Ons laatste weekend voor vertrek naar Australië. Maandag a.s. gaan we. Ik vul de koffer, waarvan mijn zus zei: “Neem niet teveel mee, want je hebt ’t niet nodig.” Ondanks die raad zit mijn denkhoofd vol met dingen, die ik niet mag vergeten. Ons huis blijft bewoond achter dus daar maak ik me geen zorgen over. Dat is een hele rust.
We missen helaas een paar verjaardagen, maar onze dochter viert haar verjaardag a.s. zondag twee dagen te vroeg dus dat is alvast mooi geregeld. Onze oudste kleinzoon wordt zonder ons ook wel 14 en we hebben ’n heel jaar over om daarvan te genieten. Feliciteren via de social media kan toch wel.
Maar ik moet bijvoorbeeld allerlei opladers niet vergeten. Ik haal die dingen altijd door mekaar omdat ze verdorie allemaal zwart zijn. Zit ik met een telefoonoplader te prutsen in mijn fototoestel en andersom. Mijn tablet en de telefoon zijn gelukkig hetzelfde van oplader, maar ik moet er maar even etiketjes opplakken.
Er moeten medicijnen mee om deze bejaardenclub overeind te houden. Klinkt erger dan het is, hoor, maar toch. Toiletspullen hoeven niet mee, want die staan al in onze (eigen!) badkamer klaar, zegt zus. Ze doen bij vliegtuigmaatschappijen moeilijk over van alles en nog wat. Ik zou willen dat ik wat bereisder was. Onze vakanties zijn gewoon te simpel. En onze vorige reis naar Australië is alweer tien jaar geleden, toen ik een nog redelijk jong-bejaarde was.
Nu hebben we hulp gevraagd op het vliegveld, omdat dat kon. Maar dat kon alleen geregeld als er iemand plaats nam in een rolstoel. “Nou, dan ga ik er toch lekker bij zitten?”, zei mijn blinde kloris. Die ziet dat wel zitten. En misschien hebben ze wel van die leuke golfkarretjes ook.
Hij heeft trouwens een nieuwe uitschuifbare blindenstok gekocht. Het ding glimt je van nieuwigheid tegemoet, zo wit en die rode bandjes zien er feestelijk uit. Die stok gaat ie gebruiken ook, want we hebben gemerkt dat dat helpt om mensen snel plaats voor je laten maken. De jongens zeiden vroeger al als ze met hun vader een beurs bezochten of zo: “Pa, je hebt je stok toch wel bij je, hè ?”
Kijk, misbruik is gemeen en vals, maar gébruik maken van een lichamelijk ongemak kan ergens wel handig zijn. En daarna schuift ie ‘m in elkaar en stopt hem weer in zijn binnenzak onder het motto: “Als ik de ene ‘knuppel’ bij me heb, hoef ik de andere niet.” Die ‘knuppel’ ben ik dus, hè, maar dat voelt gewoon als een erenaam, hoor…..!
Jenni
januari 12, 2014 at 11:31amIk hoop dat jullie een gewéldige tijd hebben in Australië en kom gezond weer terug!
Irene
januari 13, 2014 at 8:22pmDoor de verhuizing waren we een paar dagen offline dus ik zal wel wat laat zijn maar alsnog een heel fijne tijd gewenst down under.