In navolging van wat onze minister-president gisteren zei tijdens de dodenherdenking ( en let wel, dit is eenmalig, want ik ben niet zo volgzaam waar het de mp betreft), n.l. dat we de geschiedenis levend moeten houden voor ons nageslacht wil ik wel eens vertellen hoe ik “de bevrijding” destijds heb beleefd. In Amsterdam, want daar woonde ik toen. Ik was acht jaar oud.
Dát ik dat was, was mooi, want ik had een jaar daarvoor tijdens een epidemie difterie gehad, waarvoor geen serum voorhanden bleek en mijn pa en ma hebben danig in de rats gezeten of Elsje het wel halen zou. Ik kan me die ziekenhuisopname nog goed herinneren. Ons “ziekenhuis” was een school in de Karel du Jardinstraat en er zijn toen heel wat kindertjes gestorven. Ik heb er zes weken gelegen. Onkruid was ik en ben niet vergaan.
We woonden aan een plein in Oost toen de bevrijding kwam. Er was binnen de kortste keren een buurtfeestcommissie in het leven geroepen, het plein werd versierd, waar de mensen de spullen vandaan haalden was een raadsel, en er werd van alles georganiseerd. Het was feest. Mijn vader, die als hobby eigenlijk alleen maar klassiek viool speelde, was plotseling lid van een krontjong-orkestje en speelde op straat tot in de late avonduren.
Je ging alleen naar huis om wat te eten en dat waren toen droge scheepsbiscuits, waar je je tanden op brak, maar waar je wel lekker lang mee deed. Smaak zat er niet aan, maar het was wel voedzaam. Mijn vader had van die glimmende vierkante blikken onder zijn bureau staan en daar zaten ze in.
Hij was streng, want je mocht er niet teveel van. We hadden behoorlijk honger gehad en hij vond, dat we gedoseerd onze maag moesten vullen. Zoals hij ook altijd restjes schoolbordkrijt mee naar huis nam van de school waar hij les gaf, om boven het “warm eten”, wat dat dan ook mocht zijn, fijn te wrijven, zodat we kalk binnenkregen. Ik heb mijn hele leven nog nooit wat gebroken (afkloppen!) dus het heeft voor mijn botjes in ieder geval wel geholpen.
Bij al de feestvreugde over onze bevrijding was er bij onze benedenburen een heleboel verdriet. Ze kregen juist in die eerste bevrijdingsdagen te horen, dat hun oudste zoon Jan, die in ’43 was opgepakt en naar Duitsland gestuurd, bij de Arbeitseinsatz in een wapenfabriek om het leven gekomen was. Ik herinner me het met grote uithalen huilen van de buurvrouw.
Na een paar maanden bleek evenwel, dat hij daar getrouwd was met een Duits meisje, dat mét hun beider kind op een dag op de stoep stond. Natuurlijk werd er zo vlak na de oorlog vreemd aangekeken tegen die situatie. Alles wat Duits was, was slecht. Onze buren openden echter hun deur, hun armen en hun hart en als je ’t over
integratie hebt, dan was Lottie een turbo-geval. Het wás ook een schatje en met Janneke, haar dochtertje, hebben we als kinderen heel veel gespeeld. Onze buren hebben veel steun aan hun schoondochter gehad en waren dol op hun kleinkind.
Het waren rare dagen, zo vlak na de bevrijding en na het wegebben van de euforie. Er was eigenlijk nog niks te krijgen, hoewel dat steeds beter werd langzamerhand. Ik herinner me de chocola, de pindakaas en de eerste banaan. En de muziek! Mijn moeder was voor de oorlog nogal gek op Zarah Leander en Marika Rökk, van die zwoele Duitse zangeressen. Ze had daar ook muziekboeken van. Die verdwenen onder in de kast, want dat kon niet meer. We hoorden via de draadomroep veel Engelse, Amerikaanse en ook Nederlandse liedjes en ik vond dat wel gezellig als kind. Mijn vader luisterde op de zondagmiddag weer naar concerten.
Als kinderen moesten we weer wennen aan het gareel, nadat we een schoolleven hadden gehad van dan weer wel en dan weer niet naar school. We hadden dan hier, dan daar of geen les en dat was wel aardig eigenlijk. De Duitsers hadden in onze school gezeten en hadden die niet netjes achtergelaten, zullen we maar zeggen. Maar wij moesten weer netjes naar school, want we waren immers vrij……..!
Hansje
mei 5, 2005 at 4:36pmIn vrijheid geboren en opgegroeid, zal ik dat gevoel nooit kennen – en het me ook nauwelijks kunnen voorstellen.
Al was dat voor het kind van toen kennelijk toch heel anders: dat vrijheid voor jou ook ‘terug in het keurslijf van school’ betekende lijkt me heel tegenstrijdig. Maar desondanks zal het gevoel van toen je – juist in deze dagen – ongetwijfeld je hele leven bij blijven.
els
mei 5, 2005 at 5:24pmHet leven bestond in de oorlog voor je ouders uit: hoe komen we aan eten? Toen dat weer makkelijker werd, waren ze wat dat betreft zorgenvrij en moest alles maar weer normaal worden.Kinderen, die ondanks alles speelden met niks en aardig hun gang konden gaan, omdat hun ouders andere prioriteiten hadden,moesten weer aan de orde en regelmaat. En ja, dat was wennen!
Brillie
mei 5, 2005 at 11:08pmOnze minister-president: Nee, niet die van mij.
Lars
mei 6, 2005 at 2:33pmMooi verhaal, ma. Ik leer van alles bij!
els
mei 6, 2005 at 5:51pmDat moest toch ook van JP?