Gistermiddag had ik mijn zus aan de telefoon. Ze belde even om te vertellen dat ze aanstaande maandag niet thuis zou zijn als we wellicht het plan hadden om haar te komen feliciteren met haar verjaardag. Kinderen en kleinkinderen zijn met vakantie, de scholen zijn hier de laatste regio dit jaar dus was iedereen d’r wel aan toe, vandaar dat ze ’t later wel es ’n keer viert. Heel attent, dat belletje, want we hadden inderdaad het voornemen om haar richting op te gaan.
Nou, en dan praat je even verder. Al haar kleinkinderen waren keurig overgegaan naar een volgend leerjaar en dat was bij ons ook zo. “Onze kinderen zijn van zessen klaar”, zei mijn zus. Dat vind ik een leuke uitdrukking.*** We kwamen tot de conclusie, dat we zessen en zevens op een rapport best wel nette cijfers vinden. Tja, dat het geen negens en tienen zijn, een enkele bolleboos uitgezonderd, komt doordat ze naast school nog zoveel andere dingen leuk vinden. En streberigheid is geen echt familietrekje eigenlijk.
Is dat erg? Ik vind van niet, hoor. Als die koters de balans vinden tussen mógen leren, nieuwsgierig zijn naar iets, en wel es móeten leren omdat ’n punt of zo meer net wat aardiger staat, dan komt ’t wel goed. Dan zijn ze van zessen klaar.
Voorlopig wens ik de kinderen én hun ouders een fijne vakantie…..!
***De uitdrukking “van zessen klaar” heeft van oorsprong betrekking op paarden! Het betekende dat een paard vier goede benen en twee goede ogen had. Nu houdt ’t in dat iemand van aanpakken weet en zich in ieder geval goed kan redden. Mooi, toch?