We zijn druk geweest. De verbouwing bij L-rs is klaar en mooi geworden. Nadat de vloerbedekkers zijn geweest liggen de kamers er maagdelijk bij. Zonde om er van alles in te zetten, maar dat moest natuurlijk toch gebeuren. De ouwelui zijn dus maar even gaan helpen. Het blijft je kind, hè?
Er moesten gordijnen genaaid en opgehangen en de bouwvakkers hadden een ongelooflijke hoeveelheid stof doen opwaaien, dat zich ook op de verdieping waar ze niet eens bezig waren geweest in alle hoeken en gaten had genesteld. Ik ben thuis niet zo’n fanatieke sopper, maar als het de moeite waard is bij iemand anders (en dat wás het bij Lars) dan ben ik niet te houden.
Samen met z’n, weliswaar blinde, maar wel sterke pa, heeft Lars zware bedden en kasten naar boven gesjouwd. Zoiets gaat altijd heel leuk. “Nu een eindje naar die kant, Pa!””Wélke kant?” Want je moet tegen iemand, die het niet ziet, wel even duidelijk maken waar je heen wilt met de handel. Dat doet Lars ook meteen, getraind als hij is: naar rechts, naar links. Die mannen wéten dan ook, dat links links is en rechts rechts, ook als ze tegenover elkaar staan. Veel vrouwen hebben dat niet zo, deze vrouw in ieder geval niet. Als we op straat lopen en er ligt een regenplas, dan zeg ik:”Pas op, daar ligt een plas, iets naar rechts!” Jouke doet dan vanzelf al een stap naar links, omdat hij weet dat ik het wel verkeerd zal hebben gezegd en elf van de tien keer is dat ook zo. Je moet er mee leren leven met zo’n afwijking en hij doet dat al vele jaren.
Vandaag hebben Lars en ik allerlei boodschappen gedaan voor de finishing touch. O.a. planten gehaald, want je huis kan nóg zo mooi geworden zijn, zonder planten is het niks. De pré-verbouwingsplanten hadden vrijwel allemaal het loodje gelegd als gevolg van het ongeregelde huiselijk leven van Lars en zijn groene vrienden de afgelopen maanden. Maar nu komt alles weer goed. De lente komt er aan, het zonnetje schijnt (tussen de buien door) en de vogeltjes fluiten alweer!