Omdat ik als hulpsinterklaas nog één chocoladeletter miste in de benodigde collectie voor a.s.dinsdag, stond ik in de supermarkt te zoeken tussen de aanwezige letters. De boel was al behoorlijk door elkaar gegooid en stond sowieso niet op alfabet, wat mij wel een handige service had geleken voor de oude baas, maar ja, ik ben maar een nepsinterklaas.
Naast mij stond een jongen van ’n jaar of zestien te zuchten en te steunen, omdat ook hij niet de letter kon vinden die hij nodig had. We beklaagden ons bij elkaar, dat het zo’n zooitje was. “Welke letter moet jij hebben?”, vroeg ik, behulpzaam tiepje als ik ben. “Een ‘G’ “, zei hij. En hij zocht voor mij naar mijn letter. Bood ie zelf aan, je hoort mij dus niet klagen over de jeugd van tegenwoordig.
Ik had ondertussen ‘mijn ‘ letter gevonden en die van hem even later. Maar hij was niet blij, want het moest geen pure zijn, maar een melk-hazelnoot. En die zat er niet meer bij. “Voor m’n moeder”, zei hij berustend, “dus ik zal tóch nog de stad in moeten!”.
Die moeders toch, altijd wat bijzonders…….
Paul
december 3, 2006 at 7:23pmMoeders zijn er toch om lief te hebben dus heel goed dat hij er zoveel werk van maakt!
els
december 4, 2006 at 1:25amDat vond ik ook wel, hoor!