Kom, nog maar eens ’n verhaaltje over een kassa. Daar kom je vrijwel elke dag en je beleeft er toch van alles, nietwaar? En je kunt er in allerlei gemoedstoestanden verzeilen. Van vertedering om een leuk kindje, waar je je even mee kunt bezighouden, terwijl zijn meestal dankbare moeder even de financiën regelt, tot ergernis om een ander kind, dat beslist geen kindje meer is en met de winkelwagen tegen je hielen staat te raggen, terwijl zijn moeder dat kennelijk heel gewoon vindt. Van medelijden met die erg oude mevrouw, die probeert wijs te worden uit al die glimmende muntjes in haar portemonnee en tenslotte dan toch maar betaalt met een biljet, waarop ze nóg meer van die glimmende muntjes terugkrijgt van de steeds vlotter wisselende caissière, tot ongeduld omdat het dan toch wel erg lang duurt allemaal.
Ik pin zoveel mogelijk, zodat ik niet teveel los geld krijg. Maar ook ik had de neiging om als het me te lastig wordt en de rij erg lang is, net als voorheen in het buitenland ( en ik met name in Frankrijk moeite had de kassajuffrouw bij te houden als ze ratelend het eindbedrag noemde), maar met papiergeld te betalen. Nou, dat hebben we gemerkt! Toen we de mandjes, de bakjes, de vaasjes en de doosjes hadden nagelopen bleek, dat Coins for Care wel een héél erg goeie aan ons had!
We wonen op een hoek, bij ons begint ook de postbode z’n ronde en vandaar dat ook de dame met het witte emmertje van Coins for Care bij ons huis begon. Ze was erg blij met de buitenlandse munten, die we in de loop van zeker 25 jaar hadden verzameld. Ik hoop van harte, dat alles nog geldig is! Door alleen al bij ons te beginnen was het emmertje halfvol en loeizwaar!
En dan zat het Engelse en Zwitserse geld er nog niet eens bij, want zulke knieperds zijn we dan wel. Die doen niet mee en daar komen we nog wel eens. Ja kóm, goedheid kent z’n grenzen tenslotte……..