dat ik zit te suffen bij ’n stoplicht en iemand achter mij toetert, dan heb ik dat ook. Ik schaam me dood, dat ik de boel sta op te houden en spuit met een dot gas weg. De Formule-één is er niks bij. Maar die Eend hád van mij best rustig aan mogen doen, hoor, ’t is tenslotte ook een bejaarde, maar wel ’n beetje opletten, hè……..!


Tandenstoker……

De mondhygiënist, waar we vanmiddag waren, deelt zijn chique praktijkvilla met een paar tandartsen. Achter de ontvangstbalie zit een oudere dame, die de telefoon bedient en secretaressewerkzaamheden verricht. Wij zaten in de wachtruimte, die rijkelijk is voorzien van lectuur. Niet de Story, zal ik maar zeggen. Er klinkt een beschaafd klassiek muziekje uit de luidsprekers. Dat is even een sfeertekening, zodat je weet hoe we er bij zaten.

Ineens ging ergens een deur open en een lange, in ouderwetse witte doktersjas geklede, oudere tandarts kwam aanlopen. Hij vond het niet de moeite om ons te groeten, terwijl hij ons wel aankeek. Al was het maar ’n knikje geweest, we zijn tenslotte wel klanten, maar nee, niet interessant genoeg. Tegen de baliemevrouw zei hij: ” Loes, bel even naar (dat verstonden we uiteraard niet). Ik wil overleggen over een behandeling”. “Oké”, zei Loes en ze ging meteen aan het bellen. “Hallo, u spreekt met Loes B. (Nee, uit medelijden met Loes noem ik de naam van de tandarts niet, hoor). Mijn man wil graag dokter (niet verstaan) even spreken. Ja, dank u”.

“Gôh, familiebedrijfje dus!” dachten wij.”Ze is z’n vrouw”. Loes was aan het wachten. Opeens kwam de tandarts uit zijn kamer gestoven, we schrokken d’r van, en hij riep: “Loes, je moet wél dóórverbinden, hè!” Hij was kwáád. “Dóór-ver-bin-den dus!” Met de nadruk op elke lettergreep. “Ja, maar “zei z’n vrouw “hij is in bespreking. Ik heb ‘m nog helemaal niet aan de lijn. Dát is het probleem!”. Zij ook kwaad.

Toen kwam onze zachtaardige mondhygiënist ons halen en hopelijk is het weer goed gekomen daar aan de balie. Die mensen werken waarschijnlijk al veel te lang samen. Of hij heeft, vanwege de kosten, zijn vrouw moeten inschakelen voor het secretaressewerk. De kinderen waren tóch de deur uit. Terwijl hij veel liever daar een leuk, jong ding voor had gehad. Je weet ’t niet, je wéét ’t niet……

Maar je vrouw, of eigenlijk wíe dan ook, zó afbekken waar andere mensen, klanten nog wel, bij zijn, ik vind ’t niet kunnen. Je gaat al niet voor je plezier naar de tandarts, hoewel die van ons heel aardig is, hoor, maar deze zal ik nooit aanbevelen. Dat weet ik wel zeker, wat ’n chagrijn, zeg. En z’n vrouw moet maar flink haar tanden laten zien……….


Wisseltruc…..

Weet je, eigenlijk vind ik het best geestig, dat de Belgen en de Hollanders allebéi zo zitten te hannesen om een regering in elkaar te knutselen. Zou het ’n ideetje zijn om eens even te ruilen? Dat zij het bij ons komen doen en wij bij hen? Dan is er in beide landen weer es ’n frisse kijk op de zaak!

De Belgen dan aan de kroketten tijdens het overleg en nou, je weet hoe België culinair op de kaart staat, daar kunnen die boerenkoolkokers van ons ook nog wel wat van opsteken. Daar hebben ze vast geen bezwaar tegen. Want het eten moet goed in orde zijn bij zo’n klus. Ze komen al slaap te kort ook. Daar word je chagrijnig van en dan lukt ’t van geen kant natuurlijk.

Vroeger op ons werk ging de directie ook altijd heel luxe zitten vergaderen op een chique, meestal afgelegen plek als we weer eens in ‘zwaar weer’ zaten. Gezondheidszorg, hè, dan heb je dat. Dan gingen ze nadenken over de te volgen strategie. Wij werkten gewoon door en wachtten af. Wat er uit zo’n overleg kwam betekende meestal meer werk voor ons. Administratief vooral, want er moest duidelijk worden, dat wij dat zware weer veroorzaakt hadden. Moest je van kwartier tot kwartier je ‘verrichtingen’ gaan noteren. Veel extra gedoe en dan hoorde je opeens, dat het niet meer hoefde, want het werkte niet. Ja, wij wel, maar het systeem niet.

Het valt niet mee, iets besturen, dat weet ik wel. Ik ben dan ook blij dat ik het tot onze auto mag beperken. De macht over het stuur zogezegd. Want dáár gaat het allemaal om: wie krijgt ‘de macht’. De strijd daar om maakt het zo moeilijk om overeenstemming te bereiken. En ik ben ook wel ’n beetje ongerust over ‘de jongensdroom’ van Verhagen, die hij had toen ie minster werd.

Maar ondertussen voel ik me niet zo onbestuurd, hoor. En in de krant stond de uitspraak van een hoogleraar, die er verstand van heeft, dat we helemaal niet hoeven te wanhopen. “Nederland onbestuurbaar? Nee, hoor!” stond als kop boven het artikel. Ik dacht meteen: “Gaat u maar rustig slapen” en dat hebben we wel es vaker gehoord uit Den Haag…….