Vroeger, hè…..(oma vertelt) had je in een dokterswachtkamer nog wel eens ’n leuk gesprekje met iemand die naast je zat of zelfs met meerdere mensen. Dat ging echt niet altijd over de mankementen, waarvoor ze kwamen en de dokter nodig hadden. Ja, over het weer uiteraard, maar vaak ook best wel over iets anders.
Maar laten we wel wezen: waarover moet je het tegenwoordig hebben? Het weer soms? De toestand in de wereld? Of een of andere moord of steekpartij? Nee, je kunt je maar beter stilhouden.
Daarom is de mobiele telefoon een uitkomst! Toen ik van de week in zo’n wachtkamer zat om ‘even’ bloed te laten prikken, zoals dat heet. Er zaten welgeteld 14 mensen. Het was doodstil, want iedereen zat op z’n telefoon te turen. Behalve ik, want daar heb ik mijn leesbril voor nodig en die had ik thuis. Vergeten, want ik was toch zo weer terug. Dacht ik.
Het duurde ruim een uur voordat mijn nummertje aan de beurt was. Dat komt doordat de prikmevrouw nu voor elke klant de gegevens moet opzoeken in de computer, moet invullen of je bent wie je zegt te zijn, je legitimatie moet invullen, plakkertjes moet uitprinten, die ze op je buisje met afgetapt bloed moet doen, je arm met prikgaatje moet bepleisteren en pas dán kan zeggen: “Zo, u bent klaar! Prettige dag verder!”
Ik zei, dat het ‘vroeger’ met de al door de dokter of assistente ingevulde formulieren wel minder werk voor haar was. “Ja, zeker, maar nu hebben ze in het ziekenhuis minder werk! Alleen krijgen wij er geen tijd bij!” zei ze. De wachtenden wel, maar ach, die hebben gelukkig een telefoon voor de afleiding…..