Met 180 mensen en mensjes in vier bussen naar de Efteling en dan een akelig ongeluk krijgen, dat is nou niet wat je je voorstelt van een schoolreisje. Het is gelukkig aardig goed afgelopen daar in Brabant, maar het is wel schrikken. Het is ook wel een onderneming, zeg, met zoveel kinderen tegelijk op stap of eigenlijk op rit. Een kostbare onderneming ook nog, want toen wij privé met onze kinderen naar de Efteling gingen kostte het nog f 11,– de man en dat was een beste rib uit ons lijf met ons zessen. Tegenwoordig is het 21,– voordat je er in mag. Dan hou je dus geen ribbenkast meer over.
De schoolreisjes van onze kinderen waren wel wat eenvoudiger. Op de naburige hei en in het bos werden grote spelen georganiseerd. Daar was iedereen maar druk mee. De kinderen gingen wel met de bus, want als je terugkwam aan het eind van de dag, moest je je toch onder de bank kunnen verstoppen om de wachtende ouders de indruk te geven dat de bus léég was! Waar waren ze gebleven hun bloedjes van kinderen? De buschauffeur speelde dat ie vertwijfeld was en er écht niks aan kon doen. Dan met z’n allen overeind springen, elk jaar hetzelfde grapje, met steeds hetzelfde toneelstukje: waar wás je nou, ik was zó ongerust! Roetzwarte kleverige kinderen mee naar huis, die na de douche sliepen als rozen. Op de middelbare school gingen ze zelfs naar het buitenland, de schoolreizen, maar op de basisschool hielden ze het rustig qua kosten.
In mijn eigen schooltijd hadden we elk jaar hetzelfde Amsterdamse “schoolreisje”. Naar Artis. Met de klas liepen we ( dat waren nog eens tijden, nietwaar?) van de Watergraafsmeer naar de Plantage Middenlaan. In je tas de boterhammen voor tussen de middag met een bekertje drinken en voor de dieren stukjes komkommer, worteltjes en als ze er waren pinda’s voor de apen. Die heten tenslotte niet voor niks apenootjes.Het was een best eind lopen dus de komkommerstukjes hebben menig keer de beestjes niet bereikt. Mensen zijn ook dieren. Je probeerde het wel, hoor, om niet alles zelf op te eten, maar het was moeilijk.
In de hoogste klas zijn we ook nog een keer drie dagen naar een huis geweest van het VakantieKinderFeest in Valkeveen. Er was een speeltuin bij en het was er erg mooi qua natuurschoon. Het huis staat er, geloof ik, niet meer en de speeltuin is een pretpark geworden. Verder kan ik me er niet zoveel meer van herinneren. Alleen dat ik al die bomen zo mooi vond en later wel zo mooi zou willen wonen. Nou, dat is in ieder geval wel uitgekomen. Bomen zat hier in Apeldoorn!