Op een camping in Emst, hier vlakbij, was een show van De Waard-tenten. Dat merk bestaat al zestig jaar en is het neusje van de zalm als je een volbloed kampeerder bent en je zo’n tent kunt veroorloven. Toen ons gezin nog jeugdig was, zijn wij dat best geweest: volbloed kampeerders. Ook omdat het toen de goedkoopste manier van vakantiehouden was, hoor, maar ik vond het ook een ongecompliceerde manier van leven. We hebben door die kampeerjaren heen heel wat verschillende tenten gehad, van klein tot groot, en nieuw waren ze eigenlijk nooit en zeker geen van het merk De Waard. Als je dan buren trof, die er een hadden, mooi hoor…..! Hoewel, en dat was dan wél weer leuk, de onze was dan wel minder degelijk maar wel makkelijker op te zetten. Een De Waard tent was zwaar in alles en je was er langer mee bezig. Maar ja, elk voordeel had ook toen al z’n nadeel.
We hebben eens gestaan naast heel chique De Waard-mensen, met één kind, een keurig, met twee woorden heel zacht sprekend, meisje van wie de ouders de hele dag zaten te lezen. In van die laag-bij-de-grondse ergonomisch verantwoorde stoeltjes. Heel rustig was het.
Ideale buren eigenlijk.
Tja, en wij hadden, behalve dan al een tweedehands tent, van die tuinstoeltjes, die je na één, hooguit twee zomers kon wegdoen, omdat er iemand doorheen was gegaan omdat de bekleding toch niet zo weerbestendig was als we dachten. Wij hadden ook een ander soort kroost en een hond, die net als de kinderen, best goed was opgevoed, maar zelden met twee woorden sprak en zeker niet zachtjes.
Ondanks die verschillen hadden we een aardig contact met onze tijdelijke buren. Dat gebeurde op een kampeerterrein vroeger, en op de camping nu waarschijnlijk ook nog wel, toch al gauw. Een keertje koffie bij elkaar was toch wel het minste. En verder elkaars privacy respecteren.
Ik heb ’t altijd leuk gevonden, kamperen. Soms afzien vanwege het weer, maar we hebben het toch over het algemeen goed getroffen. Het was trouwens raar dat, als je thuis kwam, de mensen wel eens zeiden: “Wat hebben jullie een slecht weer gehad, hè?” en dat wij dan dachten; “Hè? Waar hébben ze ’t over?”. Als je kampeert heb je mooi weer als het droog is. Trui aan als het wat frisser is. Klaar.
Maar toen ik dat las van die De Waard-show kwam het weer even boven drijven, ons gekampeer. Hoe, als het ’s avonds wat ging schemeren, de kinderen nog wat speelden voordat ze moe de slaapzak in kropen, de vleermuizen boven de tent rondvlogen, en wij met een kopje koffie onder de luifel zaten. Zeer genoeglijk. Versgezette koffie ruikt nergens zo lekker als bij een tent. En je ruikt de geur van gras en het nog warme tentdoek na een zonnige dag. Nostalgia de luxe.
Dat neemt niet weg, dat ik een vakantiebungalowtje met een open haardje tegenwoordig zeer kan waarderen. En mijn botten en spieren ook. Voor alles is een tijd. Comfortablia de luxe………
Menno Nicolai
mei 8, 2007 at 1:43pmNa vele jaren gekruip in een tentje zijn we erg blij met de fijne bedden in onze Kip Kompakt (met hefdak). Door dat ding achter de auto ben je wel gedwongen kleinere afstanden per dag af te leggen, zodat ook de reis al vakantie is. En rechtop staand kunnen koken is ook erg comfortabel, evenals een koelkastje, hoe kein dan ook. En ik vind het nog altijd een beetje spannender dan een huisje …
els
mei 8, 2007 at 3:17pmRechtop kunnen staan in mijn tent is altijd één van mijn grondbeginselen geweest, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt.Mijn oom en tante hadden trouwens een Kip-caravannetje vroeger. Ik vond ‘m klein, maar erg knus voor met z’n tweeën. Zij hadden echter geen hefdak en al helemaal geen koelkast. Ik kan me voorstellen, dat het ambulant zijn wel leuk is. Toch ben ik blij, dat ik niet meer hoef!