Meer geluk dan wijsheid, of andersom kan ook…….

Van de week hadden we ’t er over of je er ooit bewust over nadenkt of je eigenlijk wel gelukkig bent. Niet of je geluk hebt met iets toevalligs, nee, gewoon of je gelukkig bént voor je gevoel. Een of andere slimmerik heeft namelijk nageplozen en uitgevonden, (dat zal wel weer een proefschrift voor een promotie zijn, waar ze de meest vreemde onderwerpen voor verzinnen) dat een gemiddelde Nederlander zestig en een half jaar gelukkig is. Ja, een Zimbabwiaan maar twaalf en ’n half jaar, stond er bij in de krant, maar dat vind ik niet zo gek met die Mugabe in de buurt.

Ruim zestig jaar gelukkig, ik vind het nogal wat! Tot mijn geluk heb ik die zestig jaar al ruim gehaald ook nog en dat kan niet iedereen mij nazeggen met al die moderne rotziektes waar ze nog te weinig aan kunnen doen. Dus mij hoor je niet klagen.

Ik snap alleen niet hoe zo’n onderzoek werkt. Je kunt als gemiddelde Nederlander wel heel rommelig in elkaar zitten met van die ups en downs in je dagen. Dat kan toch? Hoe krijg je die geluksjaren bij mekaar geteld dan? Iedereen weet dat er heel wat stoorzenders zijn: dingen, mensen, gebeurtenissen, die je geluk danig in de war kunnen schoppen. Van een kapotte wasmachine, een niet startende auto, een geblokkeerde bankrekening, een arrogante baas of onenigheid met je familie tot vergeten de vuilnisbak buiten te zetten. Kan allemaal en dat gaat ook allemaal van je zestig en een half jaar af.

Het gaat toch zoals het gaat, zo heb ik ’t tenminste altijd beleefd, goede tijden, slechte tijden. Onderweg naar morgen heb je dan wel es ’n slapeloze nacht, maar als de sores voorbij is, weet je wel weer hoe aardig je ’t hebt. Ik hoorde van iemand, dat ie wel eens het idee heeft gehad er vandoor te gaan. Niet gedaan, maar wel even gedacht. Die behoefte heb ik nooit gehad.( Zou ook geen idéé gehad hebben waarheen, hoor!) Maar ik was dus kennelijk gelukkig genoeg. Niet constant, maar dat kan ook niet, want wie is dat nou wel? Toch blijf ik zestig en een half jaar (om dat halve jaar moest ik wel lachen eigenlijk!) een héle tijd vinden……..


Voor het oog van de camera……

Dat je niet zoveel privacy hebt als burger tegenwoordig, lijkt me bekend ondertussen. Maar wat we vanmorgen in de krant lazen slaat toch wel alles! Een oude mevrouw in Drente had al meerdere keren last gehad van een insluiper. Je kunt je dan afvragen of ze daar dan voldoende aan heeft gedaan wat beveiliging betreft: de achterdeur niet open laten, slecht hang-en sluitwerk vervangen, ’n alarmpje (je hebt al hele leuke tuinkabouters, die fluiten als er iemand langs komt!) een bewegingsmelder, nou ja er is genoeg te verzinnen. Maar dat terzijde. Haar familie kreeg er in ieder geval genoeg van. Er werden camera’s in het huis neergezet en daardoor was duidelijk te zien wie er zo wederrechtelijk bezig was. Het filmpje zette de Drentse politie op internet met de vraag: wie kent deze man? En toen kwam er een boze reactie van de Bond van Wetsovertreders, want de privacy van de insluiper was geschaad! Niet de privacy van de bewoonster, nee, die van de inbreker! Ook binnenshuis zouden er geen camera’s geplaatst mogen worden, want een crimineel moet ongestoord z’n gang kunnen gaan.

Ik begrijp er niks meer van. Hoe de politie met, op deze manier verkregen, informatie moet omgaan is wellicht weer een andere kwestie, dat denk ik ook, maar al wil ik zevenentwintig camera’s in mijn huis zetten, daar heeft toch geen kip wat mee te maken, zeg! Ik vind het wel zo rustig zonder zevenentwintig camera’s, hoor, maar over de ‘inrichting’ van z’n huis beslist iemand toch zelf.

Dat er trouwens een Bond van Wetsovertreders bestaat! Nooit geweten! Wie zouden daar nou lid van zijn? Grote jongens, zoals witwassers en fraudeurs, paspoortvervalsers misschien wel of autodieven. Of mensen, die geregeld vergeten hun hand uit te steken als ze de hoek omgaan, of die te hard rijden, of zouden het alleen maar eenvoudige insluipers zijn, die niet herkend willen worden? Je wéét het niet, je wéét het niet, zoals je niet meer weet wat wel mag en wat niet in dit land. O, ik zie nu, dat er een stickertje op de deur had moeten zitten waar het op staat, dat van die camera dus. Dan was ie een ongestickerd deurtje verder gegaan. Gat in de markt, mensen! Anti-insluiper-stickers. Dan weet ie ’t niet meer. Scheelt je ’n camera……..!


Spiegeltje, spiegeltje…….

Vorige week of zo was er hier in de regio weer eens ’n miss-verkiezing. Als ik dan zo’n rijtje van die meisjes met een bevroren glimlach op ’n foto in de krant zie staan , er allemaal op gebrand om de mooiste gevonden te worden, wekken ze voor mij de indruk dat het klonen van elkaar zijn. Allemaal van datzelfde lange haar. Ja, volgens klassieke Bijbelse begrippen is dat ‘het sieraad van de vrouw’, maar toch : een leuk vlot rattenkoppie zit er niet tussen. Dat durven ze kennelijk niet. Het is ook de kift natuurlijk, dat ik over dat mooie haar begin, maar toch valt me dat dan op.

Het meisje dat de schoonheidswedstrijd won, het was geloof ik in Twello, kón ook niet anders dan winnen, want haar achternaam was Schoonheijt. En weet je, nou had ik eigenlijk wel eens willen zien of haar vader ook zo’n knapperd is, want die naam moet ze toch wel van die kant hebben, als het allemaal volgens de Bijbel is gegaan. En daar heb je in Twello best kans op……


Barre tijden……

Volgens de berichten schijnen heel veel Nederlanders last te hebben met hun biologische klok als de zomertijd wordt teruggedraaid naar de wintertijd. Terwijl het maar ’n uurtje scheelt. Het komend weekend krijg je dat zelfs extra als slaaptijd.

Maar als je je ’n beetje krakkemikkig voelt om wat voor reden dan ook: feestje, doorzakken of je moet ’s nachts een bank redden of zo, is het wel een pracht van een kapstok. “O, ik heb zo’n moeite met m’n biologische ritme! Reken maar niet op me, vandaag.” Zitten gapen is dan begrijpelijk, kun je ongestoord doen, hoewel vanwege dat extra uur nu zal dát in het voorjaar wel vaker zijn! Maar zou het nou echt zo zijn, dat je als gewoon mens van dat ene uur zo ontregeld raakt? Dan is er toch wel meer met je aan de hand. Ja, een jetlag na een lange vliegreis, komend uit een andere tijdzone, daar kan ik me iets bij voorstellen, maar één uur…?

Het is trouwens, ondanks dat we vanaf zondag in de wintertijd leven, nog steeds herfst en dat blijft het nog wel ’n poosje.

Maar wij gaan ons volgende week alvast wapenen tegen de barre tijden. De griepprik. En als die erin zit, moeten we in november nog eens terugkomen bij de dokter om er, in twee keer, nog een te halen. Vanwege de Mexicaanse dreiging. Ik vind het wel een beetje veel eigenlijk. Ik heb eerder dit jaar ook die Capita-prik al gehad, hoewel dat ook een placebo geweest kan zijn, want ik heb er niks van gemerkt. Maar ze prikken je wel lek onderhand, zeg! Moet dat nou allemaal? Ik denk er nog over na.

Maar bij wintertijd denk ik wel aan uitzichten zoals op bijgaand plaatje. Gezien alle fratsen, die Moeder Natuur tegenwoordig overal uithaalt, moeten we zoiets maar afwachten. Het kan een grandioze kwakkelwinter worden. Zonder Elfstedentocht en met een Kerst zo groen als gras. Dat kan allemaal maar zo. Nou ja, als wij maar niet gaan kwakkelen na al dat geprik……..


Elswhere als sponsor……

‘k Had net een meisje aan de deur, dat vroeg of ik haar wou sponsoren. Voor een waterproject in Gambia ging ze rondjes zwemmen in het water van sportcentrum De Scheg in Deventer. Ze was een jaar of vijftien en ze vroeg het zó lief, dat ik meteen ja heb gezegd. Vijftig cent per rondje was het.

Ik dacht ook aan het meisje van dezelfde leeftijd, dat vrolijk met haar klas naar Spanje reist met de bus en dus nooit meer thuis komt. Ik moest daar gisteren aldoor aan denken. Vréselijk toch.

Dit kind kon zich met haar klas tenminste nog inzetten voor een goed doel. Dat vond ik prachtig en mijn steun waard. Maar nou ben ik verdorie wel vergeten te vragen of ze érg goed kan zwemmen……..!


Persoonlijk voornaamwoord……

Nou, dat was ’t dan: DSB is van de baan. Ik vraag me toch af of, als die letters DS er niet hadden gestaan, maar gewoon iets van NHB, Noord-Holland Bank of zo, het dan ook zo gelopen was. Dirk Scheringa had dan misschien ook wel tien vingers in de pap gehad, maar het had heel wat minder egotripperig gestaan.

Daarom vind ik het wel jammer dat het zo afgelopen is en we moeten maar afwachten hoe het verder allemaal gaat worden afgewikkeld, maar de grote winst vind ik eigenlijk wel, dat Dirk Scheringa als mens wat bescheidener door het leven zal moeten.

Het zal in een bepaald opzicht heus wel een goeie vent zijn, die lief is voor z’n vrouw en die veel voor de gemeenschap doet, maar de persoonsverheerlijking, die om ‘m heen hangt, vind ik zonder meer eng. Hij is dus, ondanks alles, niet mijn held. Er zijn nog wel meer Dirken met geld, maar die doen het tóch anders……


Hemelse klanken……

Ter gelegenheid van die Witte Stokkendag van gisteren was er in de Apeldoornse bibliotheek, locatie Coda, ’n tentoonstelling over de hulpmiddelen die blinden en slechtzienden ter beschikking staan om het ze wat makkelijker te maken. Toegelicht door een ervaringsdeskundige.

Om het een en ander muzikaal te omlijsten was het duo, waar mijn kloris deel van uit maakt en dat zich heel toepasselijk “2 of a kind”noemt, uitgenodigd. De mannen werden ook nog zomaar geïnterviewd door een journalist en er was een fotograaf van de krant, die ze op de foto zette. Linken naar het artikeltje op de website kan ik wel, maar de foto staat alleen maar in de krant.

Nou, dat is gek, hoor: als je de krant openslaat en je man staat op ’n hartstikke grote foto met z’n toetsencollega en hij blazend op z’n sax. Dat ze er dan onder zetten, dat het ’n klarinet is, wijt ik aan onmuzikaliteit van de schrijvende krantenman, want die fotograaf wilde ‘m juist graag omdat ie zo mooi glom!

Boven het artikel staat: “Blind duo speelt de sterren van de hemel”. Nou, aan zo’n kwalificatie moeten ze toch wel ’n paar optredens overhouden, dacht ik zo. Het is ook erg leuk, hoor, wat ze doen! Maar ja, ik ben natuurlijk sowieso al apetrots. Enfin, dan hoor je ’t ook es van ’n ander…….!


In blind vertrouwen…….

Het is vandaag landelijke Witte Stokkendag. Om aandacht te vragen voor mensen, die het allemaal zo scherp niet zien of helemaal niet. De geribbelde geleidepaden, met de beste bedoelingen aangelegd, maar toch geblokkeerd door winkeliers met hun spullen, bouwvakkers met hun materiaal, fietsen die dom worden neergezet, nou ja, van alles dus.

De doelgroep moet zelf ook ‘uitkijken’ en er niet zonder meer op vertrouwen, dat de hele wereld om ze denkt. Maar ’n pietsie meer oog voor de lastige positie, waarin mensen met een visuele beperking zich moeten verplaatsen, daar is deze dag voor bedoeld. Als ’n reminder. In ’t artikel, dat vandaag maar liefst twéé pagina’s beslaat in onze Stentor, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de moeilijkheden die iemand tegenkomt als ie niks of weinig meer ziet.

Omdat ik in de sector heb gewerkt weet ik ook hoe geweldig mensen met hun beperking hebben leren omgaan. Het is niet niks, maar ze máken er wat van. De mensen, die wij in revalidatie kregen, waren al op ’n punt dat ze er iets aan wilden doen en dat was de helft van ’t succes natuurlijk. Wij zetten ze op de rails, maar het rijden deden ze zelf.

Wij hoorden trouwens jaren geleden al dat het brailleschrift ‘er uit’ zou gaan, omdat de spraak in opkomst was en het zou overnemen. Ik heb ’n ervaren braillelezer in huis, die het als kind heeft geleerd, maar ik weet dat het later braille leren moeilijk, maar niet onmogelijk, is. Het niveau dat je bereiken kunt verschilt. En dat kan aan je leeftijd liggen, maar zeker niet altijd. Het geeft al onafhankelijkheid als je zelf je cd’s kunt merken of je kruidenpotjes in de keuken. Dat boek, dat je zou willen lezen, kun je beluisteren, dat doet ’n ziende ook tegenwoordig!

Maar mijn man zou de uitvinding van Louis Braille, 2009 is ‘zijn’ jaar!, niet kunnen en willen missen. Als je ’n woord hoort, helemaal met al die nieuwe woorden van tegenwoordig, die dan ook maar meteen geacht worden tot de Nederlandse taal te behoren, weet je nog niet hoe het geschreven wordt. Heb ik ook, hoor! Braille is onmisbaar voor het woordbeeld. ‘k Heb ’t wel eens meer verteld, maar tot aan ons vierde kind wist mijn man niet, dat het ‘vroedvrouw’ was en geen ‘wroetvrouw’, hetgeen een logische veronderstelling zou zijn geweest.

Maar wat die witte stok betreft: er staat er eentje in de gang in de mand met de paraplu’s. Hij wordt weinig gebruikt. Ja, als een van de kleinzonen een autootje onder de kast heeft laten verdwijnen en hij kan er niet bij om het te pakken, dan is opa’s stok wel handig. Als de slang van de stofzuiger verstopt zit ook, maar dat komt niet zoveel meer voor, we hebben ’n nieuwe. Maar verder: we zijn gemotoriseerd en lopend nogal verstrengeld. Dat vinden we gezellig en vallen niet op.

Maar die letterlijk ‘alleengaanden’ met ’n witte stok, geef ze maar de ruimte! Want ze kunnen ook behoorlijk meppen met dat ding, hoor…….!


Klantvriendelijke bank……

Het volgende verhaal heb ik als reactie al bij Verbal Jam gemeld, maar eigenlijk is het toch wel te mooi om het ook hier niet even te vertellen. Toen ik nog jonge kinderen had, ben ik vanwege de flexibele werktijden gaan werken bij de thuiszorg. Werkgevers met opvattingen over deeltijd waren er niet zoveel in die tijd. Vandaar.

Zo werd ik geplaatst als hulp bij een alleenstaande oude man, aannemer geweest en hij zat niet bepaald om geld verlegen. Zijn kapitaal stond natuurlijk wel op de bank, want daar zagen z’n kinderen c.q. erfgenamen uiteraard nauwlettend op toe. Maar elke vrijdag, een van de dagen dat ik er was, daarom weet ik het ook, belde hij z’n bank. Hij wou z’n geld zien. Letterlijk zién dus.

Nou was ’t een dorp, waar hij woonde, hij was een goeie klant dus kwam er een bankmedewerker, altijd dezelfde, met een kistje met bankbiljetten. De man wist toch niet hoevéél hij precies had, hij stak z’n neus in het kistje, zag dat het goed was en rookte daarna tevreden een sigaartje met die bankman. Zijn geld wás er nog.

Misschien hadden toch meer mensen dat moeten doen…….


Ai phone…..!

De dochter van ’n kennis van ons was er in Rotterdam getuige van hoe een jongen op een oversteekplaats z’n iPhone verloor. Gelegenheid om ‘m op te rapen had ie niet, want er kwam een bus aan.

Die reed er met z’n wielen vól overheen en dat zou catastrofaal geweest moeten zijn voor het apparaat, maar niets van dat alles! Het scherm was uiteraard gecrasht, maar hij dééd ’t nog! Nou, die gratis test moet Apple deugd doen. Appeltje, eitje: ……busbestendig!