Koud, hè…..?

Kwaliteit en plezier!

Nee, het vroor niet gisteravond, maar het was toch wel een beetje kleumen geblazen toen onze oudste dochter en ik naar de wintermarkt, die je nog geen kerstmarkt kunt noemen, hoewel er al wel veel glitter te zien was, in Beekbergen gingen.

Onze jongste dochter trad daar op met haar koor, dat heel toepasselijk “Ons- Koor” heet. Het was voor haar een verrassing dat we er waren en dat vond ze leuk. We wisten hoe laat ze zouden zingen en waren keurig op tijd. Konden zelfs de auto goed kwijt.

Het was redelijk druk en gezellig. Overal vuurpotten voor de koukleumen, maar dat hebben wij niet nodig natuurlijk. Het is een goed koor en het is een plezier om naar ze te luisteren. Allemaal gemotiveerde vrouwen, die mede door hun ‘strenge’ dirigent Lex van Diepen tot prima resultaten komen. En dat is te horen.

Alleen vind ik dat optreden wat ondankbaar op zo’n avond. Iedereen loopt op zo’n markt langs, blijft soms even staan, er zijn veel kraampjes waar etenswaar en bier wordt verkocht en het wordt naarmate de avond vordert steeds lawaaiiger. En echte aandacht voor wat die dames staan te doen is er maar sporadisch. Ze hadden nog wel een opwekkend praatje om nieuwe leden te werven. Er had zich al één iemand gemeld!

Het zou om negen uur afgelopen zijn, het winterfestijn. Dus toen Karin en ik de markt nog even over wilden na het concertje, ook om de kleum er even uit te lopen, waren veel kraamvrouwen al aan het opruimen. Jammer maar helaas. Mijn dochter zei, dat haar echtgenoot heel trots op haar zou zijn: ze had niks gekocht.

Maar het was leuk om er te zijn, zoals ik zulke dingen in een dorp sowieso mooi vind. In de zomer draait alles om de toeristen. Ook mooi, maar toch anders. Dan hebben ze wekelijks, zes weken lang, een Veluwse markt met oude ambachten en zo. Voor bijenkorven vlechten was het nu te koud. Voor hamburgers niet…..


Nooit te oud om te leren…..

Procrastinatie…..ik had er nog nooit van gehoord. En ik blijk er nota bene kampioen in te zijn! Ik las het woord bij Irene, van Anderzijds en moest het dus opzoeken. Wikipedia legt uit, dat het woord in het Nederlands te maken heeft met “uitstelgedrag”. Als je dat vertoont verwacht je, dat een taak die eigenlijk wél moet, de oorzaak zal zijn van stress en sowieso moeilijkheden. Daarom stel je ‘m uit.

Bij mij slaat het eigenlijk alleen maar op kasten, zolder en schuur opruimen en dingen wegdoen. Hoe ouder je wordt, hoe meer last je krijgt van procrastinatie. Goh, dat er zo’n mooi woord voor is…..


Gezellig…..!

Daar heeft volgens de krant Petra Vethman een boek over geschreven. Dat gaat er dus over wat we hier in ons kleine ‘kikkerlandje’ van bloembollen, molens en klompen gezellig vinden. Zo blijken wereldburgers ons doorgaans nogal eens te bekijken. Alsof wij geen wereldburgers zijn, zeg! Ik denk, dat er veel meer van oorsprong Nederlanders buiten de grens wonen dan erbinnen. Gezellig, toch?

Maar het boek, dat ik (nog) niet heb gelezen, hoor, gaat over de binnenlandse gezelligheid. Dan rekenen we de vakanties even niet mee, want dat is de gezelligheid die we veertien dagen lopen uit te dragen in het buitenland. Toen wij in Devon waren noemde onze cottagemevrouw ons “the lovely people from Holland”. We lieten het huis zo netjes achter, zei ze. Gezellig, toch?

Petra noemt de gezelligheid in huis. We houden van frutsels en kaarsjes. Nou, bij mij klopt dat wel. Dus ik ben een Nederlander. Dan het gezellig samen eten. Dat doen wij ook best vaak en dat is ook gezellig. Maar zoals die Italiaanse families dat doen, hele volksstammen rond de tafel, daar moet hier toch minstens een buurtfeest voor georganiseerd worden of een schoolontbijt. Of er iemand moet 80 worden, zoals Kloris laatst!

Verjaardagen gaan hier eigenlijk ook altijd wel gezellig. Hoewel de familie lang niet altijd compleet hoeft te zijn. Even gezellig bellen is ook prima. De ‘herinnering’van Facebook, daar erger ik me wezenloos aan. Alsof je zelf niet aan iemands verjaardag hoort te denken. ‘Kringverjaardagen’ hebben we wel eens bezocht, hoor. Ook bij niet-familie. En die waren lang niet altijd zonder meer gezellig. Er werden dan aangeschafte autos besproken of vakanties in verweggistan. Allebei in een prijsklasse waarvan wij dachten: (zonder jaloezie, hoor, dat moet je maar geloven) Gezellig?

Wij waren in die tijd kampeerders. Dat schijnt ook iets typisch Nederlands te zijn. Men houdt hier van kamperen. Gezellige campings vinden de mensen leuk. Hele families verhuizen in de zomer naar een kampeerterrein, terwijl vader gewoon aan het werk gaat. Soms al jaren lang met daar steeds dezelfde buren. Het kleinschalige van een tent vonden wij vroeger sowieso leuk. Fijn voor de kinderen. ( Tot een bepaalde leeftijd, want dan vonden ze d’r niks meer aan!) Maar koffie zetten ruikt nergens zo lekker als bij een tent! Gezellig dus.

Ik kom er nooit, maar bruine café’s schijnen het gezelligst te zijn. Dat kan ik me wel voorstellen. De lokatie zal ook belangrijk zijn. Uit de dorpen is van alles verdwenen, de dokter, de dominee, de school, het postkantoor, politiepost, de winkels, maar de kroeg is er nog. En daar bloeit het dorpsleven dan. De harmonie oefent er, de biljart-en dartclub heeft er zijn competities. Tja, roken moet buiten, daar wordt het café niet bruin van, maar binnen is het gezellig!

Als er iets sportiefs op het nationale vlak gesteund of gevierd moet worden dan is Nederland landelijk érg gezellig. En érg oranje! We zijn ook best goed in sport. Met de nadruk op “we”. Dan zijn we familie van de helden en heldinnen die ons op de kaart zetten. We worden ineens zeer nationalistisch. Voor even, want als ze verliezen is het weer over. Dan zoeken we naar ‘hoe dat nou gekomen is” én wie we de schuld kunnen geven! Gezellig, toch?

Ik gebruik in mijn stukjes érg vaak het woord gezellig. Want ik hou wel van gezellig, ben nou eenmaal een frutselig mens. Zou best een euro per keer willen, dat het woord voorkomt in die achttien jaar bloggen. Daar kunnen we dan best iets leuks van gaan doen met z’n allen. Gezellig, toch…..?


D’r is iemand aan de deur…..

Oudere mensen, die nog zelfstandig en soms ook helemaal alleen wonen, hebben ondanks dat toch vaak hulp nodig omdat ze medisch niet zo best in elkaar zitten. Er komen dan allerlei mensen over de vloer en dat zijn lang niet altijd dezelfde mensen.

Het is niet zo gek, dat je dan in de war raakt en makkelijk iemand binnenlaat, die zégt met goede bedoelingen te komen, even bloed komen prikken bijvoorbeeld, maar van wie een collega onderwijl je hele huis leeghaalt en je pinpas en portemonnee achterover drukt. Smoezen worden soms erg makkelijk bedacht en ook geloofd.

Er zijn nogal wat slechte jongere mensen en ook veel te veel goedgelovige oudere mensen. Je leest er dagelijks over in de krant.Wij zeggen dan tegen elkaar, dat je niet snapt hoe het in godsnaam mogelijk is, dat je je mouw opstroopt en je klunzig laat prikken door een wildvreemd figuur, die tegen je zegt dat dat moet.

Of dat je sowieso de deur opendoet als je niemand verwacht. Wij kunnen door ons raam zien wie er voor de deur staat. Kloris, die blind is, kan dat niet en als hij alleen thuis is zou iemand, die zoon en mij heeft zien wegrijden met de auto, daar misbruik van kunnen maken. Een duw of een tik op z’n knar ziet ie letterlijk niet aankomen als hij de deur opendoet.

Daarom hebben wij een leuke bel aan de deur. Die belt om te beginnen een paar keer achter elkaar, waarop mijn kloris via een apparaatje kan vragen: “Wie is daar?”of iets van gelijke strekking, dat mag ie zelf verzinnen afhankelijk van z’n stemming. Als degene die voor de deur staat bekomen is van de schrik, moet hij (of zij) duidelijk maken waar men voor komt en kan kloris zelf beslissen of die persoon ‘m aanstaat.Dat lijkt allemaal wat overdreven misschien, maar ik vind het een prettig idee wanneer hij eens alleen is.

Onze dochter, die nu in een appartement woont op de 10e etage van een flatgebouw, heeft in haar huis een telefoon waarmee ze er achter kan komen, wie het gebouw in wil en haar wil bezoeken.Wij zaten deze week even als oppas in haar flat, omdat een monteur haar internet in orde zou komen maken en ze zelf moest werken.

Er werd gebeld en ik zei dus door die huistelefoon: “Zegt u ’t maar!” en hij antwoordde heel jolig: “Uw T-Mobile-internetmonteur, mevrouw!” en ik drukte op het knopje om de deur beneden open te doen. Ik weet wel, iedereen die doemdenkend is kan zeggen: “Er kan tussen beneden en boven nog van alles mis gaan, want misschien is het helemaal geen monteur, die in de lift naar boven onderweg is!” Maar zo ben ik niet, al ben ik oud.

En terecht, want het bleek een ontzettend leuke, gezellige jonge man te zijn. (Mijn dochter vond ’t jammer dat ze ‘m gemist had!) Vertelde over z’n werk, leuke technische dingetjes, die kloris interesseren. Ruimde alles keurig op. Er zit al glasvezel in het huis dus was ie snel klaar. Dochter heeft de nieuwste generatie modem en hij vond het helemaal niet gek, dat ze alleen maar internet wilde en niks anders. Helemaal toen ie hoorde dat zoon in de IT-business zit en haar verder adviseert.

“Kan hij mooi voortborduren op mijn werk!”zei hij. “Fijne dag verder en bedankt dat u er was!”. Kijk, dat was nou es een leuke man aan de deur…..!