Het is vandaag landelijke Witte Stokkendag. Om aandacht te vragen voor mensen, die het allemaal zo scherp niet zien of helemaal niet. De geribbelde geleidepaden, met de beste bedoelingen aangelegd, maar toch geblokkeerd door winkeliers met hun spullen, bouwvakkers met hun materiaal, fietsen die dom worden neergezet, nou ja, van alles dus.
De doelgroep moet zelf ook ‘uitkijken’ en er niet zonder meer op vertrouwen, dat de hele wereld om ze denkt. Maar ’n pietsie meer oog voor de lastige positie, waarin mensen met een visuele beperking zich moeten verplaatsen, daar is deze dag voor bedoeld. Als ’n reminder. In ’t artikel, dat vandaag maar liefst twéé pagina’s beslaat in onze Stentor, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de moeilijkheden die iemand tegenkomt als ie niks of weinig meer ziet.
Omdat ik in de sector heb gewerkt weet ik ook hoe geweldig mensen met hun beperking hebben leren omgaan. Het is niet niks, maar ze máken er wat van. De mensen, die wij in revalidatie kregen, waren al op ’n punt dat ze er iets aan wilden doen en dat was de helft van ’t succes natuurlijk. Wij zetten ze op de rails, maar het rijden deden ze zelf.
Wij hoorden trouwens jaren geleden al dat het brailleschrift ‘er uit’ zou gaan, omdat de spraak in opkomst was en het zou overnemen. Ik heb ’n ervaren braillelezer in huis, die het als kind heeft geleerd, maar ik weet dat het later braille leren moeilijk, maar niet onmogelijk, is. Het niveau dat je bereiken kunt verschilt. En dat kan aan je leeftijd liggen, maar zeker niet altijd. Het geeft al onafhankelijkheid als je zelf je cd’s kunt merken of je kruidenpotjes in de keuken. Dat boek, dat je zou willen lezen, kun je beluisteren, dat doet ’n ziende ook tegenwoordig!
Maar mijn man zou de uitvinding van Louis Braille, 2009 is ‘zijn’ jaar!, niet kunnen en willen missen. Als je ’n woord hoort, helemaal met al die nieuwe woorden van tegenwoordig, die dan ook maar meteen geacht worden tot de Nederlandse taal te behoren, weet je nog niet hoe het geschreven wordt. Heb ik ook, hoor! Braille is onmisbaar voor het woordbeeld. ‘k Heb ’t wel eens meer verteld, maar tot aan ons vierde kind wist mijn man niet, dat het ‘vroedvrouw’ was en geen ‘wroetvrouw’, hetgeen een logische veronderstelling zou zijn geweest.
Maar wat die witte stok betreft: er staat er eentje in de gang in de mand met de paraplu’s. Hij wordt weinig gebruikt. Ja, als een van de kleinzonen een autootje onder de kast heeft laten verdwijnen en hij kan er niet bij om het te pakken, dan is opa’s stok wel handig. Als de slang van de stofzuiger verstopt zit ook, maar dat komt niet zoveel meer voor, we hebben ’n nieuwe. Maar verder: we zijn gemotoriseerd en lopend nogal verstrengeld. Dat vinden we gezellig en vallen niet op.
Maar die letterlijk ‘alleengaanden’ met ’n witte stok, geef ze maar de ruimte! Want ze kunnen ook behoorlijk meppen met dat ding, hoor…….!