Met een paar mannen in huis kijk je als enige vrouw veel sport op televisie en dan met name voetbal. Ik ben me er ook echt voor gaan interesseren en of dat nou gekomen is doordat ik in de minderheid was en dacht: “Ik kan in m’n eentje boven gaan zitten, maar dat is wel ongezellig!” of uit ware sportliefde, dat kan ik nu niet meer zo nagaan. Mijn sportieve ervaringen beperken zich tot de sportlessen op de lagere- en de middelbare school. En van mijn 10e tot m’n 16e jaar heb ik, jawel, gekorfbald! In Amsterdam, waar ik toen woonde, was dat een bloeiende tak van sport. Toén. Nu wordt er erg lacherig over gedaan en wil geen mens er meer mee geassocieerd worden.
Ik moet zeggen, dat het ook niet meer is, wat het geweest is. Ze hebben het middenvak uit het spel gehaald, waardoor het wel sneller is geworden, maar juist in dat middenvak heb ik me een rotje gelopen. Je ziet het dus ook nooit op televisie, hoogstens bij een eindwedstrijd voor een kampioenschap. Mannen en vrouwen in één team, gemengd dus, dat was uit emancipatie-oogpunt misschien wel aardig bedacht, maar het werkte niet. De “dames” zoals het dan heette waren er alleen om de mannen een beetje aardig aan een schietkans te helpen. (Een behoorlijk dubbelzinnige uitspraak, als ik het zo teruglees!) Nou ja, ik vond er op een gegeven moment geen moer meer aan en gelukkig gingen we toen net verhuizen naar Bussum en kon ik er elegant vanaf.
We volgen dus veel sport, behalve voetbal : tennis, alle grote toernooien, de tour de France, zwemkampioenschappen ( de laatste wereldkampioenschappen in Japan waren qua tijd voor ons gemáákt! Precies onder de koffie!), schaatsen natuurlijk enz. Vraag mij maar welke voetballer bij welke club speelt en als ie niet net getransfereerd is: ik vertel het je zó! En dat allemaal omdat ik niet boven op m’n kamertje ben gaan zitten, maar de voorkeur heb gegeven aan de family quality time! Brrrr! Eng, hè?