Hoeveel was er ook alweer besteed aan vuurwerk? Zestig miljoen euro of zo? Nou, hier was het gisteravond zó verschrikkelijk mistig dat er niks van te zien was. Heel wat euro’s gingen letterlijk de mist in. Ik vond geld uitgeven aan vuurwerk altijd al zonde, maar na gisteren helemaal.
Je kon vanavond merken, dat veel mensen hun dure speeltjes gisteravond niet hadden afgeschoten! Dat deden ze vandaag toen de mist weer was opgetrokken. We zijn een zuinig volkje. Nog steeds hoor ik van alles knallen en het is al bijna negen uur ’s avonds. De zestig miljoen zijn nog niet op. We zijn na twaalven ook maar niet naar buiten gegaan omdat ons dat erg ongezond leek, die combinatie van mist en niet optrekkende kruitdampen.
Andere jaren is er altijd druk autoverkeer van mensen die, na een hele avond thuis wachten op twaalf uur, vertrekken om het nieuwe jaar elders voort te gaan zetten. Nu reed men met de alarmlichten aan stapvoets, vaak met bezorgde mensen met een zaklamp voorop, als een begrafenisstoet de straat uit. Wij wonen op een hoek en we zagen auto’s de stoep niet missen, maar onze voortuin gelukkig wel. Het was erwtensoep, die mist. Geen hand voor ogen te zien en het was een rare toestand.
Om twaalf uur, toen het bij haar al 8 uur in de morgen was, werden we gebeld door mijn zus uit Australië. Zij vertelde, dat bij hen het Oudejaar ook bijzonder raar was verlopen, want ze hadden een cycloon! Alle stranden, waar anders altijd grote feesten zijn, waren voor het publiek gesloten en de barbecues die in de tuinen met Oudjaar altijd uitgebreid in gebruik zijn, mochten vanwege het brandgevaar niet in actie komen. De hamburgers zouden sowieso zijn weggewaaid, zei m’n zus, die ook niet in haar ( kleine) autootje kon rijden, omdat dat zonder meer van de weg zou zijn geveegd. En in Melbourne, waar haar oudste zoon woont, was het gisteren 43° Celcius. Ook niet echt lekker dus.
We gaan morgen onze zoon in Utrecht helpen verhuizen, dus de mist moet dan wel even wegblijven. Want er zijn twee soorten weer waar ik een gloeiende hekel aan heb: mist en ijzel. Verder kan het me niet zoveel schelen, kwestie van aanpassen en ik rij al zo lang dat ik het allemaal wel eens ’n keertje heb meegemaakt.
Ik ben wat die mist betreft eens ’s avonds laat in m’n dooie eentje van Uithuizen naar de stad Groningen gereden, waar we toen woonden, in net zulke mist als die van gisteravond. Ik was op ’n bepaald moment het spoor totaal bijster, er was geen mens op de weg, en zette toen de auto maar es stil en stapte uit. Toen bleek ik midden op een kruispunt van een autoweg te staan ergens bij Bedum of zo. Ik ben de gehele Groningse bevolking nog steeds dankbaar dat ze die avond allemaal thuis zijn gebleven.
Uren later bleek bij thuiskomst mijn man, die op de slapende kinderen paste, een theaterprogramma op de televisie gevolgd te hebben van Toon Hermans. Gezellig, gezellig. “O, bén je d’r al?”, zei hij vrolijk. Toon, hè, altijd leuk. Ja, ik wás d’r al. Omdat zíjn blik constánt mistig is kan ik ‘m zijn gebrek aan medeleven nu moeilijk kwalijk nemen, maar tóen! En hij had me niet eens ’n béétje gemist…….!
karin
januari 2, 2008 at 9:44pmdat was niet die keer dat we bijna de plomp in reden? nee dat kan niet, want daar was ik bij.. spannende dingen maakte je mee zeg vroegah.