Het is komkommertijd. Dat begrip stamt nog uit de tijd, dat alle groente van de kouwe grond kwam. Als de komkommers gaar waren in de zomer, was iedereen met vakantie en stond alle activiteit op een laag pitje. Tegenwoordig heb je komkommers bij het kerstdiner, al komen ze dan uit de kas of uit een ver buitenland, waar ze wel mooi weer hebben op dat moment. Dus eigenlijk slaat het nergens meer op: komkommertijd. Noem het dan slappe tijd, iedereen-doet-effe-wat-anders-tijd, voor mijn part de hele-afdeling-sabbatical-tijd, maar laat die komkommer d’r nou maar buiten.
Wat wel opvalt is, dat in onze krant De Apeldoornse Courant meer berichtjes staan van een kaliber, dat in “gewone” tijden zonder komkommer, zal ik maar zeggen, de krant niet gehaald zou hebben. En die zijn wél leuk. Bovendien staan er paginagrote artikelen in de krant over meest uiteenlopende onderwerpen, waarvoor in gewone tijden vanwege hun omvang geen plaats is en die leuk zijn om te lezen. Zo gaat het tenminste ergens over. Want van de voorpagina moet je het niet hebben. Van de onderwerpen die daar staan, de LPF-sores voorop, denk ik: “Nou, ik hoor wel hoe het afloopt.” En dat mevrouw Jorritsma tóch geen onoorbare dingetjes heeft gedaan, fijn voor d’r.
Maar ik vind het feit, dat het geen vakantieweer is en mijn tuintje helemaal verregent, terwijl we er zonaanbiddend van hadden moeten zitten genieten, erger en belangrijker. Dat onze kleinzoon van twee-en-half zo ontzettend leuk gaat kletsen, er dagelijks woorden bijleert, die hij ook nog goed gebruikt en mooie zinnen gaat bouwen, daar geniet ik van. Wat een wonder is dat! Het is net zo’n wonder als waarover de juf van de basisschool mij ooit vertelde: dat de kinderen van toen nog de eerste klas tussen de zomervakantie en kerst leerden lézen en dat ze daar elk jaar weer stil van was van dat proces. Er staat ons dus nog een wondertje te wachten over een paar jaar en die komkommervolle tijden, ach, die komen we wel door. We stellen prioriteiten.