We deden gistermiddag boodschappen in een supermarkt waar we niet zo heel vaak komen. Daar waren we er getuige van hoe een hoofdcaissière een van haar caissières, een wat oudere lichtgetinte mevrouw, ten overstaan van een behoorlijk aantal klanten voor gek zette, omdat ze zich had vergist en nu haar cheffin nodig had om haar fout in het kassasysteem te kunnen herstellen. De klant om wie het ging had helemaal geen haast en wachtte rustig af dus er was helemaal geen noodzaak om zo de nadruk te leggen op zoiets menselijks als een vergissing. “Je zit wel te klungelen, hè?”, zei de lichtgebleekte bitch. Als dat grappig bedoeld was kwam het bepaald niet zo over. Vervelend mens.
In onze straat zit een warme bakker. Het is een familiebedrijf en het is er altijd druk, want veel mensen zweren bij een ambachtelijk brood. “Mevrouw” helpt als het druk is soms ook in de winkel, waar verder een paar zeer jeugdige minimumloon-winkelmeisjes staan. Ik was er bij, dat mevrouw een van de meisjes ten overstaan van een volle winkel de mantel uitveegde over iets wat ze gedaan of juist nagelaten had. Maar dat dóe je toch niet? Dat machtsvertoon tegenover iemand, die op zo’n moment alleen maar een kleur krijgt, niet weet waar ze kijken moet en geen verweer heeft! Ze is vast klanten kwijtgeraakt, de bakkersvrouw, want het was zeer gênant om er bij te zijn. Vooral dat schijnheilig-klantvriendelijke hoofd daarna “Anders nog iets, mevrouw?”. Ik heb nóg spijt dat ik niet meteen ben weggelopen of in ieder geval iets heb gezegd. Daar had ik dat kind niet mee geholpen, maar het hád gekund: de macht van de klant.Nou ja, ik bak tegenwoordig weer zelf brood. ’n Warme bakster…….