Lintje…..

Onze zoon zag vanuit zijn kantoor de burgemeester ( met ambtsketen !) zijn auto parkeren naast de onze. Hij stapte uit, had bloemen bij zich en liep tussen onze huizen door naar de voordeur van de “gelukspoppetje-familie”, waarover ik al eerder schreef.

Onze buurman, lazen we in de krant, heeft een lintje gekregen! Waarschijnlijk niet al opgespeld, want zo dichtbij mag ook een burgemeester niet komen natuurlijk, maar het was omdat hij al 23 jaar verbonden is aan de vrijwillige brandweer. Hij is daar hoofdbrandwacht en nu dus Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Daar feliciteren we hem natuurlijk mee. Met de lintjesregen hebben we niet zoveel, maar het is best goed als mensen worden beloond voor hun meestal vrijwillige inzet voor de gemeenschap. Dat zoiets ook eens wordt gezien. Van ons had ie ook wel Ridder mogen worden, maar we hebben hier in de buurt al genoeg ridders zonder lintje, dus da’s niet zo erg. Hij is eigenlijk ook nog veel te jong voor het Ridderschap, dat zijn vaak ouwe knarren. Dat komt dus nog wel.

En onze dochter heeft ons toepasselijk voorzien van oranje tompoezen! Er lag trouwens in onze voortuin gisteren een zwart-witte poes te pitten. Zag er zo schattig uit, we hebben hem niet weggejaagd en hij zal ook wel geen Tom heten…..


Burengerucht…..

Dat is een woord dat doorgaans alleen maar verbonden wordt met ergernis. Nou, dat gaat bij ons in de buurt niet op, hoor! Onze achterbuurvrouw werd gisteren 80 en haar familie heeft een draaiorgel met verjaarsrepertoire voor haar besteld ! Opeens een parkeerplaats vol met vrolijke klanken!

De jarige is een rasechte Amsterdamse en daar hoort natuurlijk een draaiorgel bij. Jammer, dat er geen paard voor stond, zoals vroeger de orgelman had, die bij ons door de Amsterdamse straten kwam.

Alle buren stonden buiten in de zon, zongen allemaal mee en het hiep-hiep-hoera! klonk geweldig! Buurvrouw danste met de muziek mee en was heel blij met de verrassing. De familie had ook de tuinpoort versierd, het zag er feestelijk uit. Zo wil je wel tachtig worden! En nog veel jaren meer ook.

Leuk, hoor, om zoiets te verzinnen. Gezellige orgelman ook. Als laatste boek draaide hij “Walk on, walk on, with hope in your heart!” Nou, toepasselijk of niet? “Fijne dag verder!” riep ie, toen hij wegreed met zijn door een pruttelende motor aangedreven draaiorgel. Hij hoeft niet meer zelf te draaien en een paard pruttelt niet. Voor alles is een tijd. Soms wel tachtig jaar.

Leuk burengerucht…..!


Bevrijd…..

Nee, bevrijd van de beperking van onze bewegingsvrijheid dat zijn wij nog even niet. Maar op 17 april 1945 werd Apeldoorn door de Canadezen daarvan wél bevrijd. Er hangen dan ook Canadese vlaggen in onze straat omdat het einde van de bezetting van onze stad en omgeving, 75 jaar geleden, wel herdacht moet worden natuurlijk.

Als je de verhalen leest over hoe dat ging en hoe er gevochten is, ook bijvoorbeeld in het gebied, waar nu de wijk De Maten ligt, ging dat allemaal niet zonder slag of stoot. Het heeft veel levens gekost. Canadese levens ook. Dat mag dus best herdacht worden. Er zijn nog maar weinig veteranen over uit die tijd.

Veel oude mensen vertellen, dat de huidige coronabeperkingen hen doen denken aan die tijd. Het was toen niet handig om de straat op te gaan om eens even te gaan kijken hoe het er voor stond met die bevrijding. Maar toen ze met tanks over de Deventerbrug aan kwamen daveren de Canadezen was het hek van de dam! Onze overbuurman met z’n Canadese vlag heeft dat vast zelf meegemaakt.

Wij niet. Kloris was in Friesland, waar het naar hij vertelt relatief rustig was. Maar hij had op een gegeven moment als zesjarig jongetje wel een Canadese vriend, soldaat Jack, aan wie hij goede herinneringen heeft. Ik woonde zelf in Amsterdam, dat toen nog niet bevrijd was.

Wij moesten nog wachten tot mei. Maar ook de intocht via de Berlagebrug weet ik nog goed! De hongerwinter van ’44 herinner ik me nog heel goed. Naar school gaan was zeer onregelmatig. Dan weer hier dan weer daar. In mijn school zaten Duitsers. Kinderen waren vrij en konden aardig hun gang gaan.. We zochten elkaar op en speelden. En we zongen veel: “Op de grote stille heide” en “In ’t groene dal”, dus keurig repertoire waar je eenvoudig de tweede stem bij kon zingen.

En mijn ouders waren eigenlijk voortdurend bezig met het verzamelen van voedsel. Ik weet nog, dat ik met mijn moeder door de stad liep met een kinderwagen zonder kind er in, maar wel met de kap omhoog en opgemaakt alsof dat wel zo was. We waren op weg naar het Centraal Station, waar mijn broer, die ‘uitgezonden’ was geweest naar een familie in Drente, op het perron zat te wachten gezeten op een soort zak, waarvan iedereen dacht dat het zijn kleren waren. Maar het waren aardappels, die hij meegekregen had van zijn pleegfamilie. Mijn moeder wist dat kennelijk, waarom anders die kinderwagen? Ik vond het wel spannend eigenlijk. En mijn broer was er dus weer.

En toen was de oorlog voorbij. Er moest veel opgebouwd worden en niet alleen huizen en gebouwen. Nee, een heel land, dat geordend moest worden en dat moest gebeuren door kundige mensen, eerlijke mensen met verstand van zaken. Letterlijk. Mijn vader had een soort spaarpot in de vorm van het hoofd van minister Lieftinck van Financiën op zijn bureau voor “Het tientje van Lieftinck” waar iedereen na de oorlog weer mee moest beginnen!

Als de coronacrisis voorbij is, moet zoiets misschien wel weer. Wel ’n beetje vergelijkbaar, toch…..?


Spraakmakend…..

Dat ene eendje zwemt in zijn eentje. Leg zo’n zin maar es uit aan iemand die onze taal aan het leren is. Zulke qua klank op elkaar lijkende woorden maken een taal moeilijk. En het Nederlands zit daar natuurlijk vol mee. Ik vind dat wel leuk. Mijn Australische, dagelijks alleen maar Engels sprekende, zus mist daarom het Nederlands enorm en is blij met onze mailtjes. Ze schrijft het trouwens nog foutloos, gelardeerd uiteraard met Engelse woorden, als ze d’r even niet op kan komen wat het ook alweer in het Hollands was. Helaas gebruiken wij dan inmiddels vaak hier ook al het Engelse woord, want, oh, we zijn zo mondiaal!

Ik herinner me van vroeger vaak leuke woorden of uitdrukkingen van mensen die er allang niet meer zijn. We hadden een overbuurvrouw, die nooit ‘altijd’ zei, maar ‘altoos’! Vond ik altoos leuk. Een andere buurvrouw zei altijd als ze iets niet open, los of voor elkaar kon krijgen: “Dooie dingen zijn geen baas!” en dan ging ze net zo lang door tot ze het wél open, los of voor mekaar had ! Groningse buurvrouwen waren dat.

Mijn moeder was ook wel creatief soms. Als je als kind in de weg zat, zei ze altijd: “Ga uit m’n ‘beriere!” Lijkt me een verbastering van ‘ barrière’. Als je vroeg wat we zouden eten die avond zei ze: “Hussen met je neus ertussen!” of: “Spring om de haard”. Wist je nog niks. We hadden wel een haard, maar je kon er niet omheen. Laat staan springend.

Dat ik dat allemaal onthouden heb, vind ik wel aardig. Zo is er wel meer dat ik qua taal leuk vind om me te herinneren. Dat er zo nu en dan iets komt bovendrijven zal wel iets zijn dat samenhangt met mijn ouderdom. Het schijnt dat dat erbij hoort. En ik ben gevoelig voor taalgrapjes. Die vind ik doorgaans het allerleukst.

Nou, ik ga maar weer even in de zon, want die schijnt niet voor niks . Of was het nou dat ie wél voor niks opgaat…..? Die gekke taal ook…..


Digitaal knutselen…..

Daar zijn mensen op allerlei manieren mee bezig. Leuke manieren dan. Ik reken de figuren die alleen maar digitaal knutselen om dingen in de war te schoppen voor het gemak maar even niet tot het menselijk ras. Nee, anders dus.

Onze dochters zingen allebei in verschillende koren. Het koor van onze jongste dochter heet toepasselijk “Ons-Koor” uit Beekbergen. Het is niet zo’n groot koor van allemaal enthousiaste vrouwen en ze hadden bedacht iedereen maar eens een leuke paaswens te sturen. Ze hadden allemaal een woord gekregen en samen met dat ene woord maakte iedereen een foto van zichzelf. Al die foto’s met elkaar vormde één grote wens.

Ingrid had zelf het woord ‘VOOR’. Dat had ze aan haar 10-hoog balkonhek geplakt met het Mheenpark als achtergrond, terwijl ze zelf om een hoekje keek. Ze stond er maar half op, maar dat vond ze meer dan genoeg.

Hun dirigent had trouwens ook iets moois gedaan! Hij leidt 5 verschillende koren en die heeft ie thuis hetzelfde lied laten zingen. Van al die stemmen heeft ie digitaal één koor gemaakt en dat klonk geweldig leuk! De vrouwen hadden er ineens ook mannenstemmen bij! Mijn dochter zei, dat het wel raar was om in je eentje thuis je partij te kwelen, maar na drie verschillende opnames, vond ze de eerste eigenlijk het meest geschikt voor verzending.

Lex van Delden, de ( strenge !) dirigent van haar koor, is dus wel een poosje druk geweest met zijn 5 koren tegelijk. En ook thuis natuurlijk. Maar hij zal er wel een professionele knutselruimte voor hebben, denk ik. Hij is geen onbekende op dat gebied.

Ik kan niks laten horen of zien van al die activiteiten, want mijn dochter liet het op afstand even horen en zien op haar telefoon, niet zo duidelijk voor mij, maar al die idieeën vind ik erg leuk. En ik heb diep respect voor de kundigheid van de mensen die zo kunnen knutselen.

Ik ben mijn knutselvaardigheden een beetje kwijt, ik heb verdorie overal een vergrootglas bij nodig…..!


De afdeling “Lief”…..

Er gebeurt veel liefs dezer dagen. En toch allemaal door die vermaledijde corona. Ik was van de week dus even bij de apotheek, toen daar een moeder binnenkwam met een paar kleine kinderen. Het jongetje ging meteen naar de speeltafel en het meisje liep met haar mama mee naar de balie.

Ik vertelde al dat ze die hadden afgeschermd van de werkplek van de assistentes met vanaf het plafond aangebracht doorzichtig plastic. Het kleine meisje voelde met haar hand aan het plastic en haar moeder zei, dat ze dat maar niet aan moest raken. Het kind wist al waarom niet, daar was thuis over gepraat.

“Maar mag ik jou dan nog wel aanraken?” vroeg ze ongerust. “Ja, hoor, dat mag.”zei haar mama. “O, gelukkig!” zei het kind en legde haar hoofdje tegen mama’s jas. Mama was helemaal vertederd en legde haar hand op haar dochters hoofd. Dat zag er zó lief uit, deze oma was gewoon een beetje aangedaan! Mooi om te zien.

En gisteren had een buurfamilie een gelukspoppetje met sleutelhanger door de brievenbus gedaan met een kaartje waarop stond ” Even ’n beetje geluk in deze moeilijke tijd!” en dan de naam van de buurfamilie. Dat is lief, hè? Het popje had een gehaakt en versierd klein ‘jurkje’ aan. Het zag er schattig uit. En deze ouwe buurvrouw was alweer ontroerd door deze leuke attentie.

Met veel van dit soort belevenissen komt het wel goed met iedereen. Oplettend, voorzichtig en gezond blijven, daar gaan we voor…..!


1 April…..

Ja, het is inmiddels 2 april, dat weet ik, maar gisteren was onze schoonzoon jarig. Dat we niet naar hem toe konden om hem te feliciteren en persoonlijk een cadeautje te overhandigen was natuurlijk erg ongezellig en ongebruikelijk, maar het was niet anders.

We kwamen op het idee om Gall & Gall te vragen of ze ook iets konden bezorgen. Nou, dat kon. Dat doen ze dan wel via Post.NL en niet zelf. Dat maakte ons niet uit als het maar wel op tijd bij de jarige terecht kwam. Dat werd geregeld en keurig, hoor. We kregen zelfs een track en trace-bericht, waar het ‘pakket’ zich bevond. En hoe laat het bezorgd zou worden. Dat was pas ’s avonds. Overdag hadden we ‘m natuurlijk al via de app gefeliciteerd. Maar hij had nachtdienst gehad dus lag ie te slapen. Dat kan ook als je jarig bent.

Onze dochter appte, dat ze ons even kwam bekijken. Op afstand, ze wilde niet binnen komen, maar legde wel twee bossen tulpen en narcissen op de tuintafel. “Ik wou jullie gewoon even zién!” zei ze. Ik heb wel even met haar gepraat in de tuin. We zijn allemaal voorzichtig. Zij heeft twee grote jongens thuis, die op hun kamers zitten, een slapende man dus wat kan er gebeuren. Het was leuk om haar even te zien. “’n Rare verjaardag”, zei ze. Anders gaan ze uit eten als er iets te vieren valt, maar daar komt nou niks van.

Nou, ’s avonds kregen we een foto gestuurd van een blije man, die zeer tevreden was met z’n mooie whiskey ! Door het late uur had ie daar niet op gerekend. Als je op 1 april jarig bent, kun je de raarste moppen verwachten. Maar die van ons vond hij dus geslaagd.

Zijn collega’s hadden trouwens ’s nachts “Lang zal ie leven” voor ‘m gezongen. Toch een mooi lied in deze kommervolle tijden…..!