Dubbelop…….

we zijn d'r bijna, maar nog niet helemaal....

Op Omroep Gelderland was een item over vakantie houden met kinderen. En dat je beter niet meteen vanuit je werk kunt gaan jakkeren naar je vakantieadres. Met een ernstig kijkende dokter erbij, die het had over eerst ontstressen en zo.

De kinderen van de basisschool in deze regio kregen deze week vakantie. Er werd een vader gefilmd, die met een volgepakte vakantieauto, compleet met vrouw en een stel kleine kinderen voor een school stond te wachten tot zijn oudste naar buiten zou komen. Ze gingen direct rijden naar de vakantiebestemming. Geen minuut te verliezen. “Ja, we gaan meteen!”, zei de vader, “eindelijk vakantie, heerlijk!”.

Het desbetreffende kind kwam dus niet eens meer thuis. Terwijl ze achterin de auto van haar vader schoof vroeg de verslaggever of ze niet liever eerst even naar huis had gewild om een beetje uit te rusten van school. “Nee, hoor”, zei ze, “en ik ga ook nog met mijn moeder mee naar Kroatië”. “Twéé keer op vakantie dus?”. “Ja”, zei ze berustend. Kind van gescheiden ouders. Je moet maar boffen…….


Achtergrondinformatie……

brilletje nodig.....

Slechtziend ben ik niet. Dat weet ik wel zeker. Oké, een brilletje nodig, maar dat mag op mijn leeftijd. Toch sla ik soms in een tijdschrift hele stukken tekst over. Niet omdat die me niet zou interesseren, maar omdat men vanwege de lay-out heeft bedacht, dat die moet worden afgedrukt in witte letters op een achtergrondkleur, die nou niet bepaald voor een beetje contrast zorgt. Lichtgroen, lichtblauw of zwarte letters op een donkerrode ondergrond. Dat leest ook héél prettig weg. Het blad wordt er ongetwijfeld heel kleurig van, maar ben ik nou de enige die zich daar aan stoort? ’t Kan aan de leeftijd liggen natuurlijk, maar een blad is toch om te lézen?

Je moet ook de juiste lichtval hebben. Maar dat is niet alleen met tijdschriften. Als ik aan het koken ben en ik wil even vlug de gebruiksaanwijzing lezen op de verpakking van een sausje bijvoorbeeld, moet ik vanwege de minuscule lettertjes en de achtergrondkleur daarvan in het volle licht bij de keukendeur gaan staan om nog enigszins te kunnen lezen hoeveel water er bij moet en hoeveel minuten het duurt voordat ik die overheerlijke saus aan mijn dierbaren kan voorzetten.

Want die gebruiksaanwijzing staat er ook nog eens in alle talen die de EU rijk is plus de talen van de aldaar wonende allochtonen, die natuurlijk ook recht hebben op overheerlijke saus. Zoveel tekst op een klein oppervlak: dan worden de lettertjes moeilijk te lezen. En de verwijzende linkjes bij Cockie kan ik ook al nauwelijks lezen. Maar dat is niet erg, want ik hou wel van verrassingen. Het is allemaal toch een kwestie van lay-oud, denk ik……


Hokken……

wel 'n beetje op de tijd letten.......

Omdat mijn man en ik AOW-ers zijn, dat klinkt altijd een beetje armoedig, maar dat valt in ons geval best mee, vind ik, krijgen we zo nu en dan een tijdschriftje van de uitkerende instantie, de Sociale Verzekeringsbank. Daarin kunnen we lezen wat onze rechten en plichten zijn en wat er verandert in wet- en regelgeving ten aanzien van onze uitkering. Want dat moet zo nu en dan.

Er is een rubriek met “meest gestelde vragen” en er staan artikelen in over een actueel onderwerp. Deze keer was de vraag: “Wanneer is er sprake van samenwonen?”. En in dit geval van mensen met AOW. Daar moeten duidelijke regels voor komen, zeggen ze bij de SVB, dan weten de mensen waar ze aan toe zijn en of ze een boete kunnen verwachten. Als je namelijk meer dan 35 tot 50% van je tijd bij elkaar zit, dan word je geacht samen te wonen. Ook al heb je nog een eigen onderkomen.

Dat samenwonen hoeft dan nog niet eens met een partner te zijn. Ook een familielid of iemand aan wie je de bovenetage van je te groot geworden huis hebt verhuurd. Als je geen commercieel opgesteld contract kunt overleggen, dan woon je samen en heeft dat gevolgen voor je AOW. Ook al heb je een gloeiende hekel aan je bovenbuurman en peins je niet over een relatie met de man.

De SVB is van plan om streng te gaan controleren op situaties die tegen fraude aanhangen, al dan niet opzettelijk gepleegd. Ergens kan ik me dat ook wel voorstellen, want er zijn 2,5 miljoen mensen die AOW ontvangen ten bedrage van ruim 21 miljard euro. Ik schrok van dat aantal en dat bedrag. Dan mag je wel een beetje opletten of er niet gesjoemeld wordt. Maar volgens de regels zouden ook mantelzorg en burenhulp commercieel contractueel moeten worden vastgelegd. Voor je het weet woon je samen!

Hoe stel je trouwens nou precies vast hoeveel procent van je tijd je bij elkaar bent geweest? Dat moet je dan wel even bijhouden! “Nee Mien, we kunnen niet naar Artis vandaag, want ik heb al drie keer koffie bij je gedronken deze week!”. Of: “We zijn al aan de limiet, meid, deze maand. Ik ga morgen wel aan de overkant van de straat op dat bankje zitten. Kun je naar me zwaaien, zijn we toch nog een beetje bij mekaar!”.

En hoe doen ze dat met mensen in een bejaardenhuis, die een relatie met elkaar hebben, dat hoor je toch vaak genoeg. Die wonen al samen, weliswaar ieder in een eigen kamer, maar die zitten veel te veel bij elkaar, hoor! Bij de maaltijden, bij de bejaardengym, de zang- en de bridgeclub. Dat wordt prikklokken en een hele administratie! En ach, ze hébben het al zo druk in dat soort huizen…….


Sprookje……

in het enge bos.....

Mijn kleinzoon van 5 weet alles van computerspelletjes. En ik weet er niks van. Van de week zijn we er eens even voor gaan zitten om dat verschil in kennis op te heffen. Hij heeft me uitgelegd wie Keizer Cusco was, verteld over de jungle waar hij in dat spel doorheen moet en de rivieren die hij moet oversteken. Die rivieren hebben geen naam, maar heten rivier 1, rivier 2 en zo verder tot 4. Hij heeft het over “levels” en zo. Het is een gevaarlijk spel, als ik het zo bekijk, en soms moet je weer helemaal overnieuw beginnen, omdat je dood gaat als je niet snel genoeg bent of iets verkeerds doet.

Hij kan er boeiend over vertellen en snappen doe ik het niet. Je moet het in actie zien, denk ik. Ik vind mijn kleinzoon veel boeiender, zoals hij met een ernstig gezichtje en zijn mooie blauwe ogen wijd open over zijn avonturen in de jungle vertelt. Hij slist een klein beetje en ik kan hem wel opvreten dan!

Hij mag van zijn moeder maar een beperkt gebruik maken van de computer en hij zou best langer willen. Maar grappig, ergens weet hij zelf wel, dat gewoon buitenspelen ook verstandig is en dat zijn moeder gelijk heeft, want het zijn best enge verhalen. Je gaat een paar keer per dag dood, als je niet uitkijkt! En dan te bedenken, dat ik Roodkapje met die wolf en Sneeuwwitje met die verderfelijke stiefmoeder al te eng vond voor mijn kinderen, toen ze 5 waren……..


Ouderwets vermaak…..

is daar iemand....?

Gôh, ik wist niet dat kinderen dat vandaag de dag nog deden: “belletje trekken”. Het is trouwens geen trekken meer, druk, toets of draai is het tegenwoordig. Ja, vroeger toen we nog in Groningen woonden hadden we een echte trekbel, met zo’n ijzerdraadje naar de bel, die nog echt “klingelingeling”deed. Als je maar stevig trok. Tegenwoordig hebben we een elektrisch gestuurd ding-dong-model met van die hangende metalen buizen.

Daar kun je ook uitstekend mee belletje trekken, zoals al vele malen is gebleken deze week, als we voor nop de voordeur opendeden en er niemand stond. Vooral voor mijn blinde man is dat bijzonder geestig, want hij zegt altijd vriendelijk gedag in de veronderstelling dat degene die voor de deur staat wel teruggroet. Eigenlijk best wel lullig als je dan ins Blaue hinein praat. Hij vindt het gelukkig helemaal niet erg en hopelijk hebben de kinders er veel lol van. Je moet wát als je ouders onderwijl de caravan staan in te pakken om naar verre oorden te vertrekken.

Maar sportief vind ik het niet, want wij wonen op een hoek en dan kun je als belletjetrekker eigenlijk te makkelijk en te gauw verdwijnen. Middenin een huizenrij en dán maken dat je wegkomt, dat is pas spannend! Zo deden wij het vroeger. Wij bonden zelfs creatief deurknoppen aan elkaar. Nee, het belletjetrekken is niet meer wat het geweest is……..


Afd. prietpraat (5)…..

inderdaad....

Als ik, zoals gisteren, oppas bij mijn kleinzoons, is het samen “boekje lezen” een van de favoriete bezigheden. We kwamen een plaatje tegen van een schepnet. En zo kwamen we op de hengelsport.

Mijn kleinzoon zei, dat hij helaas nooit zou kunnen vissen, want hij was niet in het bezit van een “vissenhanger”. Hij zal dus lid moeten worden van een vissenhangersportvereniging…..


Zomer in de winter of winter in de zomer…..

all season.....

Wehkamp was weer de eerste met de wintercatalogus. In een handzaam pocketformaat. De zomer is nog geen twee weken oud. Verkopen is vooruitzien. Ik heb de folder even doorgebladerd en vastgesteld dat deze vrouw, in ieder geval wat de kleding betreft, geen doelgroeplid is. Nou geeft dat niet, want ik ben allesbehalve modebewust. Aankleden noem ik ’s morgens: “lappen aan m’n lijf doen”. Dan weet je wel hoe ik over kleren denk. En over mijn lijf.

Bovendien zag ik, dat “de jaren zeventig” weer terug zijn in het modebeeld. Strokenrokken, die in mijn tijd etagerokken heetten, echte júrken, ballerinaschoentjes, queeniehakjes. Dat wekt bij iemand, die jóng was in de jaren zeventig, alleen maar nostalgische gedachten, terwijl je weet, dat je dat soort kleding niet meer zult dragen. Voor alles is een tijd. Dat betekent overigens niet, dat ik donkerblauw met witte bloemetjes draag, hoor! Zo erg is het nou ook weer niet ! Het is alleen, dat het voor mensen van mijn leeftijd lastig is, want er wordt niet op ons gerekend. En dan verval je al gauw in lange broeken met poloshirts, want dat zit lekker.

Weet je wat mij ook opvalt? Dat er eigenlijk geen seizoenen meer bestaan in het kledingaanbod. De blote topjes met spaghettibandjes staan ook in de wintercatalogus. Bikini’s en shorts en zomerschoenen ook. Dat zal wel komen doordat je makkelijk in een vliegtuig stapt tegenwoordig, de zomer tegemoet of achterna. Wat dat betreft is de wereld zo groot als je portemonnee.

Vroeger breide ik wintertruien. Nou, dat hoeft niet meer, want bijna niemand kleedt zich nog tegen de kou. Het enige verschil tussen de seizoenen is lange of korte mouwen. Dat is best verwarrend, want van een kastenbeleid komt ook niks terecht. Wat berg je weg en wat laat je hangen?

Toen mijn moeder over onze kleren ging bepaalde ze zo rond Pasen, als de schoonmaak geweest was, dat het wintergoed werd opgeborgen. In de mottenballen. Als het dan nog koud was kreeg je wel een extra, door je moeder zelf in ribbeltjes gebreid, hemmetje aan.

Erwin Kroll zei laatst, dat de weersomstandigheden vergeleken bij vroeger praktisch niet veranderd zijn. Statistisch bewezen. Waarom lijkt dat dan tóch zo? Ik denk, dat we het door onze verwarmde huizen, nooit meer echt koud hebben. Warm wel, kijk maar naar de vorige week. Poeh, zwéten! Maar toen was ik weer verkouden. Door de airco, ja. Ik hou het niet meer bij, hoor…….