Karnemelksegortepap

Er zijn een paar dingen, die mijn kinderen nooit geproefd hebben in de tijd dat ze wegens internering in het ouderlijk huis veroordeeld waren tot mijn kookkunsten. Dat was alles, dat ik zelf niet lustte en daarom ook niet klaarmaakte. Zoveel macht heeft een moeder. Ze hebben dus nooit de geneugten gesmaakt van karnemelksegortepap ( het opschrijven alleen bezorgt me al rillingen!), koolraap, postelein en gekookte zuurkool. Die weerzin tegen karnemelksegortepap werd later nog eens twintigvoudig versterkt als ze in de zuivelfabriek, waar ik aan de receptie zat, eens per week tijdens het productieproces die zurige lucht verspreidden. Je moest over een loopbrug door de fabriek als je tijdens de pauzes naar de kantine wou. Nou, ik ging met liefde buitenom, een heel eind lopen.

Mijn moeder was niet zo’n toetjes-type.

toetje

Dit was het enige Mona-toetje dat ze kende. Die flessenpap was makkelijk, dus we kregen het vaak. Voor mij dus iets té vaak. Het assortiment dessertjes, dat er tegenwoordig is is natuurlijk ook niet te vergelijken met wat m’n moeder tot haar beschikking had. Ze had ook niet zoveel fantasie op dat gebied.

Koolraap, ook zoiets. Ik vond het afschuwelijk smaken, de lucht tijdens het koken (zonder afzuigkap!) voorspelde al weinig goeds. Bleef trouwens, net als de spruitjeslucht, de hele avond hangen. Op avonden, dat er visite werd verwacht, werd dergelijk voer dus ook niet gekookt.Ook postelein hebben mijn kinderen nooit te eten gekregen, omdat ik me dat herinner als glibberige zooi, waarvan men wél beweerde dat het barstensvol vitaminen en ijzer zat. Dus goed was, maar niet lekker, volgens mij dan. Zuurkool lust ik niet vanwege de constructie. Rauw wel aardig, maar gekóókt! Brrr. Misschien werd er te weinig werk van gemaakt, ik weet het niet.

Wat dat betreft hebben we het tegenwoordig ook een stuk makkelijker. Keuze uit vele buitenlandse keukens en er gaan weken voorbij, dat wij geen aardappel, het bij uitstek Hollandse product, op ons bord krijgen. Dat maakt koken ook veel leuker om te doen. Wij experimenteren wat af, terwijl het klaarmaken van eten voor mijn moeder gewoon een huishoudelijke bezigheid was, opdat man en kinderen niet het loodje legden. Mijn moeder was ook niet van de sausjes en zo. Rechttoe, rechtaan, gezónd, absoluut, maar eten wat de pot schaft!

Als ik nu zie, wat mijn kleine kleinzonen in hun potjes Olvarit hebben zitten! Het meest exotische voedsel vanaf je zesde levensmaand! Háp! En daar gaat de spaghetti bolognese,njammie, njammie! Maar dat is goed voor de multiculturele samenleving waarin ze groot zullen groeien!

Geef een reactie

Naam en email velden zijn verplicht. (emailadres wordt niet gepubliceerd)