In de krant stond ’n berichtje, dat er in Groningen iemand was gepromoveerd op het onderwerp “Slechtziende kinderen moeten meer sporten”. Deze dame beweerde, dat het deze kinderen minder zou doen afsteken bij hun ziende leeftijdsgenoten. Hun lichaamshouding en conditie zouden hierdoor verbeteren. Alsof er helemaal niets zou gebeuren op dit gebied en dat lijkt me niet het geval. Ook onder ziende kinderen lopen stijve harken rond. Een feit is wel, dat slechtziende en blinde kinderen geen voorbeeld hebben en dat er sowieso op scholen wordt bezuinigd op sportactiviteiten. Maar kommer en kwel is te veel drama.
Dat er wel het een en ander kan mankeren aan het bewegingspatroon van mensen, die niet of slecht zien, is een feit waar je niet omheen kunt. “Hij is een hampel” is de flatteuze uitdrukking, die hier in huis de ronde doet voor iemand, die zich wat onhandig beweegt. Dat is een echte “instituutskreet”. Iedereen weet wat en wie ermee wordt bedoeld en ook dat ’t natuurlijk lang niet voor iedereen geldt. Zoals het ook niet waar is, dat blinden en slechtzienden weinig aan sport zouden doen. Veel zelfs. Lopen, al dan niet hard, fietsen, zwemmen, skiën, goalbal en nog veel meer sporten waar ik nou even zo gauw niet op kom.
Mijn echtgenoot heeft zijn jeugdjaren doorgebracht op ’t blindeninstituut in Huizen. De sportactiviteiten daar werden verzorgd door een ex-militair. IJzeren discipline, maar dat schaadde zijn populariteit niet. Hij liet zijn leerlingen dingen doen, die op ’t randje waren van wat kon. Liet ze hardlopen op een sintelbaan, terwijl hij alleen maar zei: “Kom maar op mijn stem af!”. Dan ging ie aan het eind van de baan staan en riep: “Hier, hier, hier….!!” en oké, er belandde er wel eens een in de struiken omdat die een afwijking naar rechts had en geen rechte lijn kon lopen, maar dat moest dan maar.
Mijn man heeft wel es verteld, dat onze koningin Juliana ’n keer het instituut bezocht in gezelschap van de Deense koningin. Daar hadden ze zelfs het Deense volkslied voor uit hun hoofd moeten leren. Hij kent ’t nóg en in licht aangeschoten toestand wil ie ’t nog wel eens ten gehore brengen : “Der er et yndigt land, der star med brede bøge…”.
De majesteiten kwamen ook een gymnastiekles bekijken. Moesten de jongens het wandrek in tot boven aan toe en er achterwaarts afspringen op een mat. Hadden ze nog nóóit gedaan! Maar ze lieten hun leraar natuurlijk niet afgaan en déden ‘t. Er zijn geen gewonden gevallen en de protesten na afloop werden afgedaan met een “Nou, én..?”.
De mensen van mijn mans “lichting” hebben, dat weten ze, ontzettend veel aan deze man te danken. Hij heeft zijn leerlingen leren dúrven, waardoor ze zich later veel vrijer hebben kunnen bewegen en hun houding beter was. Helaas leeft hij niet meer. Gepromoveerd, ja………