Samen in een tent, ja gezellig!?

ook wel es te heet!

Na mijn Sterspotje van gisteren over kamperen wil ik toch wel even verklaren, dat we ook ervaringen hebben met: kou, regen, hittegolf, zieke kinderen, brand(je) en lekkage. Het zou een onjuiste weergave van de realiteit zijn om deze feiten niet te vermelden. Hoewel nog steeds de positieve kant van kamperen bij mij de overhand heeft. Hoe dat bij mijn familieleden ligt weet ik niet of eigenlijk weet ik het wel, want er wordt erg weinig gekampeerd door ons nageslacht. Onze oudste dochter gaat dit jaar met haar gezinnetje naar Frankrijk, naar een tent die al ingericht klaarstaat. Dat telt dus eigenlijk niet mee, dat is geen afzien.

Nou, wat de kou betreft is zes graden boven nul ’s nachts op slaapzakhoogte behoorlijk koud. Dan wil je wel een trainingspak aanhouden, mét sokken graag. En een fles Beerenburg, stiekem meegesmokkeld door de heer des tents, helpt dan ook wel . Je kunt je kinderen moeilijk zo’n borrel geven, maar die sliepen toch wel, ingepakt als ze waren.

Regen is op z’n zachts gezegd ook vervelend. Het beste is dan om niet neerslag-tig in je tent te blijven zitten, maar opgewekt iets overdekts te gaan doen. Een museum of naar een kasteel, winkelen of, ook een hele goeie, lekker naar huis. Tent laten staan tot het weer droog is. Toen de kinders klein waren gingen we nooit zo ver van huis om bovengenoemde reden.

Ook viel er wel eens een ijsje verkeerd en hebben we een keer mazelen moeten laten constateren door de dorpsdokter.En als er iets is dat je op een camping waar nog meer kinderen zijn niet kunt hebben is het mazelen.Dus toen waren we ook weer zo thuis. Een bijkomstigheid was toen, dat we ons huis hadden uitgeleend aan vrienden, die het niet erg vonden, tenminste dat zéiden ze, dat we d’r weer waren. Het huis was erg vol, maar we hebben het erg gezellig gehad. Wij hadden oppas voor onze mazelaar en zij konden hun kinderen bij ons laten om er met z’n tweeën op uit te gaan.We kookten om beurten, leuke vakantie.

Ja, en dan dat brandje….’s Morgens water opgezet voor thee, onderwijl even naar ’t toilet voor het ochtendplasje en terugkomend constateren, dat een overhangend flapje had vlamgevat. Gelukkig een bedauwde tent en medekampeerders die snel ter plekke waren met jerrycans, vooral als er een kind luidkeels “brand!” staat te roepen. Was gelukkig allemaal niet zo erg, we hadden er een artistiek raampje bij op een handige plaats. Bij volgende keren opzetten van de tent wist je meteen welke kant je beet had. Elk nadeel heb ze voordeel.

Hitte bij kamperen is ook moeilijk. Kinderen kunnen en willen niet slapen. Afmatten door te gaan wandelen is dan de enige remedie. Tenslotte lekkage. Steeds gillen :”denk om het tentdoek!” als dat nat was en de naadjes waar het stiksel van los was en ons bij de controle waren ontgaan. Bij wind liggen luisteren naar het flapperen van tentdoek en verwachten dat je de lucht ingaat met je hele handel!

Nou kijk, als je tegen al deze kommer en kwel bestand bent blijft kamperen erg leuk, doordat je het leven terugbrengt tot het niveau van simpele eenvoud, waarbij je niet meer nodig hebt dan het hoogstnoodzakelijke. Hoewel….er moest altijd wel een transistorradiootje mee voor het nieuws. Stel je voor, dat je in al die simpelheid wat mist van het “echte” leven!


Samen in een tent, ja gezellig!

vrijheid blijheid

Kamperen is echt leuk, al zou je dat na Luna’s “lofzang” moeilijk geloven. Voor kinderen is het ’t leukste dat bestaat. Voor kinderen van een bepaalde leeftijd, want er komt een tijd dat ze het gebrek aan privacy zo op mekaars lip in een tent onoverkomelijk gaan vinden. Maar onze kinderen hebben zelfs wel eens in onze eigen achtertuin gekampeerd. Geen oog dichtgedaan, want ’s nachts zijn er toch rare geluiden, hoor, als de buurtkatten aan de wandel zijn en er meer beesten rondscharrelen dan je overdag weet dat er zijn. En moeder deed ook geen oog dicht, want de achterdeur op slot, dat ging me toch te ver. ’s Ochtends bleek de tent leeg en lag ieder kind weer in z’n eigen bed. Maar het avontuur op zich was geslaagd.

We hebben in vakanties veel gekampeerd met ons kroost.Het was een goedkope manier van vakantiehouden en op het kampeerterrein troffen ze nieuwe vriendjes, die precies leuk genoeg waren voor veertien dagen. We zijn veel op campings geweest waar in principe niks te doen was, geen bingo of recreatieteam, maar wel midden in de natuur. Dat waren zoals dat vroeger heette paspoortcampings. Je werd geacht de natuur te respecteren en je tevreden te tonen met minimale voorzieningen. Dat is ons altijd goed bevallen.

Onze jongste heeft zelfs op een camping leren lopen. Omdat ie de jongste kampeerder was, waren er altijd wel mensen en mensjes die met hem wilden oefenen en waarschijnlijk om daar vanaf te zijn ( leer mij Lars kennen!) dacht ie: “Laat maar, ik doe het zelf wel!” en daar ging hij!

Kamperen heeft veel leuks. Huishouden b.v. bestaat uit het rechtleggen van slaapzakken, al dan niet even gelucht, bezem door de tent en klaar! Je kunt aan de koffie en het zetten daarvan ruikt nergens zo lekker als bij een tent. De kinderen gaan hun eigen gang en omdat ze niet bezig gehóuden worden zoeken ze hun eigen vertier.

Wij hadden op het laatst een wat grotere bungalowtent, die met gemerkte stokken in elkaar moest worden gestoken. We oefenden voor de vakantie altijd even op een buurtgrasveldje of het sportveld bij ons werk, keken of alles er nog was, de elastieken en scheerlijnen nog in goede conditie en de haringen niet te zeer verbogen waren. Als we dan aankwamen op de camping zochten we onze plek en gingen aan de slag.

Een kind, dat eens even een stok aangaf bij die grote tent, zou handig zijn geweest, maar ze waren allemaal zó verdwenen om “de omgeving te verkennen”. En wij stonden dan ieder aan een kant naar elkaar te roepen en te wijzen (wat bij een blinde echtgenoot weinig effect heeft) met een tentstok in de hand. Je kon niks loslaten want dan stortte de hele zooi weer in elkaar, maar al ging het met hindernissen, we kregen het altijd weer voor elkaar en je relatie was weer eens op zijn bestendigheid getest.

Als de kinderen kwamen kijken “of ze nog wat konden doen” zaten wij alweer aan de verzoenende koffie en konden zij ons inlichten over waar de toiletten waren, de waterkraan en of “ze” een winkeltje hadden. Meestal hadden ze dan al de nodige konijnen en eekhoorns gezien.

Echt, kamperen is leuk. We willen niet meer zo laag bij de grond en een caravan vinden we vreselijk, maar kamperen….nostalgia de luxe!


Terug naar wat we gewend zijn….

daar stop je toch graag voor!

Mijn zolderkamertje. waar het de laatste dagen niet uit te houden was vanwege de hitte, ondanks een fanatiek draaiende ventilator, is weer normaal van temperatuur. Gisteravond hebben onweer en regen de thermostaat in de natuur weer bijgesteld. Het regent nog steeds, maar ik moet zeggen, dat dat heel gezellig klinkt op een schuin zolderraam. Rob de Nijs-achtig.

Verder is het nog steeds komkommertijd en om in de groente -en fruitsfeer te blijven: van de week haalde ik bij de C1000 paprika’s. Ze waren per drie verpakt, een rode, een gele en een groene. Op de kassabon stond:”een stoplicht paprika’s”. Kijk, dat vind ik nou leuk verzonnen!

Hopelijk wordt het weer een beetje droog, het is hier ook altijd hollen of stilstaan. Nooit eens gewoon. Wat ik eigenlijk ook niet gewoon vind: een glazenwasser, die in de stromende regen de ramen komt wassen. Is dat nou ijverig of gewoon geschift? Ja, natuurlijk, ik heb wel betaald. Met fooi zelfs, want hij was zó nat, de ziel…..