Gisteravond ben ik aan het kerstprutsen geweest met een heel stel ex-collega’s. Ingrediënten: koffie, waarzonder een en ander op voorhand niet zou lukken, iets erbij, niet noodzakelijk, maar wel lekker, kersterige muziek (gelukkig heel zachtjes op de achtergrond) en in de pauze glühwein, die het creatieve proces zeer bevorderde.Ik ben niet veel gewend dus voelde die wijn behoorlijk! ‘k Ben nog net niet over de Afsluitdijk naar huis gereden en het wás rustig op de weg. (Overdrijven is ook een kunst, hoor, maar ik voelde me wel gezellig en dat is natuurlijk nooit weg op een winterse avond!)
De docent was een aardige man, een tikje dominant en duidelijk gewend dit soort (lukratieve!) cursussen in deze tijd van het jaar aan hórden kakelende vrouwen te geven. Hij voelde zich het “kerststuk” van de avond en ik weet zeker, dat hij de grapjes, die hij maakte, élke avond tegen steeds weer andere vrouwen maakt. Nou ja, doet Herman Finkers ook. Bij ons zaten er trouwens drie mannen bij en daar moest ie even aan wennen. Telkens zei hij: “Dames, mag ik even de aandacht?” en voegde er pas veel later :”….en heren ook natuurlijk!” aan toe. De emancipatie was nog niet zo erg doorgedrongen tot het kerstprutsgebeuren.
We kregen allemaal een vaas, een stuk kippengaas, dat we met spagnummos moesten bekleden, waarna we een kletsnat stuk oasis erin moesten rollen. Die rol moest rechtop in die vaas gezet worden. Het gedeelte dat er bovenuit stak moest rondom volgeprikt met allerlei soorten groen, zodat er een struik ontstond. Bovenop werd je geacht een “piek”-tak te zetten, zodat het op een kerstboom ging lijken.
Toen een paar van ons geen zin hadden om het zo te doen, maar de bovenkant anders wilden afwerken, werd onze leraar een beetje kriegel en wilde weten waarom. “We hebben een ópdracht!”, zei hij. Van wie, vertelde hij er verder niet bij. Van z’n vrouw waarschijnlijk. Hij liet de dissidenten verder de hele avond met rust, had er z’n handen vanaf getrokken! Ze voldeden niet aan de opdracht.Toen aan het einde van de avond alle stukken klaar waren, stonden er tientallen hetzelfde-ogende kerststukken (behalve die paar dus!) en was de docent naar eigen zeggen zeer tevreden.
Ik kreeg een beetje hetzelfde gevoel als toen wij vroeger thuis schuin tegenover een kapper woonden. Als je daar een uurtje voor de deur ging staan, zag je er steeds dezelfde gepermanente koppies naar buiten komen. Die man kon het ook niet anders! Maar we hebben een bijzonder gezellige avond gehad en alvast wat kerstgeuren opgedaan, want al dat groen róók ongelooflijk lekker! En dat is ook fijn in een tijd van plastic kerstbomen. ” Die kerststukken gaan toch naar allemaal verschillende huizen”, zal die bloemist ook wel gedacht hebben, voor ie weer terug ging naar z’n vrouw voor de volgende opdracht.