We hebben een probleem waar een luchtje aan zit. Er is namelijk geconstateerd, dat de rioleringsbuis naar de straat ( gelukkig buitenshuis!) een gapend gat vertoont. Er is nu een stuk van de tuin, dat bijzonder goed gemest is. Ik ben aan het bedenken wat ik daar eens zal gaan planten. Een geldboompje lijkt me wel wat.
We hadden al gemerkt, dat in huis diverse afvoergebonden plekken niet zo spontaan meer doorliepen als eigenlijk de bedoeling was en het gebruik van de wasmachine bijvoorbeeld in de keukengootsteen een vrolijk geplop opleverde. Tevens een luchtje, dat echt niet aan het merk waspoeder kon liggen.
We hebben dus maar even een riooldeskundige gebeld ( nee, de firma deed niet aan journalistiek, zeiden ze), die de schop ter hand nam, ging graven en een groot geurend gat blootlegde.
Wij gingen er bijna van over onze nek, maar deze man vond het prima ruiken. Maakte, toen wij onze afkeer lieten blijken van deze nota bene zelfveroorzaakte geuren, je staat je ter plekke dood te schamen, zelfs zo’n wuivend gebaartje richting zijn neus, dat je een chef de cuisine wel eens ziet maken als hij het aroma van zijn soepje keurt. Hij was wel wat gewend, zei hij.
Ook de regenpijp, hij had het over de pijp van het hemelwater, eigenlijk veel mooier gezegd, bleek bij deze ondergrondse controle niet meer in goede staat. Dus dezer dagen worden de buizen vervangen. De rioleur heeft het gat liefdevol toegedekt met een vuilniszak, er schuin twee stoeptegels overheen gezet, zodat er geen zand in de opening kan komen en ons afvalwater met inhoud (!) probleemloos het gemeentelijk geregeld afvoersysteem kan bereiken.
En nu maar kijken of we die geldboom erg nodig gaan hebben, Geld stinkt niƩt, zeggen ze!