Ik lees Marjan Berk graag, want het is een nog zeer actieve tante, die met humor beschrijft wat een alleenwonende oude grootmoeder allemaal tegenkomt in haar dagelijks bestaan. Ze heeft altijd al een scherpe humorvolle geest gehad én heeft natuurlijk het ongelooflijke geluk, dat ze die nog altijd heeft. Ze schrijft wel eens over ‘vergeetdingetjes’of zo, maar dat mag ook uiteraard als je alleen woont en oud bent.
Maar over die stok. Zoals je weet is mijn kloris verstoken van gezichtsvermogen. Hij hééft een zogeheten blindenstok, die hij ‘blindenpaal’ noemt, maar gebruikt die zelden. Dat komt doordat hij meestal gezellige ‘levende’ begeleiding heeft bij z’n tripjes. Die haakt bij ‘m in en zo’n stok zou dan alleen maar in de weg zitten. Maar op vliegvelden, stations en vooral op beurzen is de stok van onschatbare waarde. Als vroeger de jongens met ‘m naar een auto-,computer- of andersoortige technische beurs gingen zeiden ze altijd: “Pa, heb je je stok bij je?” Want de menigte week uiteen zodra men hem zag aankomen met z’n wit-met-rode-bandjes-decoratie. Daar hadden ze veel plezier van met z’n allen.
Toen we naar Australië gingen een paar jaar geleden was zijn speciaal voor de gelegenheid nieuw aangeschafte stok ook een toverstokje. Die wel áltijd door de scanner moest, want stel je toch eens voor, dat ie d’r drugs in vervoerde! Je valt wel op als blinde, maar de hulpvaardigheid van personeel en passagiers stijgt enorm. Ook daar hebben we er dus veel plezier van gehad. In het dagelijkse leven hebben we ter ondersteuning (nog) geen stok nodig, want we stutten mekaar wel, ha, ha!
Maar ja, stok-oud…..dat woord bestaat natuurlijk niet voor niks…..!