Apeldoorn heeft iets met “Omni”. Ons Omnisportcentrum bijvoorbeeld nadert zijn voltooiing. Een gigantisch bouwwerk, waar, al is het nog niet helemaal af, al druk gesport wordt. De wielerbaan is nog niet je dat, maar de zalen zijn in gebruik. Over de noodzakelijke infrastructuur wordt nog behoorlijk gebakkeleid. De aanvoerwegen wel of niet verbreden (er zijn al de nodige bomen geneuveld, maar daar zijn ze hier erg goed in), een tunneltje onder het spoor in de Zutphensestraat of toch maar niet, een verbindingsbrug van de Woonboulevard naar het sportcentrum, waar ook winkels onderin komen of wordt dat toekomstmuziek, ze zijn er nog niet uit. Maar als ik er langs rijd: indrukwekkend, hoor, dat grote Omnisportcentrum!
En nou hebben we ook nog een Omnizorgcentrum, dat bijna klaar is. In de Stationsstraat komt het meest luxe opvangcentrum voor zwervers, daklozen en mensen die psychisch begeleiding nodig hebben van Nederland. Het heeft om te beginnen wel al anderhalf miljoen meer gekost dan begroot, maar dat komt o.a. door die vervelende omwonenden, die de boel hebben opgehouden. Die wilden andere buren. Tja, ik weet niet hoe ik gereageerd zou hebben. Ik woon d’r natuurlijk niet.
Maar het ziet er erg mooi uit, dat chique onderkomen. Beter dan het ouwe Slaaphuis, dat al jaren te klein was. Ze hebben daar 26 plaatsen, terwijl Omnizorg er 85 krijgt. De ramen hebben aan de buitenkant vrolijk gekleurde luiken, die altijd openstaan, bloembakken op de galerijen, er komen winkeltjes en werkplaatsjes op een binnenplein met fontein, waar de bewoners ook kunnen werken. En één loket voor alle bij hen betrokken instanties. Er komt een ruimte waar ‘gebruikt’ mag worden als je het niet laten kunt, maar ook een ‘stilteruimte’ om daar over na te denken met een sterrenhemel in het plafond. Het lijkt mij een paradijselijk oord. Maar het is niet allemaal rozengeur en maanlicht, hoor!
Je begint als binnenkomer op een slaapzaal met 10 man op de begane grond. En dan wordt het een kwestie van straffen en belonen. Bij een goede motivatie en goed gedrag kun je telkens ’n etage stijgen in het gebouw. Totdat je op de bovenste etage ’n éénpersoonskamer met eigen toilet en douche kunt krijgen. Weliswaar op campingformaat, las ik, maar toch een doel om naar te streven.
Gaat het dan toch nog mis, omdat je ondertussen ’n collega in mekaar slaat, dan zak je weer ’n paar verdiepingen. Maar het doel is duidelijk: de mensen weer een nieuwe kans geven door werk, scholing en integratie. Want er blijven wonen is niet de bedoeling. Je moet de wijde wereld weer in, waar het ook mooi is.
Ik hoop echt, dat al die pechvogels door de mooie omgeving geïnspireerd worden om d’r wat van te willen maken. De wachthokjes van de omnibus blijven tegenwoordig ook aardig heel doordat ze stelselmatig worden schoongemaakt en onderhouden……..
Irene
april 29, 2008 at 8:52pmDat doet mij toch een beetje denken aan het pauperparadijs Veenhuizen waar ik net over gelezen heb. Dat begon ook met de prachtigste bedoelingen. De gebouwen waren wel erg lelijk. Misschien helpen nu de vrolijke luiken die altijd openstaan.
els
april 30, 2008 at 1:00amOver Veenhuizen heb ik ook gelezen, in het boek “De zomer van 1823” van Jacob van Lennep.Die maakte toen een voettocht door Nederland, die later opnieuw gelopen is door Geert Mak om te zien wat er veranderd was sinds die tijd. Van Lennep beschreef het project Veenhuizen, dat hij bezocht inderdaad als een paradijs waar de armsten der armen maar zeer blij mee moesten zijn.Nou ja, ze bergen er nu landlopers op. Is het toch nog nuttig. We hebben er in de buurt gewoond en de gebouwen zijn niet mooi, maar passen wel in de omgeving als je de geschiedenis in ogenschouw neemt.