Na mijn Sterspotje van gisteren over kamperen wil ik toch wel even verklaren, dat we ook ervaringen hebben met: kou, regen, hittegolf, zieke kinderen, brand(je) en lekkage. Het zou een onjuiste weergave van de realiteit zijn om deze feiten niet te vermelden. Hoewel nog steeds de positieve kant van kamperen bij mij de overhand heeft. Hoe dat bij mijn familieleden ligt weet ik niet of eigenlijk weet ik het wel, want er wordt erg weinig gekampeerd door ons nageslacht. Onze oudste dochter gaat dit jaar met haar gezinnetje naar Frankrijk, naar een tent die al ingericht klaarstaat. Dat telt dus eigenlijk niet mee, dat is geen afzien.
Nou, wat de kou betreft is zes graden boven nul ’s nachts op slaapzakhoogte behoorlijk koud. Dan wil je wel een trainingspak aanhouden, mét sokken graag. En een fles Beerenburg, stiekem meegesmokkeld door de heer des tents, helpt dan ook wel . Je kunt je kinderen moeilijk zo’n borrel geven, maar die sliepen toch wel, ingepakt als ze waren.
Regen is op z’n zachts gezegd ook vervelend. Het beste is dan om niet neerslag-tig in je tent te blijven zitten, maar opgewekt iets overdekts te gaan doen. Een museum of naar een kasteel, winkelen of, ook een hele goeie, lekker naar huis. Tent laten staan tot het weer droog is. Toen de kinders klein waren gingen we nooit zo ver van huis om bovengenoemde reden.
Ook viel er wel eens een ijsje verkeerd en hebben we een keer mazelen moeten laten constateren door de dorpsdokter.En als er iets is dat je op een camping waar nog meer kinderen zijn niet kunt hebben is het mazelen.Dus toen waren we ook weer zo thuis. Een bijkomstigheid was toen, dat we ons huis hadden uitgeleend aan vrienden, die het niet erg vonden, tenminste dat zéiden ze, dat we d’r weer waren. Het huis was erg vol, maar we hebben het erg gezellig gehad. Wij hadden oppas voor onze mazelaar en zij konden hun kinderen bij ons laten om er met z’n tweeën op uit te gaan.We kookten om beurten, leuke vakantie.
Ja, en dan dat brandje….’s Morgens water opgezet voor thee, onderwijl even naar ’t toilet voor het ochtendplasje en terugkomend constateren, dat een overhangend flapje had vlamgevat. Gelukkig een bedauwde tent en medekampeerders die snel ter plekke waren met jerrycans, vooral als er een kind luidkeels “brand!” staat te roepen. Was gelukkig allemaal niet zo erg, we hadden er een artistiek raampje bij op een handige plaats. Bij volgende keren opzetten van de tent wist je meteen welke kant je beet had. Elk nadeel heb ze voordeel.
Hitte bij kamperen is ook moeilijk. Kinderen kunnen en willen niet slapen. Afmatten door te gaan wandelen is dan de enige remedie. Tenslotte lekkage. Steeds gillen :”denk om het tentdoek!” als dat nat was en de naadjes waar het stiksel van los was en ons bij de controle waren ontgaan. Bij wind liggen luisteren naar het flapperen van tentdoek en verwachten dat je de lucht ingaat met je hele handel!
Nou kijk, als je tegen al deze kommer en kwel bestand bent blijft kamperen erg leuk, doordat je het leven terugbrengt tot het niveau van simpele eenvoud, waarbij je niet meer nodig hebt dan het hoogstnoodzakelijke. Hoewel….er moest altijd wel een transistorradiootje mee voor het nieuws. Stel je voor, dat je in al die simpelheid wat mist van het “echte” leven!