We zijn door onze ex-werkgever gevraagd, mijn ega en ik, om voor een weekje terug te keren op het werknest. Dat vinden we best leuk, een beetje bijbeunen, maar het was wel weer even wennen. Ten eerste weer vroeg je bed uit en we wisten ook niet, dat er inmiddels een file was, waar we vorig jaar nog ongestoord konden doorrijden. ’t Wordt net een echte randstad, dat Apeldoorn.
We zijn bezig met het geven van een cursus koorzang aan mensen met een visuele beperking. Jouke leidt de cursus, terwijl ik de pianobegeleiding voor m’n rekening neem. Aan de stembanden van de deelnemers mankeert niks, maar hoe ze aan de informatie over het te zingen stuk moeten komen, dat verschilt per cursist. Om te beginnen is het heel aardig als je muzikaal gehoor zodanig is, dat je iets makkelijk oppikt. Dat scheelt de helft, want dan hoeft alleen de tekst nog. Die tekst vervaardigen we in braille en in zeker vier formaten letters, die voor sommigen ook nog vet gedrukt moeten zijn vanwege het contrast.
Lang leve de computer! Vroeger schreef ik al dat spul allemaal met de hand uit en vergrootte het met behulp van het fotocopieerapparaat, toen de meest geavanceerde machine van de instelling. Maar mens, wat een werk! Hele ochtenden heb ik staan draaien voor de koorzangers.
Mijn echtgenoot beheerst het braillemuziekschrift, dat hij indertijd ook nodig heeft gehad voor zijn conservatoriumopleiding. Maar hij leert ook alles uit z’n hoofd, noodzakelijkerwijs, want het is moeilijk braillelezen en klarinetspelen tegelijk! Hij heeft, toen we in Groningen woonden, ook gezongen bij het Toonkunstkoor Bekker , dat jaarlijks, begeleid door het nu niet meer bestaande Noordelijk Filharmonisch Orkest, de Mattheuspassion uitvoerde. Hij zong tenor en stond bij de uitvoeringen altijd opgesteld achter de sopranen, van wie sommigen een prettig formaat hadden om een brailleboek achter te verbergen. Dat hield hij op z’n buik ondersteboven en las zo in braille alles mee. Dat meelezen was dus vanuit de zaal niet te zien, wat hem op een avond, waarbij de burgemeester van Groningen aanwezig was van de burgemeestersvrouw een compliment bezorgde, dat hij “de enige was, die drie uur lang de hele Mattheus uit z’n hoofd zong! Knap, hoor!”
Hij heeft het maar zo gelaten, haar niet wijzer gemaakt en de mythe van de supermuzikale blinde in stand gehouden. Alle Joden spelen ook mooi viool, toch?