In onze familie vindt een levendige ruilhandel plaats van kleding. Bij het vrouwelijke deel van de familie dan, want de mannen dragen wat de vrouwen voor ze uitzoeken en als die vinden, dat iets écht niet meer kan, dan verdwijnt het vanzelf. Het interesseert die mannen niet zo erg en ze vinden het prima geregeld zo. Lars is eigenlijk de enige, die het helemaal zelf regelt. Die heeft ons niet nodig. Zo nu en dan vinden er dus modesessies plaats, de plaats van handeling wisselt, waarbij de buit wordt verdeeld. Als tantes, zussen of dochters weer eens de kast hebben opgeschoond levert dat leuke spullen op. Er wordt door diverse dames redelijk chic ingekocht, zodat het de moeite waard is om bij de show aanwezig te zijn! En we hebben het allemaal kunnen lezen: de Nederlandse economie stagneert een beetje, dus tel uit je winst.
Dat doorgeven van spullen deden we trouwens vroeger ook al, hoor, met de familiaire babybenodigdheden. Boxen, kinderwagens, wiegjes, bedjes en ook kleertjes, waar een beetje baby in een paar weken of maanden is uitgegroeid, daar was zo’n kringloop reuzehandig voor. De kindjes zagen er altijd goed uit en lagen er netjes bij.
Op de middelbare school was het in de tijd van mijn dochters ook heel gewoon, dat je kleren van elkaar leende. Hadden ze ineens een flitsend jasje aan, dat echt niet van het karige zakgeld kon zijn gekocht en dat bijbaantje leverde nou ook weer niet zóveel op, en dan bleek het van een vriendinnetje te zijn. Na een avondje disco ging het weer terug naar de rechtmatige eigenaar. Tot iemand anders weer iets spetterends had gekocht. Je kon het toch niet vaker dan één keer aan, als het érg spetterend was, dus over economie gesproken!
Nu ze ouder zijn vinden ze het “zonde” om iets zomaar weg te doen als het veel geld heeft gekost en zo hoort het ook. Dan geef je het door aan je familie. Na verloop van tijd is het Leger het laatste adresje, nou, dan komt het toch nog helemaal goed terecht…..?