Het bedrijf Commodore schijnt niet meer te redden te zijn van de ondergang. Hoe dat zakentechnisch komt weet ik natuurlijk niet. Daar heb ik geen verstand van. Het is alleen de naam Commodore, die mij in de krant opviel en die me in een nostalgische stemming bracht.
Dan zie ik mijn twee puberjongens nog achter hun Commodore Amiga zitten, waar ze samen mee moesten doen en die in het begin om de haverklap terug moest naar de winkel omdat er iets mee was. En soms duurde het wéken voordat hij ( of liever gezegd zij) weer terug was, want er waren veel Vriendinnen te repareren. Ze gingen zo ongeveer om de dag vragen of de computer er alweer was.
Maar het duurde niet lang of ze hadden er meer verstand van dan de winkelier, de nerdjes. Mijn oudste zoon heeft ‘m trouwens nog, hoor, hun eerste echte computer uit de jaren tachtig. De tijd, dat ik me verbaasd en trots afvroeg: “Hoe is het mogelijk, dat ik kinderen heb, die van zoiets verstand hebben, begrijpen hoe het werkt en weten wat je ermee kunt?”.
En nóg, hoor, denk ik dat. Want ik heb ze nog regelmatig nodig en dan zeggen ze zoiets als : “Nou, dan doe je gewoon zó en dan gebeurt er dát” of ze doen het zelf en maken mij niet wijzer. Dat is eigenlijk nog de beste manier en daar ben ik dan zó intens tevreden mee, dat wil je niet weten.
Die Amiga was zo ongeveer het begin van de computercarrière van onze jongens en het einde is niet in zicht. Van Commodore wel, zo lijkt ‘t……..