Hoe komt een mens er toe om voetbalscheidsrechter te willen worden? Als een wedstrijd niet loopt krijg jij er bijna altijd de schuld van, als je je een keer vergist en een zich in een fractie van een seconde afspelende situatie verkeerd beoordeelt, weet de hele tribune plus heel televisiekijkend Nederland het beter en heb je het altijd gedaan. Kun je in een praatje na de wedstrijd, met een verslaggever die je het vuur na aan de schenen legt, je beslissing gaan staan verdedigen of gaan toegeven, dat gebeurt gelukkig ook, dat je je hebt vergist. Ondanks grensrechters die het dan kennelijk ook mis hadden. Die pakken ze nooit. Eigenlijk zouden ze dan de hele arbitrageploeg voor de camera moeten halen, toch? Je moet om scheidsrechter te willen worden een bepaald karakter hebben, denk ik, en veel eelt op je ziel.
Van de zomer had ik een stukje geschreven over die kopstoot van Zidane, die reageerde op de opmerking van een andere speler die hem in het verkeerde keelgat schoot. Die opmerking dus. Toen had ik het over het verbale geweld in het veld, dat je in tegenstelling tot het fysieke, niet kunt zien, laat staan horen. Naar aanleiding daarvan kreeg ik een reactie van John Blankenstein, internationaal scheidsrechter en helaas kort nadien overleden. Hij vertelde, dat hij vijfentwintig jaar wedstrijden had gefloten en heel wat over zijn kant had moeten laten gaan. Hij vond het gedrag van Zidane onprofessioneel, hij had zich moeten beheersen, zoals hij zich al die vijfentwintig jaar ook had moeten beheersen.
Dat gedoe met Perez en Sneijder schijnt dus niks bijzonders te zijn en van alle tijden. Alleen het taalgebruik, breed uitgemeten in de media, schijnt veranderd te zijn. Er worden ernstige ziektes bijgehaald en mijn man voelt zich aangesproken, omdat men zich van zijn handicap bedient.”Iedereen wordt maar blind genoemd, de exclusiviteit gaat er zo helemaal af”, zegt hij. Grof taalgebruik kan ik niet waarderen, laat ik dat voorop stellen. Het is nergens voor nodig en er mag iets van gezegd worden. Gele kaart, oké, je mag je shirtje tenslotte ook niet meer uittrekken als je gescoord hebt en daar enthousiast over bent, in die orde van grootte moet je verbaal ‘enthousiasme’ dan ook maar zien, vind ik. In het veld. Spreekkoren op de tribune zijn georganiseerd verbaal geweld, dat vind ik weer heel iets anders. Kwestie van mentaliteit van je supporters en daar mag een club best wat aan doen.
Maar de ‘rel’ die de media nu weer heerlijk opblazen ten aanzien van een paar kwaaie Ajax-spelers slaat nergens op. Ze lieten gisteren in dat voetbalpraatprogramma van Jack v.Gelder een filmpje zien van Rinus Israëls, destijds trainer van Feijenoord, die een totaal kale scheidsrechter vanaf de kant toeriep: “Hé, krullebol, ben je wel helemaal lekker?”. Hij zal er niet voor naar de tribune zijn verwezen. Maar zeg nou zelf: zoiets klinkt toch leuker dan ‘kanker’ en ‘tyfus’. Humor om te lachen……..